Als iemand vraagt: welke voorstelling ik van mezelf op internet heb, moet ik altijd aan het Drosteblik denken. De verpleegster met haar witte kap ziet niet wat wij zien: dat op haar dienblad een kleiner blik staat met daarop haar afbeelding met weer dat blik, en zo ad infinitum.

 

Gezien de populariteit van het Drosteblik zullen afgelopen eeuw miljoenen mensen haar afbeelding in handen hebben gehad. Vermenigvuldig dat met de herhaling op het blik en de hoeveelheid keren dat zij is bekeken wordt ontelbaar.

Iets soortgelijks gebeurt op internet, maar dan sneller. Een geüploade afbeelding van onszelf (een ‘selfie’) kan in enkele minuten door miljoenen mensen worden bekeken, gedownload, geprint, gekopieerd en boven het bureau worden gehangen – zonder dat wij dat zelf kunnen zien. Wat doet die mogelijkheid tot supersnelle en oneindige reproductie met onze identiteit?

In zijn essay ‘Het kunstwerk in de tijd van zijn technische reproduceerbaarheid’schrijft filosoof Walter Benjamin dat het origineel onvermijdelijk lijdt onder de reproducties. Op een kopie kun je bijvoorbeeld inzoomen, waardoor zaken zichtbaar worden die het origineel niet prijsgeeft. Je kunt ook iets toevoegen aan de kopie, zodat na enige tijd niemand meer weet wat ‘echt’ was en wat niet. De kopie berooft het origineel bovendien van de context waarin het tot stand kwam. Anders dan het origineel kun je de kopie altijd en overal bekijken. Als gevolg daarvan raakt het origineel iets kwijt van zijn ‘aura’, zijn oorspronkelijke uitstraling. Dat verlies wordt groter naarmate er meer kopieën zijn.

Wat betekent dit voor de ontelbaar vele kopieën die onbekenden via het internet van onze selfies kunnen maken? Degenen die ze bekijken zullen zich een beeld vormen dat niet alleen afwijkt van de originele foto in de smartphone, maar ook – zeker als het een foto van lang geleden is – van wie we hier en nu zijn. Benjamin heeft gelijk: de vermiljoenvoudiging doet niet alleen afbreuk aan de oorspronkelijke foto, maar ook aan de context en werkelijkheid van het origineel. De enige manier om daar goed mee om te gaan is om voortdurend het potentieel aan aanschouwers voor ogen te houden en slechts die foto’s te uploaden die de blik van zoveel vreemden kunnen weerstaan – en die dus niet lijken op foto’s die we aan vrienden en geliefden tonen. De cacaozuster laat het al zien: met witte kap en uniform kun je rustig tot in het oneindige bij onbekenden in het keukenkastje staan.