De Nederlandse jongere heeft een ‘dik ik’ en dat is slecht voor samenhang in de samenleving, vindt hoogleraar aan de UvH Wiel Veugelers. Morele vorming in het onderwijs moet daarom belangrijker worden. Veugelers houdt op 18 januari de Hanze Jeugdlezing.
Jongeren zijn autonoom, zelfbewust, assertief en ze kennen het belang van het merk-ik. Maar daardoor nemen ze ‘veel ruimte’ in, vindt Veugelers. “In die zin is het tijdperk van het dikke-ik zoals mijn UvH-collega Harry Kunneman dat zo mooi heeft geschetst niet voorbij. En sterke persoonlijke autonomie is positief voor de eigen ontwikkeling, maar niet zo goed voor samenhang in een democratische samenleving.”
Gemeenschappelijke waarden
Waarden en normen staan internationaal meer dan ooit in de belangstelling. Immers, in de post-moderne samenleving verzwakken de traditionele kaders, zoals religies die dicteerden. Gemeenschappelijke waarden zijn dus moeilijker vast te stellen. Het positieve hiervan is dat je autonoom bent om zelf te bepalen wat goed of fout is. De moeilijkheid is: welke waarden moet je kiezen?
“Ieder mens maakt een morele ontwikkeling door en moet dat op een persoonlijke manier kunnen doen. Het liefst op basis van humanistische uitgangspunten zoals gelijkwaardigheid en dialoog. Ook graag in een heterogene groep zoals het openbaar onderwijs nastreeft. Dat is goed voor burgerschapsvorming en onze democratie.”
Over de burgerschapsvorming maakt Veugelers zich zorgen. “Uit de International Civic and Citizenship Education Study (ICCS) uit 2010 blijkt dat Nederlandse jongeren niet heel goed scoren als het gaat om kennis en vaardigheden die bij actief burgerschap horen. Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hebben minder kennis over democratische principes en maatschappelijke basis-waarden dan leerlingen in andere Europese landen.
Houding ten opzichte van gelijke rechten
Zorgwekkend is de houding ten opzichte van migranten. Nederlandse leerlingen denken veel negatiever over gelijke rechten voor migranten. Nederland neemt hierin samen met Vlaanderen zowel Europees als internationaal gezien een extreme positie in. Wat is hiervan de oorzaak? Veugelers: “In de pedagogiek staat het kind erg centraal. Op zich is dat goed, maar daarmee wordt te vaak vergeten dat autonomie een relationeel aspect heeft. Dat je altijd een ander nodig hebt om over jezelf na te kunnen denken. Ook wordt er te veel gepsychologiseerd in het onderwijs, terwijl het er ook om moet gaan wat voor burgers je wilt als samenleving.”
Morele educatie werkt het beste door niet zelfstandig leren maar samenwerkend leren centraal te stellen. ”Het leren in groepen heeft een positief effect op morele oordeelsvoming. Ik pleit in het levensbeschouwelijke onderwijs voor een interlevensbeschouwelijke dialogische aanpak. Maar ook daarbij is het van belang dat leerlingen zelf gaan nadenken over wat goed is, dat ze het persoonlijk kunnen toepassen.”
Een ander punt is de organisatie van het onderwijs. Door smallere scholen en verzelfstandiging is er meer segregatie tussen groepen Nederlanders. Denk aan de zwarte scholen in het basisonderwijs. Hierdoor wordt het lastiger multi-culturaliteit in morele educatie in te bedden.”
Moreel appel
Veugelers vindt dat beleidsmakers en politici te weinig doen om morele vorming te verbeteren. “Ik mis in Nederland een debat over waar het op moreel gebied heen moet in Nederland. Ik mis een moreel appel. Inhoudelijk was ik het niet eens met de analyse (in De Volkskrant) van minister van Bijsterveldt vorige maand over de rol van ouders in de opvoeding. Maar zij durft het wel op de agenda te zetten. Ik zie bij progressieve partijen, en met name bij de PvdA schroom zich uit te spreken over waarden en normen. Laat zien dat er andere visies op waarden en normen zijn, zoals een humanistische!”
Kijk voor meer informatie over de lezing op de site van de Hanzehogeschool
Meer informatie?
Het nationale rapport voor Nederland van het ICCS-onderzoek is te downloaden viahttp://www.rug.nl/gion. Meer weten over morele vorming in het onderwijs? Kijk eens op de de site van het Humanistisch Vormingsonderwijs.
Over Wiel Veugelers
Hij is als hoogleraar educatie verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht en als universitair hoofddocent aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. Voor Education and Humanism. Linking Autonomy and Humanity’ (2011).ontving hij van de European Association for Learning and Instruction the Nava Maslovaty Award.