In tegenstelling tot wat tegenstanders van de euthansiewet voorspelden is het aantal sterfgevallen door euthanasie niet veel toegenomen sinds de euthanasiewet in 2002 werd ingevoerd. Dat blijkt uit landelijk onderzoek van het CBS in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid. Het onderzoek zegt niets over het gebrek aan goede stervenshulp.
Bij ongeveer zes op de tien overledenen is een medische beslissing genomen rond het levenseinde, blijkt uit het onderzoek dat op 10 juli werd gepubliceerd. Dat gaat meestal om intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding. Het kan ook gaan over het niet instellen of staken van een behandeling of het toedienen van een middel om de patiënt te laten overlijden. Onder deze laatste categorie valt euthanasie.
In 2010 was bij 2,8 procent van de sterfgevallen sprake van euthanasie. In 2001 bedroeg het percentage 2,5 procent en in 2005 was dat 1,7 procent.
Een serieuze zaak
Directeur van het Humanistisch Verbond Ineke de Vries is niet heel erg verbaasd dat het aantal gevallen van euthanasie of hulp bij zelfdoding niet fors is gestegen sinds de invoering van de euthanasiewet. “Hulp vragen en geven bij een zelfgekozen levenseinde blijft een serieuze zaak en mensen vatten dit niet licht op.”
Ook Walburg de Jong persvoorlichter van de Nederlandse Vereniging Voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) toont zich op human.nl niet verrast over het nieuws.
De Jong. “Artsen wilden voor de invoering van de wet niet van elkaar weten dat ze euthanasie verleenden en hadden soms de juiste kennis niet om het te doen. Nu wordt nog duidelijker dat er niet zo maar op los wordt gespoten, dat over elke aanvraag en uitvoering buitengewoon goed is nagedacht.”
Weloverwogen doodswens
De Vries vindt absolute stijgingen of dalingen van hulp bij levensbeëidinging niet zo interessant. Het gaat er om dat mensen met een weldoordachte, diepe doodswens recht hebben op stervenshulp en die hulp ook krijgen. De Vries: “Wij bekommeren ons juist om de mensen met een weloverwogen doodswens die de stervenshulp waarom zij vragen niet krijgen. Uitbehandelde psychiatrisch patiënten of mensen met de diagnose dementie die de aftakeling niet willen afwachten. Ook ouderen die niet ernstig ziek zijn maar hun leven voltooid achten en echt niet verder willen. Kortom: mensen die hun leven willen beeindigen om meer existentiële of psychische redenen krijgen nog steeds zelden hulp om waardig te sterven.”
Artsen, die bij wet het monopolie hebben op het bieden van stervenshulp, vinden die gevallen lastiger dan terminaal zieken, die in wel aanmerking komen voor euthanasie op basis van uitzichtloos en ondragelijk lijden, denkt De Vries.
“Maar zelfs mensen die op basis van medische klachten een verzoek tot euthanasie indienen, moeten soms op zoek naar eigen oplossingen, omdat hun arts hun niet helpt. Het aantal verzoeken bij de Levenseindekliniek van de NVVE toont dat ook aan.”
Standpunten Humanstisch Verbond
Het Humanistisch Verbond pleit verder voor:
- meer en vroegtijdiger denken en praten over de dood om het taboe daarop te doorbreken èn tijdig wensen kenbaar te maken. Daarvoor hebben we de website www.uitburgeren.nu opgezet.
- betrekken van niet-medici bij het bespreken en beoordelen van verzoeken om hulp bij zelfdoding, juist in gevallen dat fysiek lijden niet de hoofdreden van het verzoek is.
- het afschaffen van artikel 294 uit het wetboek van strafrecht dat hulp bij zelfdoding verbiedt om mogelijk te maken dat ook niet-medici hulp kunnen bieden waar de arts dat niet op zijn/haar weg vindt liggen. Uiteraard moeten ook niet-medici dan aan zorgvuldigheidseisen voldoen.
Wij hebben er vertrouwen in dat mensen niet lichtzinnig oordelen over levensbeëindiging. Het leven is uiterst waardevol. Maar het is een daad van medemenselijkheid om wie het leven echt niet meer verdraagt in staat te stellen waardig te sterven.