Marijke van de Hel
Marijke van de Hel

Wat zijn je eigen ervaringen met de aardgaswinning in Groningen de afgelopen jaren? 

“We hebben aardbevingen gevoeld, dat weet ik nog heel goed. Het is heel raar dat je het herkent en tegen elkaar zegt: ‘Dit is een aardbeving.’ We hebben zelf schade in ons huis gekregen door een aardbeving. Er zitten scheuren in de badkamer. We hadden geen energie om het hele traject van schademelding af te wandelen. Toen hebben we besloten om voor de vaste vergoeding die werd aangeboden te kiezen.

Toen ik lesgaf aan basisschoolkinderen leerden we hen hoe ze onder tafels moeten duiken als er een aardbeving is. Om veilig te zijn. Dat gebeurt in de rest van Nederland niet. Deze ‘drill’ maakt je er helaas ook bewust van dat je altijd in gevaar bent.”

Wat vind je van de parlementaire enquête, die onderzoek doet naar de besluitvorming over de aardgaswinning? 

“Ik vind het heel goed dat de parlementaire enquête er is. Maar het had er veel eerder moeten zijn. Als je nu die enquête bekijkt dan wordt er gezegd dat bepaalde dingen anders hadden gekund. Ik denk dan: dat hadden ze ook een paar jaar eerder kunnen ontdekken en dan waren er toen al dingen veranderd. Nu blijkt dat de gaswinning al in 2013 heel erg omlaag kon. Dat is iets wat iedereen al een soort van wist en nu is er die bevestiging. Maar ja, het verandert verder nog niks aan alle schade die er is gedaan aan huizen en zeker aan mensen en gemeenschappen. Dat blijft ontzettend triest.”

Kijk je zelf naar de verhoren van de parlementaire enquête? 

“Ja, ik probeer altijd wel even te kijken. Ik snap ook dat sommige mensen dat niet willen. Als ik zelf een gevecht had moeten voeren met instanties zou ik misschien ook niet kijken. Het is een gevecht waar de mensen die schade opliepen door de aardbevingen zelf niet voor kozen. Ze moesten vaak thuisblijven voor inspecties en er was veel uitstel. Ik kijk de verhoren nu al zelden helemaal af. Ik vind wel dat de enquêtecommissie heel goed bezig is qua vragen en ik hoop dat het onrecht goed naar voren komt. Ik hoop dat iedereen de moeite neemt om zich te informeren over wat er eigenlijk gebeurd is, zodra het eindrapport er is.”

Groningers ervaren al jarenlang veel leed. Inmiddels kunnen ze ondersteuning krijgen van geestelijk verzorgers. Wat vind je ervan dat het Humanistisch Verbond zich inzet om geestelijke verzorging structureel beschikbaar te maken, zowel in Groningen als daarbuiten?

“Ja, dat vind ik heel goed. Ook dat we erbij zeggen dat geestelijke verzorging voor iedereen mogelijk moet worden. We hebben geestelijke verzorging voor het aardbevingsgebied in Groningen omdat de politiek onderkent dat daar grote behoefte aan is. Er was veel vraag naar bij kerken en die realiseerden zich dat nog meer mensen hetzelfde nodig hebben. Zij hebben er toen het Humanistisch Verbond bij betrokken. Ik vind het goed dat het hier is, en vooral dat het samen wordt gedaan met ander denominaties. Het is iets van iedereen.

Geestelijke verzorging wordt nu bekender en ik hoor er veel positieve reacties op. Je ziet dat het werk wat geestelijk verzorgers doen zichzelf bewijst. Het is beschikbaar in Groningen, maar er zijn gewoon heel veel mensen in Nederland die geestelijke verzorging kunnen gebruiken. Hier is het wel een beetje geconcentreerder dan in de rest van het land, maar het is overal heel erg nodig.”

Geestelijke verzorging voor iedereen!

Voor existentiële vragen en pijn helpen geen medicijnen of een zware diagnose. Geestelijke verzorging helpt wel, maar is niet voor iedereen toegankelijk. Teken onze petitie voor geestelijke verzorging voor iedereen!

Wie is Marijke van de Hel?

Marijke van de Hel (60) is geboren in de buurt van Groningen, heeft in Groningen gestudeerd en woont er inmiddels al langere tijd. Ze is al ruim 15 jaar lid en inmiddels voorzitter van de afdeling Groningen van het Humanistisch Verbond. Daarnaast zit ze namens het Humanistisch Verbond in de projectgroep GVA (Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied). Tot voor kort gaf ze les aan basisschoolkinderen als docent Humanistisch Vormingsonderwijs.