Nederland is al anderhalve maand in de zogeheten intelligente lockdown. We zijn afgesneden van basale vrijheden. Hierdoor zijn we ons extra bewust van die vrijheid en hoe belangrijk risico is voor ons leven.
Onder normale omstandigheden nemen we voortdurend risico’s. We staan op keukentrapjes, we nemen een verkouden kind op schoot, we sporten, of we geven onze mening. Het nemen van risico’s maakt ons leven vaak uitdagender en leuker, maar ze zijn dus ook nodig om te kunnen functioneren.
Maar welke risico’s zijn we bereid te nemen in deze coronacrisis om weer wat kleur aan het leven te geven? Of welke risico’s willen we momenteel juist niet nemen?
In onze nieuwsbrief van twee weken geleden legden we deze vraag voor aan de lezers. Hier vindt u een aantal bijzondere inzendingen!
Wederkerigheid
Het recht op risico wordt beperkt door de omgeving waarin je leeft en hoeveel risico je durft te nemen. En hoeveel risico wil je anderen bezorgen? Een open deur wellicht.
Ik wil het graag eerst toespitsen op een chronisch ziek persoon, die per definitie een minder rijke keuze uit vrijheden heeft. Als taaislijmziektepatiënt houd ik zelf, de nu populaire, anderhalve meter afstand al jarenlang aan, en mijn hoestradar staat immer op scherp. Iedere verkoudheid of griep tast mijn gestel namelijk ernstig aan.
Dat betekent bijvoorbeeld grote groepen mijden en aarzelen om naar het concertgebouw te gaan of een cabaretvoorstelling te bezoeken. En als je toch de verleiding weerstaat: angstig afwachten of je tussen hoestende en snotterige bezoekers terechtkomt. En panisch een voorstelling verbeiden als in de rij pal achter je iemand een ratelhoest heeft; weglopen of het beste ervan hopen?
De focus zou daarom meer moeten liggen op de potentiële riskante verspreider. Hoe bewust ben je je van het feit dat je simpele aanwezigheid een risico inhoudt? Want je kunt wellicht makkelijk inschatten hoeveel risico je zelf loopt en wat dat je waard is.
Een week ziek thuis na een bezoek aan een drukbezocht evenement? Ok. Maar hoeveel mensen kun je als je zelf een besmettelijke ziekte – al dan niet bewust – torst, ziek maken? Het zal ons de komende jaren vaker (moeten) bezighouden.
Het recht op risico is dus wederkerig.
Jan Greijn
Knuffelen
Onze 30-jarige dochter woont in een kleine zorginstelling, zij heeft o.a. een verstandelijke beperking.Dit betekent dat als zij verdrietig of in de war of geëmotioneerd is, dat zij reageert als een twee-/ driejarige. Om haar te troosten of veilig te stellen is het belangrijk om haar in je armen te nemen, niet te praten, maar als een peuter te koesteren.
Als ouders (80 en 70 jaar oud) mogen wij haar 3 x per week, ieder apart, een uurtje ontmoeten in een andere ruimte op het terrein van de zorginstelling. De leiding die zorgt voor o.a. onze dochter heeft besloten wel te knuffelen en de anderhalve meter afstand niet in acht te nemen. Wij zijn daar dankbaar voor, de psychische schade zou anders enorm zijn.
Ook wij, als ouders, (die zich elders wel aan de regels houden) knuffelen onze dochter en nemen bewust het risico besmet te kunnen raken met alle gevolgen van dien.
Het zij zo, we zouden niets anders willen, laat staan kunnen.
Liesbeth Boom
“ Haar laatste woorden vandaag waren (en dat voor iemand die WO2 meegemaakt heeft): “Ik ben 98 jaar en dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik ben mijn vrijheid kwijt. ”
Verzet begint met het stellen van een vraag
Ik heb een moeder van 98. Ze zit in een woon- en zorgcentrum, in de nawinter van haar leven, weg te pieteren. Ze is niet dement, maar wel een beetje. Vandaag had ik haar aan de telefoon: ze is verdrietig, eenzaam en haar benen willen niet. Steeds meer dingen waardoor het leven leuk is, kan ze niet meer. En erger; nu mag ze niet meer.
Ze mag haar geliefden niet meer ontmoeten, niet meer knuffelen en niet meer zien. Juist dat wat ze nu ook het meest nodig heeft. Wel een beetje; door de ramen even zwaaien. Maar als je oud, verward en eenzaam bent heb je meer nodig dan dat. Warmte, knuffels en lieve bekende mensen om je heen. Iedereen snapt waarom dit nu zo is. Zij snapt het een beetje en eerlijk gezegd ik nu ook nog maar een beetje.
Want inderdaad wat is het risico? En mag je dat nemen? Als je het aan mijn moeder vraagt zegt ze onmiddellijk ja. Ze vindt er niets meer aan en wil alleen maar contact en verbinding met haar dierbaren. En eigenlijk willen haar dierbaren dat ook. Wat houdt ons dan tegen? Dat ze ziek wordt en doodgaat? Als je zo oud bent ligt het voor de hand dat je geen jaren meer hebt. De laatste tijd die er dan nog is, wil je dan geen contact meer, zoals boven omschreven, omdat je anders misschien ziek wordt en doodgaat?
Nee de regels die nu gesteld worden door het kabinet, met alle hen en ook ons moverende redenen, die houden ons tegen. En natuurlijk willen wij niet op ons geweten hebben dat het hele woon- en zorgcentrum ziek wordt en doodgaat, maar we willen wel onze moeder comfort bieden in de tijd die haar nog rest; en onze tijd met haar. Verzet begint met het stellen van een vraag……
Haar laatste woorden vandaag waren (en dat voor iemand die WO2 meegemaakt heeft): “Ik ben 98 jaar en dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik ben mijn vrijheid kwijt.”
Nynke Hoekmeijer
Burgerplicht
Natuurlijk is er een recht op risico; men zou het zelfs een plicht kunnen noemen. Zonder het nemen van risico’s zouden we geen welvarende samenleving hebben. Een risicoloos bestaan is onmogelijk.
Vanzelfsprekend is steeds de vraag: wat is de onzekerheid en hoe groot is het bijbehorende risico? En hoe wordt risico tegen het ‘rendement’ afgewogen? Als we dit dan vertalen naar de coronacrisis, dan zijn de grootheden die op dat vlak in het spel zijn duidelijk. We praten deze weken nergens anders over.
Daarnaast is er de vraag wíe die risicoafweging maakt. In veel landen is het de overheid die dat naar zich toegetrokken heeft: via strikte maatregelen. In Nederland is er tot op zekere hoogte een rol voor de mensen zelf. Dat wordt gewaardeerd; Nederlanders zien zich graag als volwassen burgers. Maar dit brengt ook een plicht met zich mee. Die burger dient zich goed te informeren zodat de risicoafweging met voldoende inzicht gemaakt kan worden.
Op haar beurt dient de overheid, als die op dergelijk verantwoord gedrag van de burgers rekent, een optimale informatievoorziening te bieden. Op dat vlak zien we goede dingen, bijvoorbeeld de presentaties voor de Tweede Kamer, maar ook behoorlijk veel mindere zaken zoals: de trage reactie in het begin, de gebrekkige persconferenties en het gemankeerde testbeleid.
Als we als burgers de volle vrijheid willen hebben om, op termijn, zelf weer meer risico-inschattingen te maken in deze nieuwe werkelijkheid, dan dienen we uitstekend geïnformeerd te zijn én dient de overheid zich beter te kwijten van haar rol bij het vergaren van kennis en inzicht dan bij de aanvang van deze crisis het geval was.
Zonder inzicht en kennis geen vrijheid.
Henk Krijnen
Risico en vrijheid zijn elkaars vijand geworden
Risico lopen en daardoor ernstig ziek worden is iets wat nauwelijks leek te bestaan. Wilde je naar een ver land, dan waren daar die inentingen; prikjes die je beschermden. Nu zijn er geen bestaande vaccinaties en kan het risico niet weggenomen worden. COVID-19 vaccins zijn nog niet beschikbaar.
De ongrijpbaarheid van deze ‘corona-realiteit’ waardoor je, bij het doen van dagelijkse dingen, ook in Nederland besmet kan worden kenden wij niet. Wij leken ons goed te kunnen beschermen tegen ernstige besmettingen.
Het voordeel van mij leeftijd is dat het een vast inkomen geeft, maar het nadeel is dat het een groter risico met zich meebrengt. Het kunnen kiezen in hoe mijn vrijheid te besteden had leek onbeperkt, maar door het ontstane risico is het genieten van mijn verworven vrije tijd beperkt. Risico dat ik nu zou nemen kan namelijk consequenties hebben voor anderen.
Het risico nemen kan nu besmettelijk zijn en wel in de negatieve betekenis. Niet zoals bij het eigenwijs op een wiebelende trap klimmen, dan vallen en een been breken, dit is eigen risico. Alleen al geen 1,5 meter afstand houden, is nu een risico nemen voor niet alleen jezelf maar ook voor anderen.
Risico en vrijheid zijn elkaars vijand geworden.
Ingeborg Breuers
Waakhonden
Een recht is in mijn ogen iets waar we zonder meer, en zonder tegenprestatie, ‘recht’ op hebben. Zoals het recht om je leven vorm te geven zoals jij dat wilt. En het recht op zuurstof.
Vrijheid is in die zin geen recht. Voor vrijheid zijn en worden grote offers gebracht. Dat beseffen we ons maar al te goed in dit jubileumjaar, waar we 75 jaar vrijheid vieren. Ik als beroepsmilitair zie dit dagelijks om me heen. Mensen die grote risico’s nemen om het ‘recht voor vrijheid’ van ons allemaal te beschermen.
Vrijheid is de basis (Maslow). Vrijheid zodat wij als samenleving risico’s kunnen nemen. Vrijheid zodat het individu zijn recht op risico kan claimen. En zolang het individu de gevolgen van deze risico’s zelf draagt en niet de samenleving schaadt, is dat zijn goed recht. Het wordt een ander verhaal als een individu een risico neemt met verstrekkende gevolgen voor de samenleving, zoals bij de bankencrisis in 2008. Dan is het goed dat er waakhonden zijn die de samenleving beschermen.
Martin van Egmond
Aanraking is een fundamentele behoefte
Heel verontrustend vind ik het dat we in deze crisis een fundamentele menselijke behoefte aan het verwaarlozen zijn: lichamelijk contact. Aanraking door anderen is voor ons onontbeerlijk en bijna net zo belangrijk als eten, drinken en slapen. Die arm om de schouder of een zoen voor een vriend(in) die verdriet heeft of eenzaam is, kan dat nog wel? Hoe breng je je genegenheid over als je elkaar niet kunt aanraken?
Ik heb zelf een tijdje in Spanje gewerkt en ben op 19 maart terug naar huis gegaan. Omdat ik bij mijn vader woon heb ik hem eerst gevraagd of hij het goed vond dat ik terugkeerde. Gelukkig reageerde hij positief; ik kreeg een welgemeende knuffel bij het weerzien.
Als straks die vreselijke ‘anderhalve-meter-maatregel’ wordt afgeschaft vrees ik dat een groot aantal mensen hun persoonlijke-afstandsschil een stuk groter hebben gemaakt. Lichamelijk contact zal steeds ongewoner worden.
Als wij niet het risico willen lopen om elkaar aan te raken en daarmee deze menselijke oer-behoefte blijven negeren, bestaat het gevaar dat we daardoor ongelukkiger worden, ongezonder zullen leven én dat we een essentiële menselijke waarde gaan verliezen. Dat baart mij meer zorgen dan de relatief kleine kans om ernstig ziek te worden door corona.
Eppe Kerbof
Moeilijk
Het is een moeilijke tijd, ik heb moeite om nu om te gaan met zaken die normaal gewoon zouden zijn. Vrijheid bijvoorbeeld is voor mij toch wel een punt. Ieder in zijn waarde laten heb ik moeite mee, vooral als men de mijne niet erkent.
Zo werd ik bijvoorbeeld vrijdagmiddag opgebeld door een kennis. Deze mevrouw heeft gezondheidsproblemen: o.a. een spierziekte, ze kan heel slecht zien en is zeer slecht ter been. Zij kreeg bezoek van de fysiotherapeut die haar aanraadde om haar huisarts te bellen i.v.m. plekjes op haar been en armen.
De doktersassistente raadde aan foto’s te maken en die door te mailen. Dat kon ze niet vertelde ze, dus ze wilde graag een afspraak met de dokter, maar dat kon niet i.v.m. corona. Ze moest maar iemand vragen haar te helpen en na een paar telefoontjes kwam ze bij mij terecht.
In eerste instantie dacht ik: “Nee dat doe ik niet”. Ik hoorde dat ze al meerdere mensen had benaderd en ben gegaan om haar te helpen en moest onder andere haar telefoon gebruiken. Toen dacht ik: “Wie is die dokter, die nu mijn leven misschien in gevaar brengt?!” Zowel die mevrouw als ik zijn namelijk 70+.
Ik probeer zo goed mogelijk met de situatie om te gaan en neem de regels in acht. Vind het dus heel moeilijk mijn plaats en houding in deze situatie te bepalen. Vrijheid en de moraal zijn normaal gesproken geen punt, maar nu ik heb er moeite mee.
Els
Vrijwillig maar waardig sterven
Bij het recht op risico denk ik meteen aan het recht om te sterven in harmonie met je omgeving. Echter, aan ouderen wordt helemaal niets gevraagd in ‘corona-tijd’. Vóór hen wordt beslist dat ze worden opgenomen en in eenzaamheid op een IC in een gerobotiseerde omgeving overlijden. Of in hun verpleeghuis opgesloten worden: zonder contact met hun geliefden.
Terwijl er heel veel mensen zijn die hun leven voltooid achten en vrijwillig maar waardig, in harmonie met hun omgeving, willen sterven. Maar die vraag wordt hen niet gesteld (zie ook de lidmaatschapscijfers van Coöperatie Laatste Wil). Waar blijft de coronapil?
Mijn plek in het ziekenhuis sta ik graag af aan een ander. En ik hoop dat mijn wens om donor te kunnen zijn en ter beschikking te worden gesteld aan de wetenschap doorgang kan vinden: ook in corona-tijd.
Hanneke Vlutters-van’tLoo
“ Ik kies er al langer voor om absoluut niet naar een verpleeghuis te gaan en ook niet naar een IC. ”
Antwoorden die we niet durven geven
Wat zijn de risico’s voor mensen op de IC? Meestal zijn die mensen ‘kwetsbare ouderen’ boven de 70, of mensen met al meer ‘onderliggend lijden’, waar zij zonder ‘corona’ ook aan zouden sterven. Bovendien blijkt dat langer dan 2 dagen – laat staan 2-3 weken – op de IC aan de beademing, leidt tot zware nawerkingen: zowel fysiek als mentaal en emotioneel. Als je het al overleeft.
Moeten we dat deze mensen aandoen? Mógen we het deze mensen aandoen?
Dan de mensen in verpleeghuizen die geen bezoek meer mogen ontvangen en, met zo min mogelijk contact maar wel liefdevol, worden verzorgd door mensen met maskers en beschermende kleding. Voor mensen met dementie is dit zelfs vrij beangstigend. Voor hen dezelfde vragen, met moeilijke antwoorden.
Het lijkt erop dat wij die antwoorden niet durven te geven. En omdat we, vol liefde, niet willen dat oude, zieke en/of kwetsbare mensen doodgaan, hebben ze nu geen leven meer.
Ik ben nog niet ‘kwetsbaar’, maar wel bijna 70. Ik kies er al langer voor om absoluut niet naar een verpleeghuis te gaan en ook niet naar een IC. Dat is het risico waar ik voor kies, en mijn kinderen weten en respecteren dat.
Magdaleen Boskamp
Tags:#Corona#Democratie#keuzevrijheid#vrijheid
A list of posts
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.