“Vrijheid in Nederland is niet vanzelfsprekend. Je moet het koesteren en we zijn er allemaal verantwoordelijk voor.” Voorzitter Mardjan Seighali over wat vrijheid voor haar betekent.
In het beroemde Perzische kinderboek Het Kleine Zwarte Visje gaat een visje op zoek naar zijn vrijheid. Hij ontdekt al snel dat hij daarbij niet zonder de hulp van anderen kan. Het boek is bij eerste lezing een onschuldig en tamelijk simpel verhaaltje over een visje dat tegen de wens van zijn moeder en alle andere vissen eropuit trekt. Maar zo onschuldig was het niet, Samad Behranghi schreef het in 1968 met subversieve bedoelingen, was een en al kritiek op de dictatuur van de sjah. Het boek werd verboden, maar het verhaal vond zijn weg. Net als ik. In 1990 ben ik samen met mijn beide zoons gevlucht voor het autoritaire regime van Khomeini.
Eenmaal in Nederland ging ik al snel brieven schrijven. Aan mijn zwager schreef ik: ‘Bijan, je weet wat de reden is dat ik huis en haard moest verlaten. Het was niet gering. Over het leven in Nederland denk ik niet licht. Het is misschien prachtig, maar ik ben niet op zoek naar oppervlakkig geluk. Ik romantiseer niet. Je kunt hier iemand worden, maar als je er geen moeite voor doet kun je ook verdwalen in nihilisme.’ Wat ik toen ik schreef geldt nog steeds, misschien zelfs meer dan toen: wie verder wil komen heeft daar in Nederland alle mogelijkheden toe. Het is een groot geschenk van deze sterke democratie. Individuele kansen en gelijkwaardigheid gaan hier hand in hand. En toch, onze vrijheid in Nederland is niet vanzelfsprekend. Je moet het koesteren en we zijn er allemaal verantwoordelijk voor.
“ Het grootste gevaar voor onze vrijheid is gemakzucht. ”
Vrijheid moet je doorgeven, niet alleen aan de volgende generatie, maar ook aan mensen in landen waar het aan vrijheid ontbreekt. Er zal in Nederland niet snel een revolutie uitbreken of een oorlog, daar ben ik niet zo bang voor, eerder ben ik bang voor onverschilligheid. Dát is het grootste gevaar voor onze vrijheid: gemakzucht. Elk tegengeluid juich ik dan ook toe, zelfs al ben ik het er niet mee eens, alles is beter dan kritiekloos toekijken.
Sinds Corona weet iedereen wat onvrijheid betekent. We weten nu allemaal hoe het is om niet meer vrij te kunnen gaan en staan waar je wilt. Vrijheid is een grondrecht, maar laten we het niet verwarren met egoïsme. Wat me opvalt is dat in onze hunkering naar vrijheid we vooral aan onszelf denken. Mensen duiden het begrip ‘vrijheid’ vanuit hun eigen vrijheid: als ik dít mag zeggen, mag jij dát zeggen. Ik mis de dialoog. Zonder toenadering ben je snel klaar met elkaar. We luisteren niet meer naar elkaar en lijken de kracht van het compromis uit het oog te verliezen. Het compromis waarbij de meerderheid de minderheid respecteert en de minderheid zich veilig voelt tussen de meerderheid.
De schoonheid van het compromis vind ik net zo sterk als de geheimtaal van stilte. Misschien zijn we die allebei een beetje kwijtgeraakt in al het geschreeuw. Ik ben fan van stilte. Sinds mijn Iraanse tijd in de gevangenis – ik was zeventien, politiek geëngageerd en werd opgepakt – begrijp ik wat stilte is, of laat ik zeggen: de geheimtaal van stilte. Stilte helpt me om te beschouwen, om contact te maken met mezelf en te ontdekken wat ik koester, en dat is in de eerste plaats mijn vrijheid.
Die vrijheid heb ik in Nederland volop gekregen. In Nederland heb je zicht op perspectief, je kunt hier groeien en je eigen keuzes maken. Maar ik ben hier niet gekomen voor oppervlakkig geluk. Ik wil invulling geven aan mijn vrijheid. Dit deel ik met het humanisme. Humanisten stellen zich de vraag wat ze kunnen betekenen voor mensen die minder vrijheid ervaren, bijvoorbeeld omdat ze in armoede leven of opgroeien in een autoritaire omgeving. Zo heb ik ook altijd het verhaal van het kleine zwarte visje geïnterpreteerd, als een verhaal van verbondenheid. Weet je hoe Behranghi’s boek begint? ‘Belangrijk vind ik alleen of ik met mijn avonturen iets voor mijn vriendjes betekend heb.’ Vrijheid gaat niet om je eigen comfortzone, niet om je eigen koninkrijkje en eigen hachje. Vrij ben je sámen.
Mardjan Seighali (1964) groeide op in Iran en is in 1990 voor het toenmalige regime gevlucht, samen met haar twee kinderen. In Nederland is ze al vele jaren bestuurlijk actief bij diverse organisaties. Sinds november 2020 is ze voorzitter van het Humanistisch Verbond. Dit jaar verscheen haar boek Tot op de Dag.
Tags: #Corona #mardjan seighali #voorzitter #vrijheid #vrijheid van meningsuiting
A list of posts
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.