In het ideale geval vorm je samen met verzorgenden een vervangend gezin. Dat laat Robert Rosbergen (63) uit Rotterdam weten in zijn brief aan politici. “Aandacht voor elkaar is heel gewoon als je ouder wordt.”
“Mijn broer Alex kreeg op 21-jarige leeftijd een verkeersongeluk. Hij werd aangereden op een kruising door een auto die geen voorrang verleende. Daarna lag hij zes maanden in coma. De artsen gaven hem op, maar Alex stond weer op, zij het zwaar gehandicapt door verlamming en vergroeiing. Hij had een half jaar plat gelegen in het ziekenhuis en niet bewogen. Alex is nu 67 jaar en helemaal afhankelijk van de rolstoel. Drie keer per week zoek ik hem op in het verpleeghuis of neem hem op sleeptouw. Mijn andere broers hebben minder contact met hem. Alleen zijn jongste broer bezoekt hem regelmatig. Ik ben de mantelzorger.”
Meisje
“Mijn ouders hadden graag een meisje gehad, maar kregen vijf jongens. Ik maak weleens het grapje dat ik het meisje had moeten zijn in ons gezin. Toen mijn moeder vroeg kwam te overlijden, hielp ik mijn vader thuis. Ik had het er moeilijk mee dat iedereen op een gegeven moment zijn eigen leven ging lijden. Ik wilde dat we een gezin bleven.”
Lieve jongen
“Ik ben zelf als zoon van een DES-moeder onvruchtbaar en kinderloos gebleven. Mijn behoefte om te zorgen heb ik op mijn broer gericht. Voordat hij het ongeluk kreeg, stond hij heel actief in het leven. Hij werkte net als ik in de Rotterdamse haven en controleerde scheepsladingen. We waren maten. Het is nog steeds een lieve jongen, maar het is moeilijk een gesprek met hem te voeren. Zijn korte termijn geheugen is slecht. Het liefst maakt hij grapjes. Alles wat met liefde en betrokkenheid te maken heeft, probeert hij van zich af te schuiven.”
Een andere Alex
“Hij durft zich niet te hechten, omdat hij bang is verlaten te worden. Dat is althans mijn theorie. Voor hem zou het heel goed zijn als de mensen om hem heen, in zijn huis een gezin met elkaar zouden vormen, een vervangend gezin. Meer persoonlijk contact. Meer aandacht voor elkaar. Ik zou zó graag willen dat verzorgenden hem als een soort zoon of oom zien en een arm om hem heen slaan. Ik heb altijd het gevoel dat het zorgpersoneel dat wel wil, maar er is bijna geen ruimte voor. Een keer per jaar gaat hij een week begeleid op vakantie. Dan zijn er maar liefst vier vrijwilligers per deelnemer. Na afloop is het een hele andere Alex.”
Veramerikanisering
“Ik zie een zekere veramerikanisering van de Nederlandse zorg. Zorginstellingen en verzekeraars zijn zo bang voor missers van het personeel en claims dat er overdreven veel regels zijn bedacht. Als Alex geen thee drinkt, moet er al een notitie gemaakt worden dat hij minder vocht tot zich heeft genomen. Het is een soort juridisch spel geworden. Vroeger werd er een krabbel gezet als de medicijnen waren rondgebracht. Nu zie je zorgpersoneel veel achter hun pc zitten om elke handeling vast te leggen. Interactie moet belangrijker worden.”
Kentering
“Ik ben optimistisch. Na de oorlog zijn er veel mensen geboren, maar na 1959 steeds minder. Door de vergrijzing van de babyboomers staat nu alles op scherp en is er veel aandacht voor de ouderenzorg en wat er allemaal beter kan. Daar heeft de generatie na ons ook wat aan. Het Gouden Pact draagt bij aan die kentering, aan die bewustheidsvorming. Je kunt niet met z’n allen naar de voordeur van de minister lopen.”
Houdbaarheidsdatum
“Als ik 72 word met mijn manier van leven ben ik heel blij. Ik ben gezet en belast met een hoge bloeddruk. ‘Doe wat aan je gewicht zegt de dokter.’ Ik heb een lieve partner, een fijn huis. Waarom moet ik mijn leefstijl aanpassen? Ik kan ook tegen een boom rijden dan word ik niet ouder dan 63. Er staat nergens als je geboren wordt wat je houdbaarheidsdatum is. Ik laat het maar op me afkomen en pluk de dag. Mocht ik ooit in een verzorgingstehuis terecht komen en ik ben nog goed in mijn hoofd, dan hoop ik dat ik met de mensen om me heen een gezin kan vormen.”
Alex Rosbergen woont in een Humanitas-huis en kun je zien in dit Gouden Pact-filmpje. Hij heeft een rode trui met witte strepen aan.
Robert Rosbergen begon zijn carrière in de Rotterdamse haven. De laatste jaren werkte hij als software coach. Sinds 1984 is hij getrouwd met Marian en samen zijn ze kinderloos gebleven. Hij schrijft en rijmt graag en is als vrijwilliger werkzaam in het Duurzaamheidsplatform en bij een stichting die een oude graanmolen draaiende houdt.
De serie
Lees alle interviews in deze serie
Het Gouden Pact
Hoe wil je ouder worden? En wat draagt bij aan een samenleving waarin iedereen volwaardig meedoet? Deze vragen stellen we in deze serie aan tien humanisten. Zij maken deel uit van een groep van meer dan 200 mensen die een persoonlijke brief stuurde aan politici om het Gouden Pact onder de aandacht te brengen bij de toekomstige politieke leiders van ons land. Het pact is een pleidooi voor meer zeggenschap van ouderen zelf, bij leven en bij waardig sterven. En voor waardige en beter georganiseerde ‘immateriële’ zorg in verpleeghuizen en daarbuiten.
Het Gouden Pact voor de Zorg is een initiatief van het Humanistisch Verbond, de Universiteit voor Humanistiek, Humanitas en een aantal humanistisch geestelijk begeleiders.