“Voor mij staat één ding voorop: vrijheid”

Door een wetswijziging is het sinds kort mogelijk om ook doodgeboren kinderen in te schrijven in het bevolkingsregister, de Basisregistratie Personen (BRP). De wijziging komt tegemoet aan de wens van ouders van wie het kindje levenloos ter wereld is gekomen, en is een erkenning van het gemis dat ouders kunnen ervaren.

Nu wil het geval dat een vrouw een foetus heeft laten inschrijven. In het EO-programma NieuwLicht vertelt de vrouw spijt te hebben van haar abortus. Met hulp van advocaat Don Ceder heeft zij de foetus op laten nemen in het bevolkingsregister. Deze registratie is volgens Don Ceder, ook Christen Unie-raadslid in Amsterdam, een signaal voor de politiek. Er zou ook weer eens naar de abortuswet moeten worden gekeken, zegt hij tegen het Reformatorisch Dagblad.

Roos Schlikker is columnist en voorvechter van de wetswijziging om ook doodgeboren kinderen te kunnen registeren als daar behoefte aan is. Op ons initiatief reageert zij nu op het nieuws.

Schlikker: “In mijn ogen worden op een oneigenlijke manier twee discussies vermengd, namelijk het recht op abortus en het recht om verdriet te hebben over een overleden baby, en dat verdriet in de boeken te willen laten opnemen.

Voor mij staat in deze kwestie slechts één ding voorop: vrijheid. De vrijheid om een kind te houden, de vrijheid om abortus te plegen, de vrijheid om een kind te registreren en de vrijheid om dat eventueel niet toen. Dit zijn individuele keuzes. De vrijheid op abortus hadden we gelukkig al. De vrijheid van registratie was er niet en is er goddank met de wetswijziging gekomen. In mijn ogen mag aan beide vrijheden niet worden getornd.”

Het Humanistisch Verbond ondersteunt het standpunt van Schlikker. De registratie van een vrucht na een abortus en de erkenning van de staat dat die vrucht voor de vrouw (een bepaalde vorm van) leven heeft gehad, is een erkenning van het principe van keuzevrijheid. Het principe van keuzevrijheid moeten we blijven koesteren.