Als iets de afgelopen dagen tot me doordringt is dat ik een ongelooflijk provinciaaltje ben en een huisje-boompje-beestje-humanist. Ik besef pas nu hoe ongelooflijk ondermijnend ons wereldbeeld is. Toni, de Amerikaanse spreker, wilde wat videoclips maken van de deelnemers waarop ze iets zouden zeggen over humanisme en atheïisme. Maar de meesten waren terughoudend en afwerend.

‘Ja’, zei ze naderhand, ‘ik realiseerde me niet dat ze thuis gevaar kunnen lopen.
Ik doe het maar niet.’Humanisme is in veel landen zeer ondermijnend voor de zittende autoriteiten of die nu van politieke of religieuze signatuur zijn. In Rusland is het al niet anders. Geregeld valt in de ‘vrije zone’ van het Humanist House de naam van de nummer één van Rusland. Onze gastheer V.: ‘De repressie in Rusland neemt erg toe. De Leider staat steeds minder oppositie toe. De vrijheid van meningsuiting wordt ernstig ingeperkt. Je kunt verboden worden, opgepakt en hele hoge boetes krijgen die een gewoon mens niet betalen kan. En wat je nu ook ziet is dat de orthodoxe kerk en de staat nauwer en nauwer verweven raken.’ Ik vraag hem hoe dat kan. ‘Wel,’ zegt V. ‘De Leider heeft geen ideologie en maar heeft dat wel nodig. Hij vindt het in de orthodoxe kerk. En de kerk laat zich dat maar al te graag welgevallen… in ruil voor meer macht.’

Geen zoete levenskunst

Het is me duidelijk humanisme is in de meeste landen geen zoete levenskunst of relativistisch geneuzel. Het gaat daar om het kritische denken en de twijfel om daarmee wereldse en religieuze leiders om de oren te slaan. En dat is beslist niet risicoloos. In zulke landen heb je wat ze noemen civil courage nodig: burgermoed.

Na Rusland moet ik leren leven met de gedachte dat het humanisme begint met het trekken van een lange neus en het opsteken van een dikke middelvinger. Wie ben jij dat jij dat vindt!