“Ik was een paria. De maatschappij keek op me neer en dat kon ik me zelfs nog goed voorstellen ook. De enige troost die ik had was de heroïne,” aldus James Bowen. Het keerpunt was het moment waarop hij besloot een gewonde kater te verzorgen. Tijd om te kiezen dus.

Inmiddels domineert hij met zijn boek over de bijzondere relatie tussen hem en zijn kat Bob al meer dan een jaar de Engelse bestsellerslijsten. In Londen praat hij met gastredacteur van het Humanstisch Verbond Erik Ouwerkerk over het maken van keuzes en de moed om te veranderen.

Moed

“Ik was verslaafd, zelfvertrouwen had ik niet en ik schaamde me voor mijn verslaving, vertelt Bowen. Maar op een dag verzamelde hij al zijn moed en zocht hulp. “Moed is denk ik essentieel als je keuzes maakt. Je weet namelijk nooit wat je te wachten staat. Gelukkig vond ik mensen van de verslavingszorg die me hielpen met methadon en een woning. Ik ging mijn eigen geld verdienen door zelf door op straat muziek te maken. Een groot verschil met de tijd waarin ik onder bruggen sliep en eten uit de vuilnisbakken at: ik begon me bijna een respectabele burger te voelen.”

Menswaardig bestaan

Toch was er nog geen sprake van een volledig menswaardig bestaan. Volgens de theorie van Maslow had Bowenal een stevige basis: hij had te eten en drinken en een veilig onderkomen. Maar ‘voltooid’ was deze piramide bij lange na niet.

“Ik bleef op de been maar was eenzaam. Ik kwam elke avond thuis in een leeg huis om daar vervolgens wat t.v. te kijken. Echte contacten had ik niet en in elke winkel werd ik nog steeds met argusogen bekeken. Zonder het respect van anderen kon ik maar moeilijk respect voor mezelf ontwikkelen en bleef de verleiding van de straat groot.”

Totdat hij op een dag een kater vond in de portiek. Gewond en vermagerd lag hij op een deurmat. 

Vertrouwen

Bowen: “Ik verzorgde hem en bracht hem naar de dierenarts. Hij knapte op en ik verwachtte dat hij weer zijn eigen weg zou gaan. Dat zou beter zijn, hield ik mezelf voor. Want als ik nauwelijks voor mezelf kon zorgen, hoe zou ik dat dan wel voor iemand anders kunnen doen? Maar Bob, zoals ik hem heb genoemd, dacht daar anders over en volgde me overal. Hij had blijkbaar vertrouwen in mij. “

Dat vertrouwen gaf me een ongelooflijke impuls. Ik nam voor het eerst in mijn leven de verantwoordelijkheid om voor iemand anders te zorgen. Dat was de beste beslissing van mijn leven. Ik werkte voortaan ook voor zíjn kattenvoer, voor zíjn dak boven zijn hoofd. Ik deed het allemaal uit liefde. Maar ik heb veel meer gekregen dan ik gegeven heb. Doordat we samen veel bekijks hadden op straat haalde ik meer geld binnen. Mensen knoopten een praatje met me aan en mensen zagen ons graag. Door Bob besloot ik bovendien helemaal af te kicken. Want ik was nog steeds verslaafd, al was het dan aan methadon. Ik vond dat Bob een betere baas verdiende.”

Bowen vatte vervolgens de moed op om anderen om hulp te vragen. “Dat anderen iets voor mij wilden doen heeft heel veel voor mij betekend en gaf me de kracht om verantwoordelijkheid te nemen voor iemand anders te zorgen. Ik zeg altijd dat Bob m´n leven heeft gered. Dankzij de mensen van de verslavingszorg ben ik nog in leven, maar door Bob ben ik pas echt mens geworden: ik voel waardering en sta in contact met anderen. “

Bowen wil met zijn boek weer wat terug doen voor de maatschappij en de dieren en hij kan plannen maken. “Zo blijft er een constante uitwisseling van geven en nemen. Of geven en ontvangen, dat klinkt eigenlijk beter.´

Door Erik Ouwerkerk