Henk Blanken heeft de ziekte van Parkinson en wil euthanasie als hij dement wordt. Hij is niet vrij om over zijn eigen dood te beslissen. Daarom komt hij met een manifest: Mijn dood is niet van mij. Wij vragen drie deskundigen te reageren op zijn manifest.
Suzanne van de Vathorst is bijzonder hoogleraar Kwaliteit van de laatste levensfase en van sterven bij het AMC: “De achterblijversclausule vind ik een goed idee. Allerlei beslissingen, bijvoorbeeld om een behandeling te staken, mogen naasten al voor je nemen. Waarom mag deze beslissing dan niet als je expliciet iemand hebt aangewezen die je vertrouwt in die beslissing? Het blijkt wel dat Blanken een goede verhouding heeft met zijn naaste. Niet iedereen heeft dat. En ik weet ook niet hoe het in de praktijk zal uitpakken. Bij de machtiging moet duidelijk zijn dat je die vanuit vrije wil doet en dat je goed begrijpt wat je iemand daarmee vraagt.
De euthanasiewet hoeft niet te worden aangepast, die zit best slim in elkaar. Het probleem zit in de bereidheid van artsen om uit te voeren. Die is kleiner dan de vraag van patiënten. Daar stokt het. Euthanasie is geen recht van de patiënt en geen plicht van de dokter. Dokters zijn net mensen. Ze zitten vol met opvattingen en ideeën over hoe je met de dood om hoort te gaan en soms leggen ze die aan hun patiënten op.
Mijn dood is niet van mij
Henk Blanken heeft de ziekte van Parkinson en wil euthanasie als hij dement wordt. Hij is niet vrij om over zijn eigen dood te beslissen. Dat moet anders.
Maar Blanken gaat nog verder. Hij vindt niet alleen dat iemand het verzoek voor je mag doen, hij vindt ook dat iemand het je mag toedienen. Hulp bij zelfdoding door een niet-arts zou in theorie uitkomst kunnen bieden voor het verschil in ‘vraag en aanbod’. Maar dat vind ik ingewikkeld.
Het helemaal zelf kunnen beschikken over een dergelijk middel – misschien zijn het mijn eigen angsten -, maar ik zie allerlei beren op de weg. Hoe voorkom je dat het niet in verkeerde handen valt, hoe zorg je ervoor dat het niet onder dwang wordt toegediend, dat het niet in paniek wordt ingenomen? De zorgvuldigheid is bij de huidige procedure goed gewaarborgd. Die laat je dan los omdat je vindt dat zelfbeschikking zwaarder moet wegen. Daar zit een spanning. Achter het legaliseren van hulp bij zelfdoding in specifieke situaties, punt twee van het manifest, sta ik dan ook niet honderd procent.
Niet langer verschuilen achter abstracties
Hoe dan ook vind ik het ontzettend goed wat Henk Blanken doet. Hij voert de discussie op een andere manier. Onlangs vroeg ik hem om in het AMC zijn verhaal voor een zaal zorgverleners te doen. Dat heeft iets teweeg gebracht. Hij spreekt over zijn eigen situatie, over zijn angsten, zijn verhaal. Ik denk dat als hij er niet was geweest het debat anders was gevoerd: harder en op basis van allerlei veronderstellingen. Henk vermenselijkt het debat. Je kan je niet langer achter abstracties verschuilen. Als het ver weg en abstract is, is het ook makkelijker om karikaturen te maken of bepaalde opvattingen te negeren. Dat kan niet als hij daar staat. Ik denk dat de meerderheid van de aanwezigen er die avond thuis over hebben gehad.”
Het Humanistisch Verbond strijdt voor een menswaardig levenseinde voor iedereen, en we stimuleren het gesprek over de dood. Want bij een goed leven hoort een goede dood. We agenderen, brengen persoonlijke verhalen, achtergrond en helpen je grip te krijgen op hoe je kijkt naar je eigen levenseinde. Vind hier ons dossier.
Je las de reactie van Suzanne van de Vathorst. Lees hier de reactie van Hans van Dam op het manifest Mijn dood is niet van mij. Van Dam is hersendeskundige en publicist: “Zie de dood toch niet als iets exceptioneels.” En hier die van Ton Vink, schrijver en hij en voert een filosofische praktijk voor levenseindevragen. “Neem je eigen verantwoordelijkheid.”