Leeftijd is een achterhaalde en discriminerende manier om de maatschappij in te richten, vindt gerontoloog Jan Baars. Als protest hiertegen houdt hij op donderdag 10 mei een niet-afscheidsrede onder de titel ‘Frictions between age-related rules and (inter)personal meanings in aging’ bij de Universiteit voor Humanistiek (UvH).
Baars is bijzonder hoogleraar gerontologie aan de UvH en hij wíl helemaal niet stoppen met bezoldigd werk, maar wordt daar door zijn cao toe gedwongen. Per jaar gaan er ongeveer 100.000 65-jarigen met pensioen.
“Ik kan overigens doorwerken doordat een stichting mij betaalt. Het het punt is natuurlijk dat ik zelf de vrijheid wil hebben te kunnen kiezen of ik wel of niet door wil werken.”
Pensioenplicht
Dat het pensioenrecht een pensioenplicht is geworden in Nederland is Baars een doorn in het oog. De oorzaak daarvan is een ouderwetse, leeftijdsgebonden organisatie van de levensloop. ”Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw halen velen de pensioengerechtigde leeftijd in steeds betere gezondheid. Fysiek kunnen mensen dus steeds langer doorwerken. Leeftijd is allang niet de belangrijkste indicator voor gezondheid meer; de belangrijkste verschillen in gezondheid en levensomstandigheden hebben niet zozeer met leeftijd te maken, maar meer met opleidingsniveau en sociaal-economische achtergronden”, weet Baars.
Idealisering van de jeugd
De leeftijdsgebonden ordening heeft ook invloed op ideeën over ouderdom en de mogelijkheden van ouderen mee te doen in de samenleving. Baars ziet idealisering van ‘de jeugd’ als een probleem. “Daardoor worden mensen steeds eerder oud gevonden en dat leidt tot discriminatie op de arbeidsmarkt. Als je boven de 40 bent, ontstaat er al een probleem als je je baan verliest. Want werkgevers hebben een negatief beeld hebben van veertigplussers. Ze denken dat ze minder productief, minder flexibel en duurder zijn.”
Er is in het huidige onderzoek geen enkele aanwijzing dat dit klopt, denkt Baars. Het gevolg van het gebrek aan arbeidsparticipatie is dat ouderen niet in staat zijn deze negatieve beeldvorming te herstellen. “Het enige dat ouderen kunnen doen is eens in de vier jaar stemmen. Via hun werk kunnen ze geen invloed uitoefenen.”
Brede ervaring
Ouderen bezittten vaardigheden waar de maatschappij veel aan kan hebben. Baars: “Ze hebben een brede ervaring en kunnen beter inschatten of zogenaamde veranderingen ook echt een verschil maken. Vaak hebben ze een meer ontwikkeld vermogen om complexe zaken te beoordelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan rechters die algemene regels moeten toepassen in bijzondere gevallen waarbij veel ervaring nodig is. ”
Verdeling van stress
Baars pleit voor langer werken en een betere verdeling van stress over de levensloop. “De huidige leeftijdsgebonden indeling van de levensloop betekent dat degenen die dat nauwelijks nog kunnen, moeten blijven werken, terwijl dit onmogelijk wordt gemaakt voor degenen die graag (aangepast) door willen werken. Daarmee creëer je problemen die er niet hoeven te zijn. Je reduceert dan het leven van ouderen tot consumeren. Ik pleit voor een flexibele inzet van oudere werknemers waarbij hun ervaring recht wordt gedaan en mensen gestimuleerd worden productief te blijven. Waarbij je als oudere ook in contact blijft met jongeren en de verschillende generaties niet van elkaar worden gescheiden.”
De kunst van het ouder worden is een van de thema’s in het Meerjarenbeleidsplan 2012-2017 Inspireren en Verbinden
Jan Baars houdt zijn niet-afscheidsrede op 10 mei in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, Domplein 29, om 16.15 uur. Voorafgaand aan de rede vindt er van 10 tot 15 uur een internationaal symposium plaats.