Seculieren dringen religieuzen steeds verder in het nauw, vinden gelovigen. ‘Christenpesten’ wordt het genoemd, onder meer door SGP’er Bisschop. Voorzitter Boris van der Ham reageert in Trouw. “Onzin, ik ben niet tegen religie, ik ben vóór vrijheid.” Van der Ham debatteert op 28 januari vanaf 20.00 uur in De Rode Hoed hierover.
Hij gaat in discussie met onder andere rabbijn Tamarah Benima en filosoof Govert Buijs. Van der Ham vindt het ‘christenpesten-verwijt’ onzinnig. “Sommigen zeggen dat we richting een Frans model van laïciteit (red. scheiding kerk en staat) evolueren, waarin religie krampachtig buiten de straat wordt gehouden. Het boerka-verbod is een van de weinig voorbeelden waar je dat van zou kunnen zeggen. Maar gek genoeg komt dat van het CDA, en bijvoorbeeld niet van Groenlinks en D66. Voor de rest zie ik die trend niet. Die zou ook haaks staan op onze Nederlandse cultuur: we zijn nu eenmaal niet op ons mondje gevallen en wensen onverbloemd voor onze mening uit te komen, religieus of niet religieus.”
Niet achter de voordeur
Dus nee, religie hoeft niet achter de voordeur. “Want vrijheid van meningsuiting houdt juist in dat je je mening kunt uiten. Waar moet dat anders dan in het publieke domein? Dat is de arena waar meningen met elkaar botsen”, aldus Van der Ham.
Interviewer Wilfred van de Poll is kritisch. Verwart Van der Ham vrijheid van meningsuiting niet met vrijheid van godsdienst?
Van der Ham: “Die twee liggen voor mij heel dicht bij elkaar. In een vrij land mag iedereen geloven, doen en zeggen wat hij of zij wil, zolang dit de vrijheid van de ander maar niet schaadt. Want die ander is er, en daar heb je rekening mee te houden. Zodra je de voordeur achter je dichtslaat en je je op straat begeeft, ben je aanspreekbaar op je gedrag en op je woorden. Dus: nee, godsdienst hoeft niet achter de voordeur te verdwijnen, maar gelovigen moeten ook niet klagen als ze kritiek krijgen. Dat geldt trouwens ook voor een humanist, een vrijzinnig-gelovige of atheïst. Mijn punt is dat je opvattingen of gebruiken niet kunt voortrekken vanwege het simpele feit dat die `religieus´ zijn. Waar religie een voorkeursbehandeling krijgt, kom ik in het geweer.”
Rituele slacht
Wanneer? Nou, bijvoorbeeld als het gaat om rituele slacht.
Van der Ham:”De afgelopen decennia groeide gelukkig het besef dat ook dieren recht hebben op een aantal welzijnseisen. Het is op zich heel raar dat je minder dierenwelzijn zou mogen betrachten, puur en alleen omdat jouw manier van slachten `religieus´ is. Alsof iets `religieus´ noemen je ontheft van de plicht argumenten te geven. Als een koe meer lijdt doordat hij ritueel geslacht wordt, dan hebben wij als samenleving toch op te komen voor die dieren. Dat een oud boek zegt dat je het zo moet doen, mag niet de discussie op slot gooien.”
Nieuw evenwicht
Van der Ham constateert dat de samenleving zoekt naar een nieuw evenwicht om met religie in de publieke sfeer om te gaan. Want de samenleving is nu eenmaal drastisch veranderd. Kerken en christelijke partijen hebben flink ingeboet aan invloed, meent hij.
“Mensen voelen zich minder verbonden aan instituties en winkelen in levensbeschouwingen. De islam in Nederland geeft nieuwe spanningen rond kwesties van kerk en staat. En er zijn heel veel mensen die niet-religieus zijn, maar wel nadenken over kwesties van leven en dood. Zoals humanisten. Soms is het debat ongemakkelijk. Alleen al omdat mensen zich eigenlijk niet willen verdiepen in andermans mening. Hoe pluriformer de samenleving wordt, hoe consequenter je als overheid moet zijn in het bieden van een gelijk speelveld. De overheid benadrukt haar neutraliteit, niet om religie uit te bannen, maar om diversiteit te kunnen waarborgen.”
Religie als individueel recht
“Mijn uitgangspunt is altijd: religie is een individueel recht. Wat je denkt mag je uiten, ook buiten de voordeur”, vindt Van der Ham. “Maar het is geen collectief recht: alsof je, zodra je het een religie noemt, een muurtje om je gemeenschap mag bouwen waarbinnen de overheid niks meer te zeggen heeft en waar de individuele rechten van mensen niet meer zouden gelden.”
Van der Ham heeft een principiële, individuele visie op geloofsvrijheid. “Als meisjes uit vrije wil een hoofddoek willen dragen, prima. Dat is hun recht, ook op straat of in de winkel of op school. Maar als op het schoolplein andere moslima´s, die er voor kiezen geen hoofddoek te dragen, onder druk worden gezet die ook te dragen, dan staat dat haaks op individuele geloofsvrijheid. Ik vind het mooi als bijvoorbeeld Andries Knevel als orthodoxe christen toch de vrijheid voelt om de evolutietheorie aan te hangen. Ik ben niet tegen religie, ik ben vóór vrijheid.”
Het volledige interview (1250 woorden) verscheen op maandag 28 januari in Dagblad Trouw.