“De wind van morgen blaast morgen.” Een deel van dit prachtige Japanse gezegde is gebruikt voor de titel en geeft de levensvisie van de schrijver weer. Arjen Sevenster, wiskundige, Japanoloog, uitgever, schrijver en dichter, krijgt de diagnose: uitgezaaide prostaatkanker. Een donderslag bij heldere hemel. Hij heeft nog weinig jaren meer te gaan. 

Hij houdt zijn familie en vrienden via zijn ‘levenskronieken’  precies op de hoogte van het verloop van zijn ziekte. Hij deelt hierin zijn gedachten, observaties en gevoelens met zijn dierbaren via proza ondersteund door gedichten van eigen hand. 

Zijn boek is ingedeeld op basis van de fases van zijn behandelingen: chemo 1 t/m 6 en daarna controle 1 t/m 12. De rode en witte bloedlichaampjes, bloedplaatjes, bloed- en PSA-waardes, uitzaaiingen, botscans en chemokuren worden ineens belangrijke woorden. Hij kan er op een praktische manier de humor van inzien: 

De kwade cellen verbeeld ik mij
als jongens voor het speelkwartier, 
een horde, die naar buiten stormt
en zich over het plein verspreidt. 

Even iets over de achtergrond van de schrijver en zijn vrouw Lydia. Zijn vrouw Lydia staat in dit hele proces aan zijn zijde, zij is de organisator rond zijn ziekte. Arjen en Lydia zijn in 1974 als student naar Japan gegaan. Arjen met een studiebeurs om aan een wiskundig proefschrift te werken, Lydia maakte als aankomend bioloog haar studie daar af en gaf les. Ze zijn vijf jaar in Japan gebleven, achteraf hun dierbaarste jaren, waar ze in hun gesprekken in deze moeilijke tijd nog vaak op terugkomen. De Japanse cultuur en het zenboeddhisme vinden we terug in zijn gedachten en gedichten. Terug in Nederland stichten ze een gezin en krijgen drie kinderen. 

Zijn stijl in het boek is zeer precies en analytisch, samenhangend met zijn wiskundeachtergrond, maar tegelijkertijd ook gericht op de spirituele aspecten van het leven. Zijn creativiteit en verbeelding spreken voor zichzelf. Een zin uit een gedicht:  

Ik heb het mij misschien verbeeld,
maar het was alsof
de smalle monden van de voegen
mij iets te zeggen vroegen 

Daarbij is zijn positieve benadering van het verloop van zijn ziekteproces iets wat mij aangrijpt. Hij hecht aan de ene kant sterk aan het protocol dat de behandeling van zijn ziekte met zich meebrengt, maar vindt anderzijds daarin ook de kracht om in vrijheid zijn eigen weg te gaan. Aangepast aan de fases van het verloop van zijn ziekte, dat wel.  Een keuze van zijn uitspraken: Het gaat zoals het gaat,  Ik ben het proces en Ik bevind mij in het oog van de orkaan, Lydia moet zich staande houden in de storm.”.

Lydia en hij herinneren elkaar er dagelijks aan dat: het leven verder gaatAllebei gaan ze zoveel mogelijk door naast de vele ziekenhuisafspraken, chemokuren, bloedprikken en andere medisch perikelen. Ze proberen ‘met de stroom mee te gaan’ , ‘in het nu te blijven. Het mooie is dat hen dat nog lukt ook. Tot bijna de laatste dag blijft Arjen trouw aan zichzelf en zijn werk als schrijver en dichter. Lydia heeft haar eigen bedrijf met haar leerlingen. En in haar schaarse vrije tijd, volgt ze haar eigen pad, voor zover mogelijk. Ze zou de zwaarte van zijn ziekte, zonder haar afleiding’, zoals ze het zelf noemt, niet volhouden. 

De vele herinneringen die in het boek voorkomen, zijn vaak gekoppeld aan het heden: bijvoorbeeld een brug in Leiden, waarop hij Lydia ontmoet heeft. Het leven nu zou totaal anders gegaan zijn als dit niet had plaats gevonden: Japan, waar Lydia en hij gewoond hebben, hun manier van leven daar, de andere cultuur, het spirituele. Het heeft een diepe invloed op hun verdere leven gehad. Knap is de manier waarop Arjen spiritualiteit verbindt met de praktijk.  

Een verhaal dat Arjen aanhaalt in zijn levenskroniekeneen man komt bij Boeddha met in de ene hand een gouden ring en in de andere een diamant. Hij moet ze van Boeddha allebei laten vallen en de man voelt zich daarna erg opgelucht! Arjen past dit toe en schrijft: “Loslaten dus en vooral niet wat ik de afgelopen maanden heb laten vallen weer oppakken, er het stof van afblazen en doorgaan alsof er niets gebeurd is.”

In deze fase proberen zij uit het leven te halen wat er voor hen samen nog inzit: reizen naar Chicago en Japan, veelvuldig samenzijn met kinderen en kleinkinderen. Alle verjaardagen meevieren en veel koffiedrinken.

Zijn beschrijvingen zijn doorspekt met prachtige gedichten, die hij aanvankelijk bespreekt met Kieki, de dichteres Margaretha Vasalis, waarin de dood vaak voorbij komt: de dood van zijn vader, zijn moeder, de poes, vrienden en natuurlijk zijn eigen dood. De manier waarop hij de dood in zijn gedichten beschrijft, is altijd weer verschillend. Een voorbeeld: zijn moeder is net overleden en Arjen gaat met haar koffie drinken. In zijn verbeelding lopen soms leven en dood door elkaar: 

‘Koffie,’ vroeg ik, 
‘met iets erbij?’ ‘Neem jij gerust
zei ze, maar ik…’ 

En toen met iets afwezigs in haar blik:
‘Geen koffie meer voor mij.’ 

De manier waarop Arjen naar de gebeurtenissen om zich heen kijkt, zijn vlijmscherpe observaties en zijn humor hebben altijd de toon van mildheid met de dingen om zich heen. Ook uit ‘dagelijkse ontmoetingen’haalt hij zijn optimisme en bekijkt met humor de mensen en dieren die hij tegenkomt. En vooral kan hij er, ondanks zijn steeds slechtere conditie, van genieten. Als hij toe is aan de overgave aan zijn eigen dood, organiseert hij dat samen met Lydia. Hij kon afhankelijk zijn zonder de regie over zijn leven te verliezen en wist: nu is het genoeg. Hij neemt afscheid van zijn dierbaren. 

Het boek heeft mijzelf een gevoel van troost in leven en leren sterven gegeven. Vooral het genieten want ondanks alles bleef  Arjen genieten van het leven,  tot op het laatst: Ik genoot van het mooie weer: de frisse lucht op mijn gezicht, de gele roos, enigszins verwaaid in een voortuin. En, terwijl hij aan bed gekluisterd was:  een paar vogels die voorbijvliegen, sommige in glijvlucht, andere gepreoccupeerd als ijlboden, de vogeloogjes gericht op een voor ons onzichtbaar doel.”. 

Ik zou zeggen: leest u dit prachtige boek zelf.  

Arjen Sevenster, De wind van morgen (april 2020). 

 

 

Lydia GP klein

“Dan ga je nu precies doen wat jij wil”

Een interview met Lydia Sevenster – van der Lelie, over hoe het voor haar was om het ziekteverloop van haar man mee te maken.

VRIJ OM OVER JE EIGEN DOOD TE BESLISSEN

Het Humanistisch Verbond strijdt voor een menswaardig levenseinde voor iedereen, en we stimuleren het gesprek over de dood. Want bij een goed leven hoort een goede dood. We agenderen, brengen persoonlijke verhalen, achtergrond en helpen je hoe om te gaan met het levenseinde. Lees hier wat wij doen en waarom.