Direct naar de inhoud
Word lid

Geloven in de rechtsstaat: lezing prof. Boutelier 

Type content: Nieuws Categorieën: Polarisatie en verbinding Gepubliceerd op:

Hoe kunnen we, in tijden van polarisatie, omzien naar elkaar? Volgens prof. dr. Hans Boutelier is het belangrijk om te blijven geloven in de rechtsstaat. Een geloof dat prima naast andere geloven kan bestaan, en ze zelfs samenbrengt.

Samen met andere levensbeschouwelijke organisaties organiseert het Humanistisch Verbond jaarlijks de bijeenkomst In Vrijheid Verbonden, waar we de vrijheid om (niet) te geloven vieren. Dit jaar onderzochten we hoe we, in tijden van polarisatie, kunnen omzien naar elkaar. Prof. dr. Hans Boutelier, bijzonder hoogleraar Polarisatie en Veerkracht, ziet het antwoord in ‘Geloven in de rechtsstaat’. Hier kun je zijn lezing integraal teruglezen.

Koninklijke hoogheid, geachte aanwezigen,

‘Iedere openingszin is gelijk al beladen,’ dacht ik bij de voorbereiding van deze lezing. De gewelddadigheid en de complexiteit van conflicten, de sociale spanningen in de samenleving – ze geven het gevoel er beter maar het zwijgen toe te doen. Zoals in vredesmarsen of bij demonstraties tegen zinloos geweld. Ik ervaar vaak vooral nietigheid: de problemen zijn te groot. Ik zal vast niet de enige zijn. Het maakt het belang van deze bijeenkomst kleiner – ‘wat kunnen we in vredesnaam betekenen?’- maar ook groter: ‘we móeten, zeker in dit IVV-verband!’

We moeten met elkaar nadenken over ‘de toestand in wereld’ en in gesprek blijven om in onze Nederlandse context de vrede te bewaren. Juist u, als vertegenwoordigers van waardengedreven organisaties, dient zich te laten horen. Niet omdat u de waarheid in pacht heeft, maar omdat u in elkáar het belang van de rechtsstaat herkent. Ik verklaar mij nader.

Polarisatie  

Het woord polarisatie valt al snel en vaak bij de minste of geringste conflicten. Misschien wel wat te snel. Laat ik er daarom, op basis van wetenschappelijke literatuur, iets preciezer over zijn. Polarisatie is er niet van de ene dag op de andere, zij groeit – geleidelijk. Verschillen tussen groepen zijn er nu eenmaal, dan het gaat al gauw over ‘wij’ en ‘zij’. Dat is menselijk, zo erg is dat niet.

Wij/zij-denken kan leiden tot tegenstellingen en conflicten – ook daarvan kan een vitale democratie veel hebben. Zij gedíjt zelfs bij verschil van mening. Er ontstaat wél een probleem als er ‘een vijand’ opduikt. ‘De vijand’ is een belangrijk begrip in de politicologie. Een vijand wil je niet zien, niet spreken, die wil je verbannen, ontmenselijken, elimineren – we zijn er op onze schermen dagelijks getuige van.

Het verbranden van een voor velen heilig boek – dat is échte polarisatie.

Toch zijn ook gevoelens van vijandigheid niemand geheel vreemd – dat je iemand nooit meer wil zien of spreken. Maar als vijandigheid overgaat in fysieke acties of uitgroeit tot een beweging, dán wordt het menens. Dat is échte polarisatie. Met een fakkel in de tuin van een politicus staan – dat is échte polarisatie. Het verbranden van een voor velen heilig boek – dat is échte polarisatie. Opponenten het woord ontnemen, cancellen – dat is échte polarisatie.

Dat soort acties en bewegingen zijn er niet zomaar. Ze kunnen worden gevoed en ze kunnen worden bestreden. Religies en levensbeschouwingen spelen daar een belangrijke rol in. Ze kunnen tegenstellingen op de spits drijven. Ze kunnen argumenten leveren tegen andersdenkenden of tegen niet-gelovigen. Ze kunnen nietsontziend zijn. Maar ze kunnen tegenstellingen ook verzachten.

Scheiding kerk en staat

Nederland kent een geschiedenis van godsdienstoorlogen, denk aan de beeldenstorm van 1566. En Nederland kent een geschiedenis van onderdrukking en uitbuiting in andere werelddelen, waarbij het christelijke geloof een legitimerende rol speelde.

Maar er is óók een geschiedenis van pacificatie, van het zoeken naar oplossingen. Tot op de dag van vandaag. In die geschiedenis speelt de Unie van 3 Utrecht van 1579 een rol. Ik waag me niet aan een historische exegese daarvan. Duidelijk is wel dat hier in Utrecht de sporen liggen van wat zich in de loop der eeuwen ontwikkelde tot de democratische rechtsstaat. De Unie van Utrecht was een beginnetje en dat werkt tot vandaag de dag door.

Zo is er een groeiend besef dat het Westen op de knieën moet voor zijn gewelddadige verleden. Ook Nederland probeert om in het reine te komen met zijn koloniale verleden. Nog wat zoekend, maar toch. Maar … het Westen heeft daarbij ook een geschenk in handen: de democratische rechtsstaat. Niet om op te dringen, laat staan af te dwingen. Wel om te helpen realiseren, als het geschenk in ontvangst wordt genomen.

Ieder geloof mag er zijn en wordt in gelijke mate ondersteund in onze rechtsstaat.

Enige tijd geleden zei een jonge moslim tegen mij: ‘die rechtsstaat van jullie, dat is ook maar een geloof’. Hij zette me aan het denken – daar is veel voor te zeggen: de rechtsstaat is van relatief recente datum. ‘Je hebt gelijk’ zei ik na enig nadenken, ‘maar het is wel een geloof dat jouw geloof en elk ander geloof mogelijk maakt en zelfs beschermt. Iedereen mag zijn eigen God hebben – en sommigen mensen denken dat ze het zelf zijn’.

Hij lachte en knikte: ‘ja, dan heb ik dus eigenlijk twee geloven.’ Geloven in de rechtsstaat, de titel van mijn lezing, heeft deze dubbele betekenis. Geloven in de rechtsstaat én geloven in de rechtsstaat. Zeker in Nederland. De Nederlandse rechtsstaat heeft geen voorkeur, zoals in Engeland. Hij is neutraal. En dan niet exclusief neutraal, zoals in Frankrijk, waar de staat niets met geloven te maken wil hebben, maar inclusief neutraal.

Dat wil zeggen: ieder geloof mag er zijn en wordt in gelijke mate ondersteund, zoals artikel 23 van de Grondwet de vrijheid van onderwijs regelt. Dat we een seculiere rechtsstaat zijn betekent niét dat we als samenleving atheïstisch zijn. Religies en levensbeschouwingen spelen een rol, ook al is die anders dan ten tijde van de verzuiling. Zij staan altijd in relatie met de rechtsstaat die ze beschermt.

Mijn hoofdboodschap is dat geloven ook nódig zijn voor de rechtsstaat.

Ze mogen daarmee niet strijdig zijn – dat is wettelijk geregeld. Maar ik zou nadrukkelijk verder willen gaan – het is mijn hoofdboodschap: ze zijn ook nodig! ‘Een rechtsstaat moet niet alleen juridisch, maar ook sociaal, politiek en moreel op orde zijn.’ Het zijn woorden van de toenmalige Tsjechische dissident en latere president Václav Havel. Hij werkte aan de opbouw van de Tsjechische rechtsstaat na het communistische regime. In dat ‘sociale, politieke en morele in orde zijn’ lokaliseer ik de rol van religies en levensbeschouwingen.

Wederkerigheid

De democratische rechtsstaat kunnen we zien als een skelet, het houdt de samenleving overeind. Maar dat skelet behoeft vlees op de botten, een aankleding waardoor we in het gedeelde belang ervan geloven. Een democratie draait om burgers, mensen met emoties, belangen, waarden. We hoeven elkaar niet aardig te vinden, maar kunnen elkaar wel respecteren. We vinden elkaar in wederkerigheid.

We hoeven elkaar niet aardig te vinden, maar kunnen elkaar wel respecteren.

Wederkerigheid speelt in alle grote religies een rol. In het begin van de twintigste eeuw zagen cultureel antropologen bij inheemse volken een bezielde stroom van geven, ontvangen, teruggeven of doorgeven … ontvangen, teruggeven, doorgeven … ontvangen, teruggeven, doorgeven … Wederkerigheid ligt ten grondslag aan iedere samenleving, zo betoogden zij. We betalen belasting omdat we er zorg, onderwijs en veiligheid voor terug krijgen. We voegen ons naar de rechtsorde, omdat de rechtsstaat ons beschermt.

Juist in deze tijd van fragmentatie en polarisatie is dat inzicht van belang. We koesteren onze eigen gemeenschap, onze bubbel, maar we begrijpen dat die onderdeel is van een groter geheel. Dit diepe besef van wederkerigheid lijkt te zijn weggeëbd. We zien vooral nog financiële transacties – een vorm van wederkerigheid, waar we wel érg goed in zijn geworden. Bezielde wederkerigheid heeft plaats gemaakt voor rendementsdenken en consumentisme. In deze schrale context zoeken we naar gemeenschap.

We koesteren onze eigen gemeenschap, onze bubbel, maar we begrijpen dat die onderdeel is van een groter geheel.

Verbinding, vertrouwen, gemeenschap, wederkerigheid … het zijn mooie woorden, maar ze zijn moeilijk te realiseren. We lijken er geen taal meer voor te hebben: een taal van bezieling, van het hart; taal die zegt dat je soms beter kunt zwijgen, dat je ook kunt luisteren, dat je er hoe dan ook mag zijn, ook zonder te schreeuwen. Dat ook de ander recht van spreken heeft.

Rol van waardengedreven organisaties

De levensbeschouwelijke tradities hebben ándere taal dan die van het rendement en het eigen belang. Ze kennen woorden, rituelen, verhalen en gebruiken die ons ontvankelijk maken voor wat boven ons uitstijgt. Zij bieden de ruimtes – gebedshuizen, stilteruimtes – waarin we andere relaties kunnen aangaan met onszelf, met elkaar, met iets dat ons overstijgt of gemeenschappelijk is.

Die taal is in de afgelopen decennia verdrongen uit het publieke domein. Ze werd als te benauwend ervaren – ik heb dat als katholieke jongen ook zelf zo beleefd. Wat was ik bang in de biechtstoel – terwijl ik niets gedaan had!

Maar in déze tijd leren we de betekenis ervan opnieuw begrijpen. We hebben de taal van de bezieling nodig om het belang van de rechtsstaat te kunnen begrijpen. We zoeken naar nieuwe vormen van betekenisgeving en vinden die ook in oude vormen en verhalen. Mag ik u, als vertegenwoordigers van waardengedreven organisaties uitnodigen de betekenis van een wederkerige rechtsstaat uit te dragen?

Mag ik u vragen zich meer te laten zien en horen in het publieke debat? Religie kan de vijand zijn van de rechtsstaat, maar ook haar lichaam. De actuele rechtsstaat heeft u nodig, als medicijn tegen de vijandigheid. Tegenover het eigenbelang staat de ander, tegenover groei staat bezinning, tegenover uitbuiting staat ondersteuning, tegenover geweld staat vrede. U kent de taal van het hogere belang, van de hoop en van de liefde.

Het geloof in de democratische rechtsstaat staat onder druk. Het behoeft de steun van andere geloven.

Een van de cultureel-antropologen, Marcel Mauss, zei: ‘van wederkerigheid kan alleen sprake zijn als de speren op de grond blijven liggen’. Oftewel, bij vijandschap is geen wederkerigheid mogelijk. Met begrip voor elkaars emoties en voor elkaars pijn, bent u de ambassadeurs van ‘het geloven in een democratische rechtsstaat’. In elkaar herkennen we een geloof dat alle andere geloven mogelijk maakt. Dat geloof in de democratische rechtsstaat staat onder druk. Het behoeft de steun van andere geloven. Ik dank u voor uw aandacht.

Meer over polarisatie en verbinding

Via ons programma ‘Polarisatie en verbinding’ willen de stroom van vijandig wij-zij denken doorbreken. Door de mens achter de mening te blijven zien.

Deel deze pagina