Direct naar de inhoud
Humanistisch Verbond , go to home

Waarom we niet mogen wegkijken als rechten afbrokkelen

De bel gaat. Twee agenten staan onaangekondigd voor de deur. Ze stellen vragen, over een demonstratie tegen de oorlog in Gaza waar je bij was. ‘Het is niet de bedoeling je te intimideren,’ zeggen de agenten. Je bent verbaasd, verward. Wat komen deze agenten aan jouw deur doen?

Dat vraag je ze ook. ‘Ik snap niet wat jullie aan mijn deur komen doen,’ zeg je. Nou, zeggen de agenten, ‘wat maakt dat jij naar dat soort demonstraties gaat’. En: ‘wanneer ga je weer?’ En, als je niet antwoord, ‘we begrijpen dat je binnenkort gaat verhuizen?’

Het was even voorpaginanieuws. En meteen daarna weer vergeten. De internationale onrust verdringt het binnenlandse nieuws, Signalgate, Amerikaans-Russische onderhandelingen, bommen in het Midden-Oosten, handelsoorlog, het is nauwelijks bij te houden. Dus het huisbezoek van de politie bij een demonstrant verdween net zo snel als het was gekomen.

De vraag is of we ons dat kunnen permitteren. Want hoewel de politieleiding direct reageerde met de mededeling dat ‘we zo niet willen werken en zo niet zijn’, en sommige politiek leiders dit toch ook te ver vonden gaan, is er alle reden tot zorg. Politie die bij demonstranten aanbelt om te informeren wat ze bezielt en wanneer ze weer van plan zijn te gaan is regelrechte intimidatie. Een rechtstaat onwaardig.

Maar het gebeurt in Nederland.

Meer dan een incident

Wie dat als incident ziet heeft iets gemist. Want het is niet voor het eerst dat de politie haar boekje te buiten gaat. Eerder al werden agenten op de vingers getikt door rechters voor hun optreden bij vreedzame demonstraties. Te gewelddadig en onnodig escalerend. Verbazingwekkend is dat niet, als we in ogenschouw nemen dat de politie de mores van de samenleving volgt.

Met die mores is wel wat aan de hand namelijk. Ongeschreven regels van fatsoen, die zich voegen naar de tijdgeest. Die voorgeleefd worden door leiders en nagevolgd worden door de rest. Op wereldschaal zien we het in het gedrag van types als Netanyahu en Erdogan die hun voorbeeld Trump na-apen. Op kleinere schaal zien we het in ons eigen land.

De toon van bovenaf

In het door onszelf gekozen parlement wordt openlijk gesproken over hoe irritant het is dat burgers gebruik maken van de stem die ze in een democratisch rechtsbestel nu eenmaal hebben. En nog irritanter wordt de tussenkomst van rechters gevonden, als politici hun zin niet krijgen omdat ze hun eigen wetten overtreden. Democratische grondbeginselen, het demonstratierecht en de trias politica, worden afgeserveerd als waren het dreinende pubers die je op grond van onredelijkheid terzijde mag schuiven.

De boodschap die daarmee afgegeven wordt is helder. Op grond van je onderbuikgevoel kan je democratische afspraken negeren. Diskwalificeren zelfs. De gevolgen laten zich raden. Burgers zien leiders, die aangesteld zijn om regels te maken om de samenleving in goede banen te leiden, diezelfde regels overtreden. Simpelweg omdat het hen beter uitkomt. Dat heeft gevolgen voor het vertrouwen in die leiders. En in de politiek als geheel.

Dat weten we allemaal al een tijdje. En natuurlijk is het begrijpelijk dat veel mensen zich zorgen maken over veranderingen in de samenleving. Over veiligheid, over identiteit, over hun toekomst. Die zorgen verdienen het om gehoord te worden. Én tegelijk moeten we ervoor waken dat die zorgen niet leiden tot het afbrokkelen van rechten die ons allemaal beschermen.

De dijken lekken

Want als we dachten dat we er schouderophalend aan voorbij konden gaan, dan lijkt die tijd nu toch echt voorbij. Inmiddels zijn het niet meer alleen woorden van onze politiek leiders, maar dreigen er ook maatregelen. Inperking van het demonstratierecht, inperking van de vrijheid van religie en levensovertuiging, het terugdraaien van rechten van minderheden – niet in het minst die van vrouwen.

Verworven vrijheden die niet vanzelfsprekend zijn. Ze zijn met strijd en moeite opgebouwd, door generaties voor ons. Door humanisten en hun medestanders die in eeuwen dijken bouwden tegen onderdrukking en onrecht. Die dijken lekken nu. En het punt dat we ze met een Hansje Brinkervinger weer kunnen dichten is voorbij.

Dat is precies de reden dat we het ons niet kunnen permitteren om de politie die bij een demonstrant aan huis intimideert na een dag alweer te vergeten. Dat is ook de reden dat we alert moeten zijn als rechten van minderheden stap voor stap worden ingeperkt. Als er ineens weer een discussie over het recht op abortus ontstaat. Of als politici het oordeel van de rechter naast zich neerleggen en zeggen dat ze ‘er helemaal klaar mee zijn, met al die dwarsliggers’.

Het zijn stuk voor stuk aanvallen op de democratische rechtstaat. Die beschermt de rechten van individuele burgers tegen onderdrukking van institutionele macht. En laat dat uitgangspunt nu ook net de kern van de humanistische traditie zijn.

Alert en weerbaar

Nu is het aan ons om deze vrijheden te beschermen. Dat vraagt om een wakker en weerbaar burgerschap. Om mensen die opstaan voor democratische waarden. Die begrijpen dat onze vrijheden alleen bestaan als we ze samen verdedigen.

Robbert Bodegraven
Directeur Humanistisch Verbond

Deel deze pagina

A list of posts

  • Humanistisch DNA – Huib Pruymboom

  • Vacature: Bijzonder hoogleraar duurzaamheid en bedrijf vanuit humanistisch perspectief (0,2 fte)

  • Blijven vragen