Rangorde van mensenrechten doet vrijheid tekort
Minister Timmermans’ (PvdA) mensenrechtenbeleid zet in op vrouwenrechten, rechten voor seksuele minderheden en activisten. Voorzitter Boris van der Ham denkt dat daardoor de aandacht voor godsdienstvrijheid afneemt. Dat is een riscio voor de vrijheid van meningsuiting, zo schrijft hij vandaag in NRC.
Timmermans bepleit in zijn nota `Respect en recht voor ieder mens´ een verschuiving in het mensenrechtenbeleid. Hij wil voorrang geven aan de bescherming van vrouwen, seksuele minderheden en mensenrechtenactivisten. Daardoor zal de aandacht voor godsdienstvrijheid afnemen. Onbedoeld zal deze verschuiving juist negatief uitpakken, precies voor de nieuwe doelen van de minister.
Bredere werking godsdienstvrijheid
Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens beschermt het recht op onder meer godsdienstvrijheid. Bij correcte lezing beschermt dit artikel niet alleen godsdiensten, maar heeft het juist een veel bredere werking. Er staat letterlijk: “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen.” Het artikel behelst dus niet alleen de vrijheid van godsdienst, maar beschermt ook uitdrukkelijk de algemene vrijheid van denken, en dus ook de vrijheid afscheid te nemen van een levensbeschouwing of godsdienst.
Voor atheïsten, humanisten, vrijdenkers en vrijzinnig-religieuzen, is het van toenemend belang dat juist dit element van het mensenrechtenartikel wordt benadrukt. De specifieke groepen waar de minister zich nu voor wil inzetten hebben ook groot belang bij het goed naleven hiervan. In landen waar het denken niet vrij is, mogen godsdienstige bronnen niet betwijfeld en bekritiseerd worden. Afwijken van de meerderheidsgodsdienst of de alleenheersende politieke ideologie, zoals in Noord-Korea, is niet toegestaan. Die vrijheid is echter noodzakelijk om alle vormen van vrijheid te garanderen en inherent aan het bestrijden van discriminatie van bijvoorbeeld vrouwen en seksuele minderheden. Dit beeld werd onlangs bevestigd in het rapport Freedom of Thought van de International Humanist Ethical Union (IHEU) dat stelde: “In landen waarin de vrijheid van denken niet wordt beschermd, staan ook de andere mensenrechten voortdurend onder druk. Dit is geen toeval: als denken een misdaad is, kan geen enkele vrijheid overleven.”
Vrijheid aan banden in islamitische landen
Het rapport liet zien dat in zeven streng islamitische landen atheïsten, humanisten en religieuze minderheden de doodstraf riskeren en dat onder meer in Pakistan en Rusland de vrijheid van meningsuiting verder aan banden wordt gelegd. In Egypte was de inperking van de vrijheid van meningsuiting en de beperking van rechten van minderheden een belangrijke reden voor de opstand tegen de Moslimbroederschap. Ook in de rest van de Arabische wereld en in delen van Afrika staan deze vrijheden onder druk. Het zijn precies de landen waar ook vrouwen en seksuele minderheden het zwaar te verduren hebben. In landen waar wordt gevochten om de rechten van atheïsten, humanisten en niet-godsdienstigen te beschermen, zijn deze minderheden veelal natuurlijke bondgenoten van emancipatiegroepen.
Tegenwicht bieden
Nederland moet daarbij blijvend tegenwicht blijven bieden aan de groeiende internationale verleiding om de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging als tegenstrijdig met andere rechten en vrijheden te zien. De actualiteit hiervan is niet te onderschatten. Tot op de dag van vandaag wordt binnen de Verenigde Naties geprobeerd een tegenstelling te creëren tussen het genoemde artikel 18 en Artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, namelijk de vrijheid van expressie.
De organisatie van Islamitische landen (IOC) heeft de afgelopen jaren regelmatig een beperking van de vrije meningsuiting bepleit, met als argument dat kritiek op religie een schending zou zijn van de godsdienstvrijheid. Hieronder verstaan zij ook de vrijheid om afstand te nemen religie, of kritiek te hebben op de legitimatie van discriminatie van vrouwen en seksuele minderheden. Het is de verwachting dat dit najaar opnieuw door deze landen zal worden geprobeerd deze mensenrechten tegen elkaar uit te spelen.
De keuze van de regering om een nieuw soort rangorde aan te brengen in het mensenrechtenbeleid, is dus onverstandig. Nederland moet zich blijven verzetten tegen de poging om de vrijheid van denken, geweten en levensovertuiging te laten opeisen door louter streng- of alleenheersende godsdienstige groeperingen. Het recht vrij te mogen denken kan niet worden geclaimd door een enkele levensbeschouwing of godsdienstige groep – het komt ieder individu toe.
Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond.
Teken voor vrijheid
Onder het mom van `godslastering´ worden in vele landen atheïsten, humanisten, vrijzinnigen en mensen met een ander geloof dan de staatsgodsdienst vervolgd. Het Humanistisch Verbond wil samen met de International Humanist and Ethical Union (IHEU) tegenwicht bieden. Daarom zijn we in het voorjaar de actie ‘Teken voor vrijheid’ gestart. Doe mee! Teken voor vrijheid
Tags:#godsdienstvrijheid#godslastering#levensbeschouwing#Mensenrechten#vrijheid van meningsuiting
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.