Nederland, word eens wakker: de emancipatie is niet af, ze is aan het afbrokkelen

Soms zegt stilte meer dan cijfers. Terwijl Nederland vijftien plekken keldert op de Global Gender Gap Index – van plaats 28 naar 43 – blijft het oorverdovend stil. Geen spoeddebat, geen scherpe analyses, geen headlines op de voorpagina. En dat terwijl we internationaal ineens achteroplopen in gendergelijkheid. Het ongemak druipt ervan af: we kijken liever de andere kant op dan onszelf in de spiegel aan.
Wat deze cijfers laten zien, is pijnlijk én onthullend: emancipatie stagneert. En niet omdat we niet weten hoe het beter kan – maar omdat we het idee zijn gaan koesteren dat het ‘wel zo’n beetje geregeld is’. Dat idee – dat we er bijna zijn – is een hardnekkige misvatting. Achter het beeld van vooruitgang schuilt iets subtielers maar fundamentelers: normatieve verwachtingen die blijven bepalen wat ‘normaal’ is, wat ‘passend is’, en wat een ‘logische levenskeuze’ lijkt.
Structurele ongelijkheid
We leven in een samenleving met uitstekend opgeleide vrouwen, maar waarin deeltijdwerken, zorgverantwoordelijkheid en afwezigheid in besluitvormende posities nog steeds als vanzelfsprekend worden geaccepteerd. Niet omdat vrouwen niet zouden willen, maar omdat dee sociale en economische structuren zijn gebouwd rond een impliciet ideaal: de mannelijke kostwinner en de zorgende vrouw. Slechts 28,8% van de leiderschapsfuncties wordt bekleed door vrouwen. En in de politiek daalt hun invloed. Het aantal vrouwelijke ministers ging dit jaar weer omlaag. En een vrouwelijke premier? Dat blijft vooralsnog een hypothetisch scenario.
We zijn een land van onderwijswinnaars zonder doorgroeimogelijkheden. Waar vrouwen zich vaker inschrijven in het onderwijs dan mannen – op alle niveaus, van basisschool tot universiteit – en toch blijven ze steken op de arbeidsmarkt. Nederland staat op nummer één wat betreft onderwijsdeelname van vrouwen, maar dat vertaalt zich niet in gelijkwaardige carrières. Wat betreft economische gelijkheid staan we op plek 74: een teken van structurele inefficiëntie. Talent dat niet tot bloei komt, is niet alleen onrechtvaardig — het is een gemiste kans voor ons allemaal.
Het systeem moet willen
Toch schuiven we de verantwoordelijkheid liever af. Op vrouwen die ‘zelf kiezen’ voor deeltijd. Of op bedrijven die ‘geen geschikte vrouwelijke kandidaten kunnen vinden’. Ondertussen negeren we de systemen die ongelijkheid in stand houden: een markt die nog steeds het traditionele gezin als norm hanteert, een belastingstelsel dat zorgende vrouwen afstraft, en politieke machtsstructuren die nauwelijks meebuigen. De vraag is niet of vrouwen kunnen, de vraag is of het systeem wil.
Het wrange is: andere landen doen het wel. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, zelfs Ierland staan in de top-10 van de index. Niet omdat hun vrouwen anders zijn, maar omdat hun beleid anders is. Meer kinderopvang, betere verlofregelingen, duidelijke quota, heldere rapportageverplichtingen. We wéten wat werkt — we zijn alleen het lef kwijtgeraakt om het te doen.
Wat dit rapport blootlegt, is niet alleen een genderkloof, maar ook een kloof tussen ons zelfbeeld en de werkelijkheid. We willen graag progressief zijn. Maar wanneer die progressie stokt durven we dan de fundamentele vragen te stellen? Waar zijn de mannen die hier woedend over zijn? Waar zijn de CEO’s die erkennen dat hun top te homogeen is? Waar is de politieke urgentie? Emancipatie is geen eindpunt, maar een proces. En Nederland staat stil.
Echte vrijheid vraagt lef
Misschien is het tijd om ons idee van gelijkheid te herzien. Niet als iets dat zich laat afvinken in beleid, maar als iets dat leeft in alle lagen van onze samenleving: in verwachtingen, aannames en vanzelfsprekendheden. In wie we als ‘geschikt’ zien voor een topfunctie. In wie er zorgt, en wie er spreekt. In wie ruimte krijgt – en wie zich eerst kleiner moet maken.
Want zolang deeltijdwerken voor vrouwen de norm blijft en voltijdwerk voor mannen de maat, blijven we de ongelijkheid herhalen, generatie op generatie. Niet omdat we het willen, maar omdat we zijn gaan geloven dat het zo hoort. Daar zit de werkelijke opdracht: niet alleen bij politici of beleidsmakers, maar bij ons allemaal. Mannen én vrouwen. Op de werkvloer, in de media, thuis aan de keukentafel.
Gelijkheid vraagt geen perfecte mensen, maar bewuste keuzes. Om eerlijkheid over de barrières die nog bestaan. En om het lef om ons zelfbeeld te corrigeren waar het ons belemmert om werkelijk vrij te zijn – vrouwen én mannen. Wie vrijheid echt serieus neemt, laat niet toe dat de helft van het potentieel van de samenleving structureel wordt afgeremd.
