Militant humanisme van de lokale mens
Zelfs na Darwin en de Verlichting, blijkt de mens een meester in het ontkennen van de harde werkelijkheid van zijn bestaan. Wij willen zin en verlossing, iets groters en iets eigens. Is het God niet, dan is het de groep. Wat moeten humanisten daarmee? In de Socrateslezing zocht Bas Heijne het antwoord in een humanisme van de lokale mens. Niet als zaligmakend recept, want het besef dat de wereld niet maakbaar is, is waardevoller dan welke verheven gedachte ook.
Is het God niet, dan is het de groep, eigenheid, het ras, de club waar we toe behoren of het populisme. Hoe kunnen we ons hier militant tegen weren? Bas Heijne waarschuwt de 500 aanwezigen op 14 december in het Lucent Danstheater te Den Haag: het militant humanisme vraagt om een inleiding. Want wat bedoelde hij met deze titel? Humanisten maken zich zorgen. Terwijl we meenden dat we obscure religies, fanatisme en populistische tendensen achter ons hadden gelaten, komen God en Groep gewoon weer terug. En als God en Groep niet terugkomen, streven we geen beschaafde vorming na, maar richten ons als consument op onbenullige zaken. En zo zijn we als grazende koeien in de wei. Een culturele tegenbeweging – waaronder humanisme – roept ons op het hier niet bij te laten zitten, maar aan onszelf en de wereld te werken en verbetering na te streven.
We willen verlost worden
Ook voor veel wetenschappers is het moeilijk te verkroppen dat de lessen uit de Verlichting zich niet ferm in ons hebben genesteld. Historici als Stephen Greenblatt, Stephan Nadler, Jonathan Israel en Philipp Blom hernemen de radicale Verlichting en ze doen dat niet alleen uit historische interesse. Het is een blijk van verwarring en zorg: het humanisme uit de Renaissance, de Verlichting en de wetenschappelijke revolutie kunnen niet op tegen irrationaliteit, fanatisme, geloof en bijgeloof.
Als de wereld ons geen betekenis biedt, maken we hem gewoon zelf, hoe dan ook. De evolutietheorie die toch bij uitstek tot een realistisch besef van ons toevallige bestaan had moeten leiden, lijkt nu te leren dat dit realistische besef zelf zwak is ontwikkeld. We willen verlost worden.
Dit geldt niet alleen voor God, maar voor ieder systeem, iedere overtuiging, ieder geloof waarin we een heilsboodschap zien. In de film Margin Call is het een hedendaags geloof in het bankensysteem. Ook al ziet de protagonist in deze film dat zijn werk door en door corrupt is, hij kan het niet loslaten. Irrationele systemen en verlangens, of ze nu God heten, het bankensysteem, de groep, het ras, de eigen club: ze keren ondanks alles terug.
Geen Micheal Jackson-humanisme
Wat kan het humanisme hier tegen in brengen?De oplossing van het humanisme is volgens Heijne geen verheven pleidooi voor broederschap, democratie en universele gelijkheid. Keer op keer zien we dat abstract geformuleerde idealen en waarden – het Micheal Jackson-humanisme van universele broederschap – het moet afleggen tegen lokale binding en afkeer van wat onbekend en vreemd is. Het lokale is sterker dan het globale, het specifieke heeft meer betekenis dan het algemene.
Maar ook geen cynisme
Maar de oplossing van het humanisme is ook geen cynische afwending van onze idealen: we willen immers meer zijn dan koeien in een wei en streven verbetering en engagement na. De verantwoordelijkheid die we voelen om de wereld toleranter, democratischer en beter te maken valt ook niet te ontkennen. De beste humanistische reactie is die van Michel de Montaigne : ‘Ik bestudeer mezelf meer dan enig ander onderwerp’. En wat hij ziet zijn vooral tegenstrijdigheden. We gaan vooruit, maar vallen ook weer terug. Montaigne volgend, moeten we opnieuw leren onze algemene idealen in onze concrete, lokale werkelijkheid ‘echt’ te maken. Bas Heijne kiest als humanist voor een andere weg: een militant humanisme van de lokale mens.
De mens is koppig
Geen zaligmakend recept dus, maar een bewustwording: We zijn mensen in een concrete omgeving met lokale betekenissen en bindingen. Wij zijn tegenstrijdig, rationeel en irrationeel, moreel en immoreel, beschaafd en onbeschaafd, in alle variaties denkbaar. Het besef dat de wereld niet maakbaar is omdat we met koppige mensen te maken hebben, is volgens Heijne waardevoller dan welke verheven gedachte ook. Ieder optimisme en iedere hoopvol humanisme begint met deze concrete werkelijkheid en keert er steeds weer naar terug. Dat is de basis van een actief humanistische inzet en die is hard nodig.
Meer vragen dan er antwoorden zijn
Bas Heijne stelt vragen meer dan dat hij antwoorden geeft. Dat past bij de Socrateslezing. Een actief humanisme sluit aan bij wat mensen beweegt. Dat betekent vooraleerst zelfkennis. Ten strijde trekken tegen populisme en nieuw fanatisme werkt alleen als we deze tendensen leren herkennen, ze serieus nemen en van daaruit alternatieven tonen. En paradoxaal genoeg vraagt dat om een nieuw vertrouwen, niet in een blauwdruk of rijtje idealen, maar in de mens.
De lezing is in verkorte vorm verschenen op 15 december in NRC.
- De hele lezing vindt u op www.nrc.nl
Vragen en discussiepunten uit de zaal
Dat er geen blauwdruk is voor een nieuw vertrouwen in de mens, blijkt ook uit het gesprek dat Ineke de Vries (directeur van het Humanistisch Verbond) met Bas Heijne voert.
De Vries gebruikt daarbij vragen van mensen uit de zaal. De meest gestelde: Bas, Wat is eigenlijk militant humanisme? Bas Heijne: “Ik stuitte op de term in een boek over Thomas Mann. Mann was een rustige humanist. Dat veranderde toen hij gedwongen werd in exil te gaan voor WO II.
Hij dacht: nu ga ik er alles aan doen om Hitler te verslaan. Hij was echt activistisch: dat was militant humanisme. Er zijn dus momenten waarop we we de straat op moeten, dan kunnen we de nuances even laten zitten. Maar daar kun je je ook weer in vergissen. Denk aan de beweging in de jaren ’90, met de vele humanitaire interventies. Het idee was toen: we gaan overal democratie brengen. Maar dat werkte niet omdat er geen rekening werd gehouden met lokale contexten. “
Lokale context
De lokale context; het wordt een rode draad tijdens de avond. Bas Heijne: “Wat je elke keer ziet in de geschiedenis is dat het kleine het altijd wint van het grote. Wij dachten dat met de globalisering het kleine, het lokale zou worden weggevaagd. Maar dat gebeurt niet. Alles moet je terugbrengen naar een herkenbare, lokale context.”
Heijne heeft daarvan wel een aardig voorbeeld. “In NRC las ik een interview met de PdvA-politici Ronald Plasterk en Lodewijk Asscher. Plasterk zei: We moeten het volk vertellen wat waardevol is. Maar dat wordt in deze tijd heel moeilijk, denk ik. Assher pakt het anders aan toen de islamitische school in Amsterdam werd gesloten vanwege slecht onderwijs. De ouders wilden hun kinderen thuis les gaan geven. Volgens de wet mag dat. Toen zei Asscher: volgens de wet mag het, maar ik wil in gesprek. Hij ging een morele discussie aan op de plek waar het speelt. Dat is actieve vorm van humanisme die zich niet verschuilt achter de wet.”
Rechten werken niet vanzelf
Dat brengt Ineke de Vries moeiteloos op de volgende vraag uit de zaal. Wat vind je van het gegeven dat universele waarden vastgelegd zijn in verdragen. Dat is toch niet abstract, want dat maakt die rechten toch ook afdwingbaar?
Bas Heijne: ”Rechten werken alleen maar in een bepaalde maatschappelijke context. Rechten kunnen er op papier zijn, maar kunnen je in de praktijk toch afgenomen worden. Denk aan wat er gebeurt met illegalen. Er dreigt een gevaar als je zegt: we hebben de rechten vastgelegd en daarmee zijn we klaar, is het geregeld. De rechten van de mensen zijn een uiting van een streven, daarmee begint het pas. Dat zie je ook bij de rechten van homoseksuelen. Henk Krol zegt het is geregeld. Vera Bergkamp (voorzitter COC) brengt daar tegenin: in de praktijk werkt het nog niet altijd zo.”
Maakbaarheid van de mens
In de lezing gaat Heijne ook in op het idee van maakbaarheid van de mens. Moeten we dan het idee van maakbaarheid van mensen loslaten, is de vraag. Religies ontlenen hun kracht aan hun verhaal. Moet het humanisme ook een verhaal hebben, in plaats van de vaststelling dat mensen mensen blijven, met al hun tegenstrijdigheden? Waar zit de verandering? En waar kan de ontwikkeling zitten, zonder dat je dat vooruitgang noemt? Ineke de Vries leest voor met vuur, alsof het haar eigen vraag is.
Bas Heijne: “Wat ik zeg is dat de mensen soms een idee hebben van ‘de mens’ waar de echte mens zich dan maar aan aan moet aanpassen. Als dat niet gebeurt, en de mens bijvoorbeeld toch weer religieus wordt, dan zegt men ‘wat gebeurt er nu weer?’ Ik denk dat de mens gewelddadig zal blijven. Maar je moet er niet cynisch van worden. En niet, zoals wijlen W.L. Burgsma vervallen in cynisme. Brugsma zei na het uitbreken van de burgeroorlog in Joegoslavïe: ‘Ach daar kun je het beste een hek omheen zetten.’ Dat is misschien wel de kern van mijn lezing: door die oorlog zijn de idealen van Europa geen onzin geworden. Je moet toch blijven proberen de wereld beter te maken.”
Een antwoord voor jongeren
De Vries heeft nog een mooie vraag voor Heijne. Waar moeten jongeren – in een samenleving waarin politici hun eigen gedachtegoed verloochenen, waarin de massamedia slechts uit zijn op kijkcijfers, waarin de bedrijven slechts op winst uit zijn en waarin intellectuelen als uzelf een nihilistische visie uitdragen – waar moeten jongeren in zo’n samenleving moreel leiderschap zoeken en vinden?
“De vraagsteller heeft één ding niet goed begrepen (gelach uit de zaal). Een kritische geest is een vorm van engagement. Waar ik me wel zorg over maak, is dat engagement te veel lifestyle is geworden. Maatschappijkritiek krijgt weinig handen en voeten en wordt door het bedrijfsleven geneutraliseerd, onschadelijk gemaakt. Ik was op het festival Lowlands deze zomer en daar werd fel geprotesteerd tegen Wilders. Maar 98 procent was roomblank, terwijl we 40 jaar immigratie achter de rug hebben.”
Moreel leiderschap
Ineke de Vries: Toch blijft de vraag: Waar vinden we het moreel leiderschap?
Heijne: “We moeten iemand vinden die de moeilijke vragen stelt, zodat mensen zelf deze vragen stellen. Ik ben militant, maar zoek ook de nuance. Maar dat is een makkelijke oplossing. We moeten streven naar echt engagement.
Ineke de Vries: Ik denk dat het hart van het humanisme is, dat je de vragen blijft stellen en uiteindelijk ook de nuance. Bas Heijne: ‘Maar de nuance kan ook bikkelhard zijn. Jezelf lastig vragen is het allermoeilijkste wat er is. Dat is niet alleen maar het enerzijds, anderzijds. Sorry, uiteindelijk ben ik toch militant. De meeste mensen gaan dat uit de weg, ze zoeken algemeenheden waar ze het toch al mee eens zijn. Ineke de Vries concludeert: “Dus, het militante zit hem in het doorvragen, dat waar ook Socrates al mee bezig was.”
Fotografie: Anna van Kooij
Tags: #bildung #De Verlichting #Humanisme #internationaal humanisme
A list of posts
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.