Direct naar de inhoud
Word lid

Maureen Sie: ‘We hebben slecht zicht op onszelf’

Type content: Nieuws Categorieën: Nieuws Gepubliceerd op:

Omdat onbewuste invloeden ons gedrag sturen, hebben wij geen vrije wil, menen sommige wij-zijn-ons-brein-wetenschappers. Te beperkt, vindt Socrateshoogleraar Maureen Sie. “Maar gooi ook de onderzoeksresulaten van breinwetenschappers niet met het filosofische badwater weg.”

Gedrags-, cognitie en neurowetenschappen dragen zeker bij aan onze zelfkennis, zal Maureen Sie betogen op 15 februari. Dan houdt ze haar Socratesoratie onder de titel ‘Ken u Zelf. Wetenschap over Vriendschap, Vooroordelen & Vrij Wil.’ Sie is Socrateshoogleraar over ´Wijsgerige antropologie en de grondslagen van het humanisme´.

Filosofen beweren vaak de wetenschappers zich bij hun leest moeten houden, daar bent u het niet mee eens?

Sie:”Nee, ik zal argumenteren dat breinwetenschappers substantieel kunnen bijdragen aan onze zelfkennis, ook waar het om filosofische onderwerpen als moraal, verantwoordelijkheid en vrije wil gaat. Uit verschillend onderzoek blijkt namelijk dat we slecht zich op onszelf hebben.”

Op welke manier dan?

Sie:”Nou, bijvoorbeeld wanneer het gaat over impliciete vooroordelen. Het blijkt dat stereotypes en vooroordelen ons doen en laten blijven bepalen, ook wanneer wij die expliciet en bewust verwerpen. De Universiteit van Yale heeft onderzoek gedaan naar beoordeling van jonge onderzoekers door wetenschappelijk medewerkers van verschillend geslacht én in verschillende stadia van hun loopbaan. Aan hen werd gevraagd de CV´s van jonge onderzoekers te beoordelen, aan te geven hoeveel begeleiding ze deze onderzoekers zouden willen geven en welk aanvangssalaris zij voor deze personen redelijk vonden. Wat bleek? Eén en hetzelfde CV leidt tot een heel andere beoordeling, louter afhankelijk van of er een vrouwen of mannennaam onder staat. Ook vrouwen hadden last van deze bevoordeeldheid.”

U vindt u dat schokkend en fascinerend, schrijft u in uw oratie, waarom?

Sie: “Het onderzoek naar impliciete vooroordelen toont aan dat het niet uitmaakt wat je als individu denkt. Het fascinerende is het ontoegankelijke karakter van de vooroordelen. Men denkt dat dit een deel van de verklaring zou kunnen zijn waarom bepaalde vooroordelen en stereotypes zo hardnekking zijn, ondanks onze persoonlijke en gezamenlijke commitment ons niet langer door deze vooroordelen te laten beïnvloeden.”

Houdt u daar zelf in het dagelijks leven rekening mee?

Sie:”Ja, dat probeer ik wel. Ik kijk bijvoorbeeld mijn tentamens anoniem na, omdat ik weet dat een bepaald beeld van iemand mij onbewust in de beoordeling van het tentamen kan beïnvloeden. Het risico daarop wil ik verkleinen. Overigens moet je dit onderzoek begrijpen in relatie tot een heel scala aan vooroordelen. Zo zijn er ook nog cognitieve vooroordelen, die te maken hebben met het feit dat onze keuzes en oordelen in sommige situaties niet voldoen aan onze eigen rationele en morele maatstaven.”

Wat zijn dat?

Sie:”Wij streven er bijvoorbeeld naar ons oordeel te baseren op relevante informatie, maar blijken zeer gevoelig voor bijvoorbeeld het taalgebruik waarmee ons een keuze wordt voorgelegd. Ook noemen we allerlei waarden en principes wanneer we ons gedrag in bepaalde situaties uitleggen terwijl in de praktijk blijkt dat het vooral de omstandigheden zijn die maken dat we al dan niet naar die waarden en principes handelen. Zo vinden we behulpzaamheid belangrijk, maar helpen we iemand vooral wanneer we zelf geen haast hebben, in een goede bui zijn en niets in de omgeving erop wijst dat het vreemd zou zijn de noodlijdende persoon te hulp te schieten.”

Wat zegt dit over ons moreel en rationeel handelen?

Sie:”Het onderzoek van impliciete en andere vooroordelen toont niet aan dat we immoreel zijn of irrationeel. Het toont iets aan over hoe we doorgaans functioneren. We zijn geneigd ons individueel denken over de wereld als middelpunt te nemen voor ons handelen. Het komt voor velen als een als onplezierige verrassing dat we niet voortdurend het overzicht hebben over ons gedrag. Ons bewustzijn verschijnt vaak pas in tweede instantie op het toneel. En daarom kan wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan zelfkennis, ook waar het gaat om humanistische waarden als autonomie, vrije wil en moraliteit.

Tenslotte, bestaat de vrije wil nu wel of niet?

Sie:”Als we de vrije wil begripen als ons vermogen onszelf bewust aan te sturen vanuit een centrale bestuurskamer van het brein, dan is het antwoord ‘nee’. Ja, als we het begrijpen als ons vermogen richting te geven aan waarden, doelen en verlangens.” 

Maureen is te volgen op Twitter via @mmsksie. De oratie is binnenkort beschikbaar  op de site van Stichting socrates, een werkstichting van het Humanistisch Verbond. De jonge humanisten van JongHVzijn erbij.

Deel dit

Tags: #vrije wil #wetenschap en onderzoek

A list of posts

Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.

Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.