Humanistici breken het denken open
Humanistici zorgen voor de broodnodige menselijke maat in de samenleving en breken onze geijkte denkkaders open. Dat bleek uit de verhalen van vier jonge afgestudeerden aan de Universiteit voor Humanistiek bij de afdeling Eemland op donderdag 3 april.
Waar werken humanistici, wat doen ze en hoe dragen ze daarbij het belang van de menselijke maat uit? Dat wilde de Afdeling Eemland graag weten van Martijn Simons, Lea Heinemans, Jochum Damstra en Martine Hulsman. Zij gingen graag op de uitnodiging in en vertellen enthousiast aan gespreksleider Anneke Maas en de circa 50 bezoekers in de Oude Viltfabriek over hun werk.
To kill or not to kill
Martine Hulsman begint en heeft met twee kloeke vragen de 50 bezoekers in de Oude Viltfabriek in Amersfoort meteen bij de les, voorzover ze dat nog niet waren. Wie vindt een militair die een andere militair doodt een moordenaar? Langzaam gaan er een paar vingers omhoog. Wie vindt dat deze militair zich schuldig zou moeten voelen? ‘Kijk, dat vinden meer mensen.’
In de presentatie ‘To kill or not to kill?’ laat Hulsman zien wat de enorme impact is van het doden van een ander mens. Hoe voelt dat bijvoorbeeld? Hulsman vertelt: “Het is een gevoel van euforie, een erotische ervaring bijna. Dat komt door de stoot adrenaline die door het bloed stroomt. Daarnaast denkt de militair ‘Ik heb het overleefd’, ‘Ik ben een goed militair’, en hij of zij heeft dan een gevoel van overwinning. Na enige tijd gaan andere gevoelens overheersen. Dan komen er vragen, is er soms verdriet en schuldgevoel, volgt ‘rationalisatie’ en uiteindelijk volgt gelukkig in de meeste gevallen acceptatie.
Bij die acceptatie zijn raadslieden belangrijk. Zij helpen voor en na de missie, met individuele gesprekken tussen militairen en adviezen voor het thuisfront (de naaste familie en vrienden). Steeds vaker organiseren zij ook nuldelijnshulp voor veteranen. Dat betekent dat militairen vooral met elkaar praten en elkaar steunen. Dat helpt hen zichzelf beter te begrijpen en dat verbetert ook hun welzijn, blijkt onder meer uit onderzoek van het Veteraneninstituut
Volop aan het werk
Jochum Damstra is één van de afgestudeerden en heeft zich op bildung in het onderwijs gestort. Dat kon bijna niet anders, vertelt hij, want zijn moeder was docent humanistisch vormingsonderwijs en doordrenkte hem daarmee. De maatschappij en het onderwijs hebben zich jarenlang gefocust op kennis, en vaardigheden, maar men vergat de menselijke factor”, constateert Damstra.
“Bij bildung leren kinderen een houding aan, een vermogen tot moreel oordelen, tot empathisch, maar ook kritisch denken. Kortom: de ontwikkeling van de persoonlijkheid is belangrijk.
Hij ziet vele kansen voor humanistici. Zelf werkt hij sinds een paar maanden aan een bildung-project op scholen bij de Vereniging van Vrije Scholen.
Kennis als ding
Een kritische houding is ook belangrijk als je gaat werken, vindt Martijn Simons. Hij past kritische filosofie toe op organisaties. In zijn masteronderzoek is kennis het sleutelbegrip. Kennis wordt door vele organisaties ‘verdingelijkt’, gemaakt tot een product dat gestructureerd en gemanaged moet worden, weet Simons.
“Het markante is dat hoe meer mensen in organisaties zich bezighouden met organisatorische kenniscreatie, hoe minder zij daadwerkelijk kennis toepassen en creëren”, ontdekte Simons. “Professionals in de zorg zijn vaak meer bezig met de verantwoording van hun kennis dan dat ze slimme oplossingen kunnen bedenken om mensen beter te helpen.”
Het punt is dat kennis geen eindproduct is, vertelt Simons. “Ik zeg ook nooit verstand van iets te hebben. Dat klinkt als eindpunt, terwijl kennis dynamisch is, iets wat telkens veranderd en waarbij mensen altijd zelf na moeten blijven denken: ‘Saupere aude’ zei Kant al. Te veel beleid houdt dat tegen. Het beleid moet wel in het hoofd zitten, op de achtergrond als het ware aanwezig zijn en niet op de voorgrond.”
Een mevrouw uit het publiek is het daar hartgrondig mee eens. “Ik weet van een experiment op mijn werk waarin mensen drie dagen lang mochten doen wat ze zelf wilden in een organisatie: daar kwamen prachtige ideeën uit voort.”
Vriendschap
Tenslotte vertelt Lea Heinemans over haar ervaringen met en onderzoek van meervoudig beperkte mensen. Dat gebruikte ze ook voor haar masterscriptie. Een van de vragen daarin was: Is voor meervoudig beperkte mensen het ‘goede leven’ en echte vriendschap weggelegd. Levenskunstfilosoof Joep Dohmen vindt ‘de beste vriendschap’ een vriendschap waarbij gelijkwaardigheid uitgangspunt is.
Heinemans: “Ik vind dat vriendschap voor iedereen is weggelegd. Natuurlijk is gelijkwaardigheid bij vriendschap belangrijk, maar dat is nooit absoluut. Ook autonomie is belangrijk, maar ook mensen wier autonomie door hun situatie beperkt(er) is kunnen nog wel kiezen, ook voor vriendschap.”
Heinemans werkte in Arche-gemeenschappen onder meer in Canada: het zijn woongroepen waarin vrijwilligers samen leven en werken met meervoudige beperkte mensen. Heeft het haar veranderd? Vraagt iemand.
Ja, ze heeft meer oog voor levensvreugde, voor vriendschap. ARC kan bijdragen aan beter begrip tussen mensen en dus voor zingeving en humanisering van de wereld, merkte ze.
Iets waar humanisten, wel of niet georganiseerd en wel of niet lid van het Humanistisch Verbond mee bezig zijn, een hoopgevende gedachte aan het einde van een leuke avond in een open sfeer waarbij de mensen wellicht ook nu uit hun vertrouwde denkkaders moesten stappen?
Tags: #bildung #Humanisme #humanistiek #Humanistisch Vormingsonderwijs #humanistische geestelijke begeleiding (HGV) #Netwerk Humanisme
A list of posts
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.