We leven in een tijd waarin conflicten toenemen en vrede kwetsbaar is, zowel dichtbij als wereldwijd. Het vertrouwen in een vreedzame wereldorde staat onder druk, terwijl humanistische waarden zoals vrijheid en gelijkheid bedreigd worden door autoritaire stromingen. Wat voor antwoord kunnen wij als humanisten bieden? Een lezing door Robbert Bodegraven, directeur van het Humanistisch Verbond.
Komt oorlog weer dichterbij?
We leven in een wereld die in korte tijd drastisch is gekanteld. Wat ooit voelde als een historisch lange periode van vrede in Europa, is nu een tijd waarin conflicten en oorlogen toenemen en dichterbij komen. Het aantal gewapende conflicten wereldwijd is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen, met een piek in 2023 die het hoogste niveau sinds 1946 bereikte.
Kijk naar de oorlogen om ons heen. In Oekraïne, waar een brute oorlog woedt die ons niet alleen als Europeanen bedreigt, maar die ons ook dwingt onze eigen vrijheid en veiligheid opnieuw te doordenken. Kijk naar de spanningen in Israël en Gaza, waar humanitaire rampspoed ons eraan herinnert hoe kwetsbaar vrede is. Kijk naar de vele andere conflicten – in Jemen, Soedan, Myanmar – die ons laten zien dat oorlog niet gestopt is, maar slechts in de marge van ons bewustzijn heeft bestaan. Fysiek brengt het verwoesting: steden worden ruïnes, lichamen gewond, levens onherroepelijk beëindigd. Emotioneel scheurt oorlog families uit elkaar, vervult harten met angst en verdriet, en laat een generatie achter die worstelt met verlies. Mentaal draagt het de zware last van trauma, het onzichtbare gewicht van herinneringen aan geweld, vlucht en onrecht. Oorlog breekt niet alleen de wereld om ons heen af, maar ook de wereld in ons.
“ We worden ruw wakker geschud uit de droom dat de wereld zich als vanzelf naar onze humanistische waarden zou voegen. ”

De droom van vrede: we zijn er nog niet
Na het einde van de Koude Oorlog, na de val van de Muur, leefden velen van ons in de overtuiging dat we een nieuw tijdperk waren binnengetreden. Een tijdperk waarin oorlog een verschijnsel van het verleden zou zijn, een vergissing uit een meer primitieve tijd. We lazen Immanuel Kant’s essay Zum ewigen Frieden—Over de Eeuwige Vrede—en begonnen te geloven dat zijn droom werkelijkheid was geworden. Dat we het ideaal van een wereld waarin rationele samenwerking en gedeelde waarden oorlog onmogelijk zouden maken, eindelijk hadden bereikt.
En toen, in de jaren ‘90, werd die illusie versterkt. De Sovjet-Unie viel uiteen. De liberale democratie leek onbetwistbaar de triomf te hebben behaald. We lazen Francis Fukuyama’s The End of History and the Last Man, waarin werd gesteld dat de grote strijd der ideologieën voorbij was. Het liberalisme had gewonnen, en met die overwinning kwam ook een belofte van stabiliteit, van vrede.
In die tijd begonnen we te geloven dat onze kernwaarden – de waarden die het moderne humanisme zo hooghoudt – vanzelfsprekend waren. Vrijheid voor ieder individu. Het recht op autonome keuzes. Een samenleving die divers is, die ruimte biedt voor iedereen. Gelijkwaardigheid, ongeacht afkomst, kleur, religie of gender. En bovenal: de democratische rechtsstaat, als baken van rechtvaardigheid en stabiliteit. We worden nu ruw wakker geschud uit de droom dat de wereld zich als vanzelf naar deze humanistische waarden zou voegen.
Humanisme onder druk
Humanisme voelt voor het eerst in lange tijd weer een echte bedreiging. Kijk ook dichter bij huis, naar het oprukken van autoritaire en radicaal-rechtse bewegingen. Zij belichamen een gedachtegoed dat fundamenteel botst met onze waarden van diversiteit, gelijkwaardigheid en individuele vrijheid. In plaats daarvan stellen ze een wereld voor waarin mensen zich terugtrekken achter muren, waarin groepen tegen elkaar worden uitgespeeld en waarin veiligheid belangrijker wordt geacht dan vrijheid. Extreemrechts propageert een wereldbeeld waarin de nadruk ligt op een natiestaat, gesloten grenzen en het beschermen van de eigen groep. Dit staat haaks op onze overtuiging: een samenleving waarin ieder individu zich vrij kan ontplooien, ongeacht afkomst, overtuiging of identiteit.
De retoriek van verdeeldheid en vijanddenken maakt de wereld niet veiliger. Het leidt tot uitsluiting, discriminatie en uiteindelijk geweld. Wij als humanisten zien de mens niet als een wolf voor zijn medemens, zoals Thomas Hobbes ooit stelde, maar geloven in de kracht van menselijke verbinding, zoals Rousseau en Kant benadrukten.
Hoe gaan wij om met een wereld waarin autoritaire regimes, anti-humanistische ideeën en oorlog steeds prominenter worden? Een wereld waarin de waarden die ons binden onder druk staan, en waarin de strijd om vrijheid en gelijkheid urgenter lijkt dan ooit? Het is een vraag die ons allen raakt, en het is een vraag waar het humanisme krachtig antwoord op kan geven. Want juist onder druk vinden we de kracht om onze kernwaarden – zoals vrijheid, gelijkwaardigheid en verbinding – te herontdekken en te herbevestigen.
“ Juist onder druk vinden we de kracht om humanistische waarden als vrijheid, gelijkwaardigheid en verbinding te herbevestigen. ”

Welk antwoord bieden humanistische denkers?
Laten we terugkijken op enkele van de grote denkers die het humanisme hebben gevormd. Zij bieden ons niet alleen inspiratie, maar ook een kompas om deze turbulente tijd te navigeren.
Erasmus: Tegen Oorlog en Verdeeldheid
Neem Desiderius Erasmus, een van de grootse humanisten van de Renaissance. Hij verzette zich tegen oorlog, verdeeldheid en onrecht. In zijn beroemde werk De Lof der Zotheid hekelt hij de menselijke dwaasheid die aan oorlog en geweld ten grondslag ligt. Erasmus geloofde dat vrede een kwestie was van verstand en moraal. Hij schreef: ‘Oorlogen zijn zoet voor hen die ze nooit hebben ervaren.’
Dit is een waarschuwing die vandaag nog steeds weerklinkt. De aantrekkingskracht van macht en strijd kan verleidelijk zijn, maar het is onze taak als humanisten om de weg naar vrede te blijven zoeken – zelfs wanneer die het moeilijkst te vinden lijkt.
Montaigne: Complexiteit en Verbinding
In de zestiende eeuw, een tijd van godsdienstoorlogen en eindeloze strijd, keek Michel de Montaigne voorbij de vijandsbeelden en de ideologische loopgraven. Hij onderzocht de complexiteit van de mens en pleitte voor een kosmopolitische blik: open, nieuwsgierig, en bereid om het onbekende te begrijpen.
Montaigne schreef: ‘De grootste zaak op aarde is de mens te leren hoe hij mens kan zijn.’ Zijn woorden herinneren ons eraan dat we, ook in donkere tijden, de dialoog moeten blijven zoeken. Dat we de menselijkheid in elkaar moeten blijven zien, zelfs als verschillen ons verdelen.
Kant: Een Universele Moraal
Met de Verlichting komt Immanuel Kant, een denker die geloofde in de kracht van onze rede. Kant zag een wereld waarin mensen, los van culturele en religieuze verschillen, een universele moraal konden ontdekken en naleven. Hij schreef: ‘Handel zo dat je de mensheid, zowel in je eigen persoon als in de persoon van ieder ander, altijd tegelijk als doel en nooit louter als middel behandelt.’
Deze ethiek van respect en gelijkwaardigheid is het fundament waarop onze democratische samenlevingen zijn gebouwd. Het is ook een krachtig tegengif tegen de dreiging van autoritarisme, dat mensen reduceert tot instrumenten van macht en controle.
Arendt: Vrijheid als Antwoord
En dan is er Hannah Arendt, die de aard van totalitarisme doorgrondde en een diepgaand inzicht bood in de gevolgen van oorlog. Voor Arendt was oorlog niet slechts een gewapend conflict, maar een mechanisme waarmee machthebbers hun wil en moraal aan anderen opleggen. Ze waarschuwde: ‘De vrijheid verdwijnt wanneer mensen niet meer in staat zijn hun meningen in vrijheid uit te wisselen.’
Voor Arendt is vrijheid niet enkel een persoonlijke aangelegenheid, maar een politieke noodzaak. Vrijheid is de mogelijkheid om in de publieke ruimte ideeën te delen, van mening te verschillen, en samen een vreedzame samenleving op te bouwen.
Welk antwoord bieden wij als humanisten in het hier en nu?
Vandaag de dag bouwen we nog steeds voort op dit gedachtegoed. Maar dit omzetten in de praktijk blijkt dat nog niet zo gemakkelijk te zijn. Laat me, om dit te illustreren, beginnen met wat ongemakkelijke vragen. Vragen die ons als humanisten uitdagen, onze waarden toetsen en ons confronteren met de complexiteit van de wereld waarin wij leven.
Ik stel je voor om deze vragen in gedachten te beantwoorden met een ‘ja’ of ‘nee’. Geen zorgen, je mag morgen weer van mening veranderen. Zie het als een gedachte-experiment. Een oefening om te verkennen hoe wij, als humanisten die voor gelijkwaardigheid, vrijheid en vrede staan, omgaan met de grote ethische dilemma’s van onze tijd.
Enkele ongemakkelijke vragen voor de samenleving:
- Moet Nederland zich extra bewapenen?
- Moet de dienstplicht worden heringevoerd?
- Zijn onze waarden het waard met wapens te verdedigen?
- Zijn onze waarden het waard om landen binnen te vallen?
- Zijn de levens van mensen die humanistische waarden vertegenwoordigen meer waard dan levens die anti-humanistische waarden vertegenwoordigen?
Enkele ongemakkelijke vragen voor jouw eigen leven:
- Heeft het zin om naar oorlogsbeelden te kijken?
- Ga jij in dienst als er dienstplicht is, of vind je het goed als je kinderen of naasten in dienst gaan als er dienstplicht is?
- Zou jij een mens neerschieten om je waarden te verdedigen?
- Zou jij een mens neerschieten om jouw leven te verdedigen?
- Zou jij een mens neerschieten om het leven van je kind, partner of naaste te verdedigen?
Enkele beschouwende vragen:
- Gaan we door het stellen van deze vragen mee in de oorlogsretoriek?
- Is het zinvol om deze vragen nu al te stellen en een antwoord te formuleren?
Voor humanisten, die waarde hechten aan menselijke waardigheid, vrijheid en het streven naar een rechtvaardige wereld, is vrede van grote waarde. Maar hoe bereiken we die vrede? En wat doen we als de wereld in brand staat? Hierover verschillen humanisten vaak van mening. We staan voor dezelfde waarden, maar de manier waarop we deze waarden vertalen naar ons handelen kan sterk verschillen.
Sommigen pleiten voor geweldloos verzet, geïnspireerd door het voorbeeld van Gandhi of Martin Luther King. Anderen zien vrede juist als iets dat verdedigd moet worden, zelfs met gewapende interventies als dat nodig is om mensenlevens te beschermen. Wie heeft gelijk?
Al zou ik graag een inhoudelijk antwoord geven op bovenstaande vragen en jullie ervan overtuigen dat dit de koers is die we als humanisten moeten bevaren, gooi ik het nu over een andere boeg: Hoe vinden we in deze complexe vraagstukken een weg die recht doet aan onze gedeelde waarden?
“ Innerlijke meerstemmigheid helpt ons om met meer compassie en begrip naar onszelf en de ander te luisteren. ”

Een humanistisch antwoord: innerlijke meerstemmigheid
Hier biedt innerlijke meerstemmigheid een krachtig antwoord. Innerlijke meerstemmigheid betekent dat we erkennen dat onze eigen overtuigingen niet eendimensionaal zijn. Zelfs binnen onszelf dragen we vaak tegenstrijdige gedachten over oorlog en vrede. Aan de ene kant koesteren we idealen van geweldloosheid en dialoog, maar aan de andere kant voelen we ook woede bij onrecht en een verlangen om actief in te grijpen wanneer mensen lijden.
Innerlijke meerstemmigheid nodigt ons uit om naar deze verschillende stemmen – en bijhorende emoties – in onszelf te luisteren zonder ze te onderdrukken. Het stelt ons in staat om te onderzoeken waar onze overtuigingen vandaan komen: Welke herinneringen roepen ze op? Welke emoties spelen een rol? En wat zijn de waarden die daaronder liggen? Dit proces helpt ons om met meer compassie en begrip naar de innerlijke meerstemmigheid van anderen te luisteren.
Wanneer we denken aan de dreiging van oorlog, kunnen de vragen over dienstplicht, bewapening, of de keuze om wel of niet in een conflict te stappen, angst oproepen. De ene persoon voelt angst voor het verlies van leven of familie, een ander misschien voor wat het met je doet als je zelf verstrikt raakt in een geweldspiraal, nog een ander voelt angst om te weinig te doen en een passieve omstander te worden. Wanneer we deze angst erkennen, kunnen we elkaar begrijpen in onze bezorgdheid. Hetzelfde geldt voor verdriet. Verdriet om wat is geweest: de verloren levens, de verwoeste huizen, de diepe wonden die ook door oorlogen in het verleden zijn achtergelaten. Wanneer we elkaar ruimte geven om dit verdriet te uiten, kunnen we elkaar erkennen in onze gedeelde menselijkheid. Ook voor woed geldt dit. We voelen woede wanneer we voor iets willen strijden. Voor iets wat wij de moeite waard vinden om voor te vechten, om niet over ons heen te laten lopen, om grenzen aan te geven. Herkennen we hier elkaar dan niet in? Dan is er de onzekerheid. Oorlog roept niet alleen angst en woede op, maar ook twijfel. Wat is de juiste reactie in deze tijd? Hoe moeten wij als individuen, en als samenleving, omgaan met de dreigingen van oorlog? Moeten we ons wapenen, moeten we in de politiek een duidelijk standpunt innemen, moeten we een bepaalde keuze maken in ons handelen? De onzekerheid die we voelen, kan ons verstijven. Het kan ons doen twijfelen aan wat het juiste pad is, en ons gevoel van machteloosheid vergroten.
Onzekerheid kan ons echt ook laten zien dat we niet alles kunnen weten, niet alles kunnen controleren. Het helpt ons om met compassie naar onszelf en anderen te kijken. In plaats van snel antwoorden te zoeken, kunnen we ruimte geven aan deze onzekerheid, en ons richten op wat we wel kunnen doen. Het vraagt om moed, maar ook om de bereidheid om niet altijd te weten, en toch de stap te zetten naar dialoog en verbinding.
Van innerlijke meerstemmigheid naar gedeelde menselijkheid
Wanneer we beseffen dat niemand een simpele oplossing heeft voor de complexe vraagstukken van oorlog en vrede, kunnen we elkaar ontmoeten in gedeelde menselijkheid. Het doel is niet om het altijd met elkaar eens te zijn, maar om elkaars verhalen te horen en open te staan voor de mogelijkheid dat de waarheid niet zwart-wit is.
De kracht van innerlijke meerstemmigheid is dat het nuance brengt in plaats van vijandige polarisatie. Het creëert ruimte voor dialoog, zelfs wanneer emoties hoog oplopen. Het herinnert ons eraan dat vrede niet alleen een einddoel is, maar ook een houding die we oefenen in het gesprek met elkaar. Als we bereid zijn om zowel onze eigen innerlijke tegenstellingen als die van anderen te omarmen, ontstaat een diepe vorm van empathie die ons dichter bij een wereld van rechtvaardigheid en vrede brengt. Want hoe we de vrede verdedigen in tijden van oorlog is niet alleen een politieke discussie, het is ook een diep menselijk vraagstuk.
“ Vrede is niet alleen een einddoel, maar ook een houding die we oefenen in het gesprek met elkaar. ”

Hoe kunnen we als humanisten het verschil maken?
We hebben onderzocht hoe innerlijke meerstemmigheid ons helpt conflicten binnen onszelf te begrijpen, zodat we niet verstrikt raken in onze eigen interne oorlogen. Deze innerlijke vrede draagt bij aan meer vrede in de wereld. Maar is dat genoeg? Welke stappen kunnen we verder nemen? En hoe kunnen we als humanisten — zowel individueel als collectief — een verschil maken?
Het begint met een simpele, maar krachtige vraag: Hoe draag jij bij aan vrede?
Als individu is het belangrijk om te focussen op waar je invloed op hebt. In een wereld waarin het nieuws vol chaos en leed is, lijkt machteloosheid soms de enige optie. Maar dat is een illusie. Er is altijd iets waar je grip op hebt. Misschien is dat hoe je met anderen omgaat, hoe je luistert zonder te oordelen, of hoe je werkt aan verbinding binnen je eigen gemeenschap of juist met anderen buiten je eigen gemeenschap of bubbel. Het vinden van balans is daarbij essentieel. Vraag jezelf: Wat geeft mij kracht? Wat vult mijn batterij, zodat ik blijf bijdragen zonder op te branden?
Als individu heb je een verantwoordelijkheid. Niet om alles te dragen, maar om je unieke rol in deze wereld te vervullen — op jouw manier, met jouw mogelijkheden. Misschien betekent dat vreedzaam opvoeden, vrijwilligerswerk doen, of bewust kiezen waar je je geld aan uitgeeft. Dit alles maakt een verschil. Maar humanisme is nooit alleen een persoonlijke zaak. Samen staan we sterker.
Als collectief kunnen we veel verder reiken. Samengebracht in verenigingen en bewegingen als het Humanistisch Verbond hebben humanisten een kracht die groter is dan de som van individuele bijdragen. Samen kunnen we campagnes opzetten, beleid beïnvloeden, en solidariteit tonen in tijden van conflict. We kunnen platformen creëren waar dialoog centraal staat, waar verhalen worden gedeeld die begrip en empathie bevorderen. Humanistische verenigingen kunnen vrede actief promoten door bewustwording te creëren, vredesnetwerken te bouwen en actie te voeren tegen onrecht. Als individu reflecteren we. Als collectief inspireren en mobiliseren we.
Dit noemen we actieve hoop — een hoop die ons niet verlamt, maar aanzet tot actie. Actieve hoop is niet wachten op betere tijden, maar geloven dat wij die betere tijden kunnen vormgeven. Individueel kunnen we beginnen met kleine stappen. Collectief kunnen we deze stappen vergroten tot een beweging. Door onze krachten te bundelen, versterken we elkaars impact. Ik roep jullie op: koester hoop en handel vanuit die hoop. Als individuen én als collectief kunnen we bijdragen aan een betere wereld. Samen kunnen we vrede dichterbij brengen — niet als een verre droom, maar als een individueel én gezamenlijk doel.
“ Actieve hoop is niet wachten op betere tijden, maar geloven dat wij die betere tijden kunnen vormgeven. ”

Wil jij hierover meedenken?
Gaan thema’s als oorlog en vrede jou aan het hart? Wil jij je actief inzetten voor een vredevollere samenleving? Sluit je aan bij het Humanistisch Vredesberaad. Wij horen graag wat jouw ideeën zijn over vrede en dialoog. We kijken uit naar jouw bijdrage en deelname aan onze missie voor een geweldloze conflicthantering.
