Eind jaren negentig sprak Humanistisch Verbond Bohlmeijer over het drietal boeken dat hij over de periode na het ongeluk schreef (Ik moet je iets heel jammers vertellen, Aan een Engel die nieuw is, Het vermoeden).
Na een kwart eeuw laat hij ons weten dat ‘de cirkel rond is’ met de verschijning van zijn jeugdboek Keigoed, of bijna, waarmee hij de PEN America Grant 2021 won. De verlegen en markante hoofdpersoon Musje moet haar moeder missen, en weet niet hoe ze haar terug moet krijgen. Ze beweegt zich door een verwarrende wereld, maar wordt in de arm genomen door haar nieuwe, moedige vriend Boldie. Het verhaal is ode aan het buitenbeentje, en een oproep tot lef en vriendschap.
Hoe gaat het nu met Arno Bohlmeijer? We spreken hem over moeders missen, schrijverschap en troost.

‘De cirkel is rond’, kan je dat eens in je eigen woorden uitleggen?
Goeie genade, even denken. Keigoed, of bijna gaat over moeders die afwezig zijn. Dat de cirkel rond is, is een indicatie dat je verder moet met het leven na afscheid, je moet leren omgaan met die afwezigheid en je beseft dat dat ook goed kan. Musjes moeder komt uiteindelijk wel terug, en Marjan komt niet terug. In beide gevallen ga je verder met wat er wel is. Daar gaat dit boek over.
Als je het hebt over verder gaan en vinden wat er wel is, dan speelt vriendschap in het boek een grote rol.
Exact, blij dat je het zo zegt. Vriendschap is het hoofdthema. Of liever: bondgenoot zijn, voor elkaar opkomen, elkaar redden. Boldie, de nieuwe beste vriend van Musje, redt Musje, en andersom. Daarna gaan ze verder de wereld in en komen ze weer iemand tegen die hulp nodig heeft. Vrienden hulp bieden is toch een van de mooiste thema’s van het leven.
Musje en Boldie helpen of troosten elkaar niet met grote gebaren, juist hele kleine.
De gebaren beginnen heel klein, Boldie die kijkt hoe het met haar gaat als Musje bang is voor een motor die hard langs scheurt, of haar lief probeert over te halen samen met hem vogels te voeren. Maar het kan wel een grote betekenis hebben. En in die kleine reisjes hoeft helemaal niet zoveel gezegd te worden. Dat is exact zoals ik troost ervaar.
Heb je dat ook zo ervaren in de eerste periode nadat Marjan overleed?
Ik denk dat Musje een beetje een alter ego is van mij. Is dat raar om te zeggen? Ik denk dat ze wel in het leven staat zoals ik. Wat verlegen, maar ook wel weer veel durven, als je even de tijd, of de kans krijgt. En inspiratie en geluk vinden in schoonheid.
Achterop het boek stond: in het alledaagse ziet zij het buitengewone. Geldt dat ook voor jou?
Ja, maar dan met anderen. Vreugde is er natuurlijk als je iets moois ziet of ervaart. Maar dan is het wel heel fijn als iemand anders het ook ziet.
Waarom is het belangrijk voor je om het thema afwezige moeders te blijven aanstippen en onderzoeken?
Ik doe dat niet bewust. Er komt iets in me op, dat noteer ik. Dan ben ik ook toeschouwer, zo van: oh kijk, dat thema zit er dus nog. Dat verbaast me keer op keer, de gevoeligheid van gemis in verhouding tot geluk, en het evenwicht en de spanning daartussen.
Als je kleinkinderen krijgt, dan ontbreekt er bijvoorbeeld een oma. Dan merk ik: ik voel gemis op een andere diepte. Als ik ga oppassen, dan vind ik het eeuwig zonde dat Marjan er niet is.

Je zei 25 jaar geleden dat de momenten van gemis minder vaak voorkomen, maar als ze er zijn, het nog net zo zeer doet. Hoe ervaar je dat nu?
Dat is intussen wel iets veranderd, het doet echt minder zeer. Het is zelfs zo dat ik soms weleens het gevoel heb: het lijkt wel een leven geleden. Het is er, en het hoort bij je, maar het was wel een ander leven.
Hoewel, mijn dochter Rozemarijn had vier jaar geleden een hartoperatie, en dat vond ik wel heel heftig.
Op welke manier?
Dat gemis voelde heel erg alleen. Kan je nagaan hoe dat voor Rozemarijn moet zijn geweest. Die lag twee weken in het ziekenhuis, en waar was haar moeder? Afwezig. Dat was natuurlijk een uitzonderlijke situatie, dus dan heb je ook een uitzonderlijk gemis.
Je omschreef in het eerdere interview dat Rozemarijn ook wat meer moeite had met het verlies dan je andere dochter.
Al kwam bij mijn andere dochter uitgestelde rouw, na 25 jaar. Die begon van vooraf aan. Dat is ongelooflijk, hoeveel manieren er zijn voor rouw om te blijven hangen. Het kan bewust of onbewust komen, je overvallen, of heel zacht en mild terugkomen. Helemaal verdwijnen doet het nooit, je kan geraakt worden door iets en dan is het er weer volop. Heel boeiend.
Het is natuurlijk ook een thema wat de laatste jaren veel meer onderzocht wordt, ook in de literatuur.
Omdat het zo onderschat is, denk ik. En omdat we niet zo goed weten hoe het moet. Er is zoveel digitaal en mentaal waar we in vluchten. En zoveel stoerdoenerij. Wij schamen ons voor onze tranen. Wat kan je dan verdwalen eigenlijk. Rouwen is gewoon is een heel vergeten gebied.
Je hebt nu rouwtherapeuten en rouwcoaches, en dan denk ik: huh, waarom past rouw niet in het dagelijks leven? Er moeten boeken over geschreven worden, en praatprogramma’s aan gewijd worden. Het hoort bij de natuur en bij de mens, maar dat lijkt niet meer zo vanzelfsprekend.
Je bedoelt: dat het heel afstandelijk is om met een rouwcoach te gaan praten, in plaats van verbinden met de mensen die om je heen zijn?
Je gezin, of je buren, of je naaste familie of vrienden, waarom gebeurt rouw niet gewoon daar? Waarom is er dan niemand in je naaste omgeving met wie je dit deelt? Met wie je kan praten, huilen of wandelen? Misschien is het een luxeprobleem dat ik het heel goed heb gehad. Maar het is ook een kwestie van durven.
Wij hebben ook wel een beetje een verkrampte cultuur als het gaat om de dood. In landen als Mexico of Ghana wordt de dood ook gevierd.
Ze huilen daar ook veel meer, er wordt ook gewoon gebruld en gedanst. Er is veel meer expressie, veel openlijker. Wij zijn heel keurig en rationeel. Al die enge gevoelens passen daar allemaal niet bij, zijn we bang voor. Dat is een vreemd soort tegenstrijdigheid, aan de ene kant heb je een soort beschermingsmechanisme, die de pijn tegenhoudt, maar dat werkt juist averechts.
Jij hebt ook je pen gehad, het schrijverschap.
Schrijven is een enorme vreugde. Dat hielp enorm, en goede mensen. Is dat stom geluk geweest, of is dat ook een kwestie van actie? Het gaat om openstellen, denk ik, en een wisselwerking. Dat biedt troost. Dat deed ik met Marjan al. Door elkaar hebben we geleerd om open te gaan, te smelten. Dat heb ik altijd al als bijzonder ervaren.
Wat hoop je bij te dragen met dit boek als het gaat om jonge kinderen die moeten omgaan met verlies en rouw?
Verhalen schrijven over open stellen. En laten zien hoe het kan. Ik hoop dat kinderen dit lezen, en ook zo gaan doen zoals Musje doet. Dat is mijn aandeel. Als ik zoveel geluk heb gehad met zoveel mensen om mij heen, dan geef ik het door.
Voeding voor de geest
HUMAN INC. prikkelt de geest met journalistieke interviews, verdiepende essays en verhalen van mensen over menselijkheid. Vul het formulier in en krijg het tijdschrift gratis thuisgestuurd!
Wat vind je het leukste aan Musje?
Openheid en directheid. Is dat de kern van Musje?
Ik vind het het allerleukste aan haar dat ze zo markant is. Ze wordt misschien weleens onzeker, maar laat zich niet gek maken, en vindt manieren om uit de onzekerheid te klimmen. In die zin is het een ode aan het buitenbeentje.
Daar heb je ook heel veel lef voor nodig, dat doet ze heel goed. Het is heerlijk om een persoon te creëren die misschien meer durft dan ik. En dan durf ik het stiekem toch een beetje via Musje. Het buitenbeentje dat iets bereikt met die kant van haar, en een weg naar binnen vindt. Heerlijk.
Musje is ook veel bezig met acceptatie en vertrouwen. Hoe ga jij daar zelf mee om?
Doen wat je kunt, en het toch ook nemen zoals het komt. Dat doet Musje heel veel. Mijn partner heeft uitgezaaide kanker, dus we zijn uitsluitend bezig met acceptatie en vertrouwen.

30 jaar later ben je opnieuw bezig met de dood van een partner.
Twee jaar geleden zag het ernaar uit dat het afgelopen was, maar niet definitief. Toen heb ik al iets van rouw ervaren, dat kwam over me heen. Er zit een gebied in mij, dat heet afscheid, en dat werd weer geraakt.
Dat komt opeens weer boven als er weer zoiets dreigt te gebeuren?
Dat gaat nooit meer helemaal dicht. Wel tijdelijk, maar het is er.
Zou je willen dat het dichtgaat?
Nee, absoluut niet. Want dan zou ook iets van Marjan dichtgaan. Dat kan niet. Ik ben door Marjan geraakt, en door het afscheid, en dat is in wezen ook een van de mooiste stukjes van mij.
Ben je bezig met een volgend boek?
Ja, ik heb wat opgestuurd. Een prentenboek.
Komen deze thema’s ook weer terug?
Saamhorigheid zou ik zeggen. Openheid, directheid en eerlijkheid. Dat blijven toch wel mijn thema’s. Vriendschap, identiteit, solidariteit, humor. Dat is ook Musje.
En dus Arno.
Ik hoop het dan maar.