Je leeft ‘duurzaam’ en eet ‘goed’ voedsel. Logisch! Maar hoe weet je eigenlijk wat goed en duurzaam is? We vragen het de komende weken aan leden, zoals Hetty Koppenaal (53). “Ik heb de wijsheid niet in pacht alleen een beetje macht over mijn eigen kleine wereldje. Het daarin `goed´ proberen te doen is al lastig genoeg.” Nummer drie van Human gaat over duurzaamheid en voedsel.
“Ik merkte dat mijn levensstijl redelijk low-impact is. Ik doe boodschappen om de hoek, eet bijna geen vlees en alleen biologisch, koop groenten van het seizoen en gebruik zoveel mogelijk de fiets en het openbaar vervoer”, vertelt Koppenaal, die werkt als arts bij een GGD. Ze nam vorig jaar deel aan de No Impact-week. Het Humanistisch Verbond was daar ambassadeur van de week waarin de uitdaging was een week lang zo de aarde zo weinig mogelijk te belasten.
Koppenaal let altijd wel goed op de wat ze eet.
“Nee, geen vis of vlees koop die hier wordt gevangen, in Azië wordt verwerkt (omdat het goedkoper is) en weer terug naar Nederland wordt gevlogen. Aan dat soort bizarre zaken werk ik niet mee….voor zover ik het weet.”
Eye-opener
Een eye-opener was de opdracht op de laatste dag van de No Impact-week. “We kregen als opdracht ‘iets goed te doen´. En dat was verrassend. Ik kwam in contact met andere mensen uit de buurt. Ook werd ik me bewust van de kracht van samenwerken en ruilen of gemeenschappelijk gebruik. Ik leen mijn auto sindsdien uit.”
Het is eigenlijk vreemd dat in onze individuele samenleving iedereen alles voor zichzelf heeft: een eigen auto, een eigen schuurmachine, ladder of hogedrukspuit, denkt ze. Dat geldt ook voor haarzelf. “Sommige dingen gebruik je bijna nooit: dat kun je ook met elkaar delen voor gemeeenschappelijk gebruik. Overigens heb ik de indruk dat jongeren dit veel beter inzien dan onze generatie, ook al zijn dat dan misschien vooral de hogeropgeleide jongeren. Misschien komt dat omdat ze toch opgroeien in economisch zwaardere tijden.”
Wat is duurzaam?
In het algemeen vindt Koppenaal het niet moeilijk te bepalen wat duurzaam is.
“Ik denk dat vlees bijvoorbeeld nooit duurzaam kan zijn. De verspilling van water, van voedingsstoffen en de impact op het milieu is zo evident: dus ik eet het bijna nooit, ook omdat je prima zonder kunt.”
Maar hoe zit het eigenlijk met biologisch. Is dat altijd beter? “Dat hangt ervan af. Maar ik weet als arts wel dat biologische kippen die buiten zijn meer kans hebben op vogelgriep of infectieziekten. Bovendien zie ik in de eco-winkels veel lifestyle-producten komen die niet duurzaam en naar mijn mening inspelen op rare trends zoals exotische zaden en superfoods.”
Melk uit een pak
Koppenaal vindt dat we als mensen afhankelijk zijn van de natuur en er deel van uitmaken. “Je moet er respect voor hebben. Als je in een stad op 10 hoog woont is de natuur ‘verder weg’. Dat kan ertoe leiden dat er kinderen opgroeien die denken dat melk uit een pak komt en niet uit een koe. Maar ik hou van zowel cultuur als natuur. Daarom reis ik veel. Ik heb drie jaar in Afrika als tropenarts gewerkt en ga het liefst een keer per jaar verder weg. Reizen helpt me mezelf te relativeren en ik leer van andere culturen.”
Langetermijn versus kortetermijn
Duurzaam is voor Koppenaal letten op de langetermijn. “Dus niet nu oproepen tot consumeren om de economie te stimuleren. Want waarom moeten we groeien? Misschien moeten we juist krimpen. Consuminderen. Juist nu geld steken in milieu, in zonne-energie, schonere auto´s etc., zodat we op de lange termijn daar iets aan hebben in plaats van hijgerige politiek te voeren met als duurzaamste visie de eerstvolgende verkiezingsuitslag of de economie.”
Kwaliteit van leven is uiteindelijk niet bezit, maar verbondenheid, schoonheid en gezondheid, denkt zij. “In andere (armere) culturen zie je ook vaak meer burenhulp omdat ze elkaar domweg meer nodig hebben. Anderzijds is er corruptie en ook onderlinge strijd vanwege afkomst of religie. Ik heb de wijsheid niet in pacht alleen een beetje macht over mijn eigen kleine wereldje. Het daarin `goed´ proberen te doen is al lastig genoeg, maar ook inspirerend.”