Mensenrechten worden vaak gezien als iets westers dat aan de rest van de wereld wordt opgedrongen. Als een elitair, genoegzaam, individualistisch typetje dat anderen lastigvalt met zijn principes en waarden. Dat is, zegt onze LangLeveMensenrechten-ambassadeur Ernst Hirsch Ballin, een te eenzijdig, beperkt beeld van mensenrechten. Mensenrechten gaan in de kern over menselijke waardigheid, overal ter wereld.

We hebben een te eenzijdig beeld van wat mensenrechten zijn. Waar gaat het volgens u dan precies over?
Mensenrechten gaan over alles wat vereist is om mensen te laten leven en hun levensplannen te laten ontwikkelen. Erkenning van menselijke waardigheid is het wezen van de mensenrechten.

Het is absoluut geen geringschatting om je uit te mogen spreken, te geloven wat je wil en dat te verkondigen wat aan jouw inzichten beantwoord. Maar daaraan vooraf gaan de voorwaarden dat je als mens gevrijwaard moet zijn van armoede, mensonterende ongelijkheid, van angst en repressieve regimes – óók in onze Westerse samenleving. Als aan die voorwaarden niet wordt voldaan, dan eisen we mensenrechten voor een groep op die well to do is. De groep mensen die redelijk beschermd leeft, weerbaar is maar niet voldoende bereid is om dat te delen. Wanneer een goed opgeleid persoon dat wat voor hem van betekenis is, van een wereldwijde claim voorziet, gaat het inderdaad om eigen belang. Ik wil daar het echte universalisme van mensenrechten tegenover zetten.

Zo bezien: hoe is het met de mensenrechten in Nederland gesteld?
Natuurlijk zijn we een heel eind in de realisering van mensenrechten. Ik zal dan ook geen somber beeld schetsen. Maar ook in Nederland is helaas het enkelvoudig denken over identiteiten doorgedrongen. Daar schuilt een gevaar in. Econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Kumar Sen waarschuwt terecht dat wanneer mensen gaan denken dat één identiteit de allesbepalende is en zo op grond van die identiteit de ander zien als minder, een eerste stap richting geweld wordt gezet.

Te vaak wordt negatief gesproken over een meervoudig staatsburgerschap, terwijl een meervormige identiteit in de levensgeschiedenis van veel mensen hoort. En toch moeten zij kiezen. Een kennis werkt al geruime tijd in het Verenigd Koninkrijk. Ze heeft zowel een band met Engeland als Nederland. De Brexit stelt haar straks de keuze: je kunt hier blijven werken als je Brits staatsburger wordt. Maar als ze dat doet, vraagt de Nederlandse staat haar Nederlandse staatsburgerschap op te geven. Waarom eigenlijk? Die vraag kan ik niet beantwoorden. Het is een afweerhouding die je ook terugziet in discussies over immigratie.

Hoe ziet u dat terug in het immigratievraagstuk?  
Bij dit onderwerp zie je te vaak dat wordt gesproken over grenzen waar men slechts in één kant van die grens is geïnteresseerd. Maar je moet je altijd realiseren dat elke grens een andere kant heeft. Niet iedereen die op een schip hierheen komt, hoeft te worden toegelaten. Maar stel jezelf wel altijd de vraag: wat gebeurt er aan de andere kant van de grens wanneer ik een boot terugstuur? Roep ik bijvoorbeeld het risico af dat mensen in een situatie van foltering terechtkomen wanneer ze naar een land als Libië worden gestuurd? En ook Nederlands beleid dient zich de vraag te stellen wat er nodig is om elders menswaardige situaties te creëren. Met alleen vluchtelingenopvang in de regio, ook al zijn mensen daar gevrijwaard van foltering en bombardementen, ben je er nog niet. Er moet meer gedaan worden, zoals voorzieningen voor onderwijs. Doe je dat niet, dan ontneem je mensen hun levensproject. En daar gaat het om bij mensenrechten: om de levensprojecten van mensen.

 Maar zoals gezegd: een grens heeft twee kanten. In Nederland leven mensen ook in precaire situaties. Mensen, bijvoorbeeld, die perspectieven in hun eigen leefomgeving missen omdat er sprake is van ontvolking. Scholen en supermarkten zijn gesloten. Het is vanuit beide kanten verkeerd geredeneerd wanneer wordt besloten dat in de ontvolkte streek best een azc voor duizend mensen kan worden gebouwd. Vanuit de gemeenschap omdat zij zich al jarenlang afvraagt wat hun perspectief is, en vanuit de migranten omdat zij daar wel worden beschermd, maar geen enkele verbinding met de samenleving wordt gelegd. Dat is kortzichtig en heeft zeker het maatschappelijk debat verhard.

 

Er wordt steeds luider geroepen om bescherming van ons land tegen invloeden van buitenaf. De mensenrechten hebben het hierin lastig te verduren. Ze staan nationaal beleid in de weg.
Inderdaad, zo wordt het soms gezegd: mensenrechten zitten de democratie in de weg. Maar wat is democratie? Die vraag stel ik geregeld aan mijn studenten. Vaak is het antwoord dat in een democratie de meerderheid beslist. Is dat zo? Mag de meerderheid beslissen dat de minderheid geen rechten meer heeft, haar rechten verliest, of de toegang tot de media verliest? Het is de meerderheid die beslist binnen de kaders van de grondwet. De grondwet beschermt fundamentele rechten, waaronder burgerrechten. Ook van de minderheid. Mensenrechten hebben democratie nodig, en democratie heeft mensenrechten nodig.

Als er aan een van de twee wordt getornd, wat zegt dat dan over de democratie waarin we leven?
Als dat gebeurt, dan is het goede nieuws dat er niet vooraf geprogrammeerde meningen mogen worden geventileerd. Maar dan houdt het goede nieuws op. Want op het moment dat er geen respons komt dat je de fundamentele rechten van anderen moet beschermen, van mensen die in nood zijn, dan tast je de democratie aan.

En dat is toch ook in Nederland al wel een beetje aan de hand?
Vandaag de dag krijgen mensenrechten dan ook geen tien.

Wat is nodig om mensenrechten en nationaliteit gelijkwaardig te laten samengaan?
Ik identificeer me graag als Nederlander, maar ik zou iedereen willen aanraden om het uit zijn hoofd te laten te denken dat je daarmee superieur bent aan mensen uit andere landen. En dat vergt inlevingsvermogen. Dat geldt ook voor dat wat je kenmerkend acht voor Nederland. Er zijn mensen die spreken over de joods-christelijke identiteit van Nederland. Dat kun je goed bedoelen, maar het kan ook worden misbruikt als afgrenzing van Nederlanders met een andere overtuiging. En dan is het niet onschuldig meer. Door humanisten en niet-gelovigen wordt soms sterk de nadruk gelegd op de Verlichting. Door de Verlichting is religiekritiek mogelijk geworden. Dat is winst natuurlijk, maar ook als je de Verlichting als allesbepalend ziet, sla je evenmin de brug niet.

Inlevingsvermogen dus, en dat is te leren uit de ontmoeting. Ik denk echt dat het zo werkt. Onderwijs is hierin belangrijk, de plek waar ontmoetingen plaatsvinden. Dat kan met leerdoelen die betrekking hebben op burgerschapsvorming. Het geldt overigens ook voor politieke partijen. Het was heel lang zo dat de achterban van mainstream partijen voor een substantieel deel mede bestond uit kiezers met een migratie-achtergrond. Dat is minder geworden en dat is niet positief. Tegelijkertijd zie je een opkomst van politieke partijen die ofwel helemaal niets moeten hebben van migranten of zich geheel richten op migranten. Ons politieke stelsel is gediend met politieke partijen die mensen verenigen op doelstellingen voor onze samenleving. Die de verbinding zoeken.

 

Ga je op vakantie?

Doe je paspoort een plezier en bescherm hem met de mensenrechten

Inlevingsvermogen doet een appel op onze eigen houding. Wanneer raakte u daar in uw leven van doordrongen?
Mijn eerste herinnering is bepaald door familiegeschiedenis. Mijn vader is als Joodse vluchteling naar Nederland gekomen. Ik denk dat ik al vrij jong was toen ik besefte dat een leven verwoest kan worden. Dat ik inzag dat een mensenleven en de rechtsorde kwetsbaar zijn, zonder het al te kunnen verwoorden. Kwetsbaarheid vraagt om onderhoud, en bedacht zijn op bezorgde signalen. Het besef van de kwetsbaarheid van de rechtsorde, daar moet je niet van bezeten worden, maar neem het ook niet te snel voor gegeven en onaantastbaar. Ik ben altijd op mijn hoede als mensenrechten alleen als randvoorwaarde worden gesteld, zonder voldoende aandacht voor de brede betekenis ervan als bescherming van ieders persoonlijke waardigheid.

Onze nationale identiteit komt tot uiting in de Nederlandse vlag, het Wilhelmus, Koningsdag. Hoe kunnen we mensenrechten tastbaar maken?
Mensenrechten zijn niet zozeer tastbaar te maken. Het is een houding. Probeer je eigenheid te zien als iets dat je draagt, waarvan je houdt en die je liefhebt, maar er niet toe dient om mensen die daar een andere kijk op hebben het leven zuur te maken. Die houding vraagt om oefening. En wees bedachtzaam, blijf altijd op je hoede.

De Universele verklaring voor de Rechten van de Mens bestaat 70 jaar. Wat wenst u de mensenrechten nog toe in het verdere leven?
Dat ze niet langer worden gezien als iets dat ons in de weg zit. Dat ze niet als elitair worden gezien, maar dat ze goed zijn voor politiek en samenleving. Dat ze geen begrenzende hinderpaal vormen, een beletsel voor beleid, maar inspiratie geven. Dit hebben we gewild, de verklaring is iets dat ons samen draagt. Dat is mijn vurigste wens.

 

Schermafbeelding-2019-06-07-om-11.01.19

Fiona Fortuin

hoofd campagne en communicatie

Profiel-pagina