“De kinderen en docenten mogen niet herkenbaar in beeld en je mag ze ook geen vragen stellen.” Twee dagen voordat deze reportage staat gepland om mee te kijken met een les Medialogica in de klas komt deze eis. De coördinator van de school uit Almere klinkt resoluut. Ja, hij begrijpt ook wel dat je voor een aantrekkelijk verhaal mensen van vlees en bloed nodig hebt, niet enkel achterhoofden en schoenen. En dat vragen kunnen stellen essentieel is voor een journalist. “Maar”, zo legt hij gehaast uit, “ik wil echt geen risico lopen op gedoe.” Sinds de nieuwe AVG-wetgeving (Algemene Verordening Gegevensbescherming) moet de school elke ouder van tevoren toestemming vragen voor het in beeld komen van hun kind. “En daar hebben we natuurlijk echt geen tijd voor.” Het is ironisch genoeg een van de thema’s die aan bod komt in de lessen Medialogica in de klas: hoe vind je de juiste balans tussen privacy en een goed verhaal?
Op de dag zelf verwelkomt journalist en docent Rowan Olierook deze vierde klas van het gymnasium in de kelder van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Zij ontwikkelde een les voor middelbare scholieren die voortvloeit uit Medialogica, een televisieprogramma van omroep Human over de wisselwerking tussen media, politiek en publieke opinie, en hoe die onze kijk op de werkelijkheid – soms dramatisch – beïnvloedt. De meegekomen leraar wiskunde benadrukt nog eens dat er niemand herkenbaar op de foto mag. Zeventien jongens en vijf meisjes slenteren ietwat verveeld het lokaal binnen. Ze hebben net een rondleiding gehad in het museum boven. Daar mochten ze onder andere in een simulator het Achtuurjournaal presenteren. Als iedereen op de zwarte plastic krukjes zit, vuurt Olierook meteen een rits vragen op de leerlingen af. “Als het antwoord ‘ja’ is, ga je staan.” “Wie kijkt er wel eens naar het journaal?”
Iedereen blijft zitten. Na een korte stilte klinkt het zachtjes achterin de klas: “Mijn vader.” “Wie leest er een krant?” Alleen drie jongens op de eerste rij staan op. “De AD”, zegt de langste van de de drie. “Het is hét AD”, verbetert een klasgenoot hem. “Wie kijkt er nog live televisie?” Tien leerlingen gaan staan. Ze noemen Eredivisie en Wie is de Mol.
Het nieuws lezen ze op hun telefoon, via sociale media. “Ik volg het Almere Nieuws op Snapchat”, zegt een meisje. Gelach, er ontstaat rumoer. De wiskundeleraar kijkt even op van zijn telefoon en maant tot stilte. “Wat hebben jullie vandaag in het nieuws gelezen?”, vervolgt Olierook. “Geen tijd voor gehad”, antwoorden een aantal leerlingen. Eén jongen heeft iets gelezen “over een rupsenplaag op Instagram.” “En wie reageert er wel eens op nieuwsberichten?” Drie jongens met de baard in de keel beginnen te wijzen en te roepen naar een klasgenoot: “Ja, zegt het nou maar”, sporen zij hem aan. Hun doelwit staat voorzichtig op. “Ja, dat doe ik. Als ik nieuws te eenzijdig vind.” Een klasgenoot schuin achter hem vult aan: “Ik vind het goed dat als iedereen dezelfde mening heeft, er ook iemand tégen is.”
Complotdenken
De lessen Medialogica in de klas zijn ontwikkeld door omroep Human in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Directe aanleiding was een gastles die hoofdredacteur Marc Josten vier jaar geleden gaf op de Hogeschool van Amsterdam. Josten was geschokt over het beeld dat leerlingen van media hebben. “We stonden voor een multiculturele klas tweedejaars Juridische Dienstverlening, mensen die worden opgeleid voor verantwoordelijke banen dus.” Die hele klas bleek te geloven dat hij als journalist onderdeel uitmaakte van een elite die elkaar al tweehonderd jaar de bal toespeelt. “Die kleine elite zou bepalen wanneer het oorlog en vrede is en zou zelfs achter de gebeurtenissen op 11 september zitten.” Hoe ze hierbij kwamen? Gelezen op internet. Zorgelijk vond Josten dat, zeker toen hij kort daarna in een klas op een middelbare school in Leeuwarden precies hetzelfde meemaakte. “Ik realiseerde me hoe belangrijk het is dieper de samenleving in te gaan. Televisieprogramma’s alléén zijn niet genoeg om de mensen te bereiken.”
Sindsdien geeft hij samen met Olierook gastlessen op middelbare scholen, in het hoger onderwijs, maar bijvoorbeeld ook bij asielzoekerscentra. Tijdens die lessen laten ze zien hoe media en publieke opinie werken, hoe ze elkaar soms problematisch onder druk kunnen zetten. Ze leggen journalistieke methodes uit en benadrukken dat je als consument informatie altijd kritisch moet benaderen.
Tijdens elke les worden levendige discussies gevoerd naar aanleiding van een aflevering van Medialogica. De leerlingen uit Almere kiezen voor een aflevering over de verdwijning van de twee broertjes Ruben en Julian en wat daar allemaal fout is gegaan. Zodra de tv aangaat, verandert de energie in de klas. De leerlingen kijken geboeid, stoten elkaar aan en geven fluisterend commentaar.
De aflevering laat zien hoe er via Twitter en Facebook zo werd meegeleefd met de zoektocht naar de verdwenen broertjes, dat de traditionele media – kranten, tv – zich lieten meeslepen door de hype. RTV Utrecht richtte bijvoorbeeld urenlang camera’s op een meertje waar de jongens elk moment uitgevist zouden kunnen worden en er werden massale zoekacties op touw gezet door onbekenden. Als de vermoorde broertjes eenmaal zijn gevonden, vinden sommige betrokken volgers het moeilijk te verkroppen dat de moeder van de jongens niet iedereen bij de begrafenis wil hebben. Ze nemen het haar zelfs kwalijk.

In de klas reageren de leerlingen uit Almere met afschuw. “Tsss, dat is toch fucking raar dat die vrouw naar de begrafenis wil?” Olierook speelt advocaat van de duivel: “Zij zeggen: ‘Wij willen het ook afsluiten, we hebben geholpen met zoeken!” De leerling is het er niet mee eens: “Je hebt even helpen zoeken op een zaterdagmiddag en je eist het recht om op de begrafenis te komen? Als je je een béétje inleeft in hoe die moeder zich voelt, dan doe je dat niet!” “En wat vonden jullie van het live filmen tijdens de zoekactie?”, vraagt Olierook. Een jongen steekt zijn vinger op. Net als de fotograaf een foto wil nemen van de opgestoken hand, gaat de hand weer naar beneden. De fotograaf fluistert of hij nog een keer zijn hand wil opsteken voor de foto. Olierook grijpt meteen haar kans: “Ha, er wordt hier iets in scène gezet om een mooi plaatje te krijgen. Dat zagen we net ook hè, die meneer van RTV Utrecht zei: ‘Ik wil een mooi plaatje van de zoekactie.”’ “Ja, dan gaan er meer mensen kijken”, reageert een leerling. Olierook: “Als publiek zijn wij verwend: de plaatjes worden steeds mooier. Je ziet dat media, zonder dat ze erbij nadenken, alleen maar voor dat mooie plaatje gaan. Waarom was het achteraf niet zo slim om live verslag te doen van het zoeken?”
“Ze hadden sporen kunnen wissen?”, oppert een meisje in rood T-shirt. “Ja. En stel dat de broertjes inderdaad in het meer lagen en ze zouden live uit het water worden gehaald. We hebben met elkaar afgesproken dat we dat soort beelden niet laten zien en al helemaal niet live. Vanwege de privacy van de nabestaanden, maar het is ethisch ook niet respectvol om dode lichamen te laten zien. Daar had RTV Utrecht niet over nagedacht.”
Olierook legt uit dat het hier om privacy versus publiek belang gaat. “Wat vonden jullie ervan dat de straatnaam van de moeder werd gepubliceerd in het AD?” “Nergens voor nodig”, antwoordt een leerling. “En is het voor de krantenlezer wel relevant om te weten in welke buurt het gezin woonde?” “Nee!” “Ja!” De leerlingen roepen door elkaar. “Waarom wél?” “Het is goed om te weten wat er in je buurt speelt”, zegt een jongen bedachtzaam. Zijn buurman knikt. “Mensen kunnen zich zo beter inleven en helpen waar nodig.” “Het is belangrijk dat we allemaal blijven nadenken over die grenzen van publiek belang en privacy”, besluit Olierook. “Ik als maker, jullie als publiek. Want met onze mobiele telefoons zijn we eigenlijk allemaal makers van nieuws. Als je ergens bij gaat staan, een foto maakt, iets plaatst of deelt, denk dan goed bij jezelf: wat zijn de consequenties?”
Aan het einde van de les laat ze nog een reeks nieuwsfoto’s zien op sociale media; de leerlingen moeten kiezen of het echt of nep is. Ze laat een foto zien van de paus die oproept om op Trump te stemmen. “Nep!”, roept de klas in koor. “Waaraan kunnen we zien dat die foto nep is?” “Het bericht heeft veel te weinig likes.” “Zegt dat iets?” “Meestal wel.” “Daar ben ik het niet mee eens”, zegt Olierook. “Soms heb je nieuwsberichten die waar zijn, maar toch weinig likes krijgen.” Ze vraagt: “Kijk nog eens goed, wat klopt hier niet?” Ze geeft zelf het antwoord: “Eronder staat dat Trump van iedere leider steun krijgt, terwijl we kunnen weten dat dat niet waar is. En zou de paus zeggen dat iedereen op Trump moet stemmen? Nee, hij zal nooit een politieke voorkeur uitspreken, net zoals koning Willem-Alexander dat ook nooit zal doen. Dus als je logisch nadenkt en goed leest, dan kun je zien dat het niet klopt.” De leerlingen knikken.
Medialogica in de klas
Geïnteresseerd in Medialogica in de klas voor jouw leerlingen, studenten of docenten?
“Tot slot”, zegt Olierook, “is het ook altijd goed om te kijken naar de bron. In dit geval is de bron The American Patriotist. ” “Vaderlandslievend, net als Trump!”, klinkt het uit de klas. “Precies!”, zegt Olierook tevreden. “Dat is een teken om extra kritisch te zijn, je af te vragen of de bron betrouwbaar is.” Ze geeft de leerlingen nog een opdracht mee: “Zoals je bij Nederlands teksten ontleedt, ontleden we hier mediaberichten en beelden. Als je een nieuwsbericht tegenkomt online, kijk dan nog een keer extra goed.” De leerlingen slenteren een voor een de klas uit. Een van hen zegt: ”Het meeste wist ik al, maar wel goed om na te denken wat moreel juist is.”
“Zo’n uurtje is natuurlijk veel te weinig”, zegt Olierook na afloop. “Omgaan met nieuws zou tot het curriculum op alle scholen moeten horen, van vmbo tot vwo.” Omroep Human organiseert daarom speciale dagen Medialogica voor docenten, want ook daar valt nog een wereld te winnen. “Ik heb docenten gehad die zich tegen mij keerden. Ze geloofden niet dat wij journalisten ons best doen om objectief te zijn.” Vaak hebben die docenten zelf geen flauw benul hoe het werkt. “Dan valt tijdens zo’n les echt het kwartje: dat het een wisselwerking is tussen publieke opinie en media. Dat je zelf ook verantwoordelijk bent voor welke berichten je wel en niet deelt met de wereld.”
wat zou jij doen? on tour
Met Medialogica in de klas hoopt omroep Human van leerlingen en studenten betere burgers te maken door hun bewustwording te vergroten. Bildung werd dat vroeger genoemd. Een ander tv-programma van omroep Human in het kader van Bildung is: wat zou jij doen? Kinderen lopen tegen allerlei grappige, praktische of verdrietige dilemma’s aan. Hoe gaan ze daarmee om? Wat zou jij doen? Die vraag staat centraal in de gelijknamige tv-serie (10 afleveringen vanaf 1 september bij Zapp, NPO 3, 19.25 uur).
We trekken ook het land in: wat zou jij doen? on tour. Aan de hand van dilemma’s uit de serie gaan kinderen tussen tien en dertien jaar, ouders, leraren en pedagogen met elkaar in gesprek. Onder leiding van een moderator, met tv-fragmenten en een inspirerend betoog van een kinderfilosoof. Welke waarden willen opvoeders kinderen meegeven? Hoe vind je de balans tussen loslaten en vertellen hoe ze het moeten doen? En wat vinden de kinderen hier zelf van? Vind hier meer over de tour.
Ontvang nu gratis!
De beste verhalen over opvoeden en onderwijs.