De vier uitgeprocedeerde Nederlanders die sinds 2007 in Afghanistan verblijven, zijn niet langer wetsovertreders. Het Afghaanse Lagerhuis (Wolesi Jirga) heeft afgelopen maandag ingestemd met een wet die illegaliteit niet langer strafbaar stelt, dat meldt Steven van der Jagt.
Harm Versluijs (48) vertrok in 2007 met zijn vrouw Angela (46) en hun zoons Evert (14) en Sam (11) naar het Afghaanse dorpje Zunif Safuq in de buurt van Kandahar.Doel was daar een bed-and-breakfast te beginnen. Het ging echter niet zo soepel als verwacht. Versluijs: “We moesten door een eindeloze bureaucratische mallemolen om een verblijfsvergunning te krijgen. De procedure duurde jaren. Ondertussen zaten wij in een opvangcentrum met Europeanen en Amerikanen met dezelfde idealen. “
Deceptie
In 2011 volgde de deceptie. “We kregen te horen dat we niet in Afghanistan mochten blijven en in Kabul op het vliegtuig zouden worden gezet. Toen waren we ineens volledig rechteloos en bovendien strafbaar volgens de Afghaanse wet.” De familie Versluijs vluchtte en arriveerde na een barre tocht in Mazar-i-Sharif. Daar verbleven zij in de ‘Vluchtmoskee’, opgezet door betrokken Afghaanse burgers. Illegaliteit werd in 1999 door de Taliban verboden op straffe van 60 stokslagen en een boete van vijf geiten.
Met de maatregel wilde het regime de terugstroom van illegalen naar het land van herkomst bevorderen en voorkomen dat zich een ‘marginale onderlaag zou vormen in een land dat na jaren van oorlog baat heeft bij productieve burgers’. De Taliban werden door de Verenigde Naties herhaaldelijk op de vingers getikt, maar hielden vast aan de strafbaarstelling.
Na de val van het regime bleef de maatregel gehandhaafd tot afgelopen maandag. Toenemende internationale druk op president Hamid Karzai maakte dat het parlement haast maakte met de wetswijziging. Met het opheffen van het verbod zal de NAVO, volgens afspraak, een gedeelte van zijn troepen vervroegd terugtrekken uit het land.
Ellende niet voorbij
Met de opheffing van het verbod is de ellende voor de familie Versluijs nog niet voorbij. “We zijn nog altijd illegaal in dit land en dus rechteloos.” Versluijs gaat in hoger beroep bij de Raad van Stamoudsten van de provincie Kandahar, om alsnog een verblijfsvergunning te krijgen. Terugkeren naar Nederland is voor hem geen optie. “Het wordt tijd dat in dit land menselijkheid als maatstaf wordt genomen. Ze kunnen ons niet terugsturen naar een land met zo’n ongunstig belastingklimaat voor startende ondernemers.”