Ieder kind heeft het recht in vrijheid een blik op zichzelf én de wereld te ontwikkelen. Dat kan het beste op een levensbeschouwelijk pluriforme openbare school. Want zonder vrienden met een andere religie of levensovertuiging blijf je in de echokamers van het eigen gelijk hangen.
Wij hebben een vreemd onderwijssysteem. Dat wij met artikel 23 religieuze scholen niet alleen toestaan maar ook uit belastinggeld financieren, was een eeuw geleden misschien opportuun. Maar inmiddels is het achterhaald en zelfs onwenselijk. Want ieder kind heeft het recht in vrijheid zijn eigen levensvisie te ontwikkelen.
Maar we moeten haar argumenten aanvullen. Niet alleen de bijzondere, maar ook de openbare school bouwt een levensbeschouwelijk schot om de leerling. De bijzondere school vult het schot in met een specifieke religie, en de openbare school vult het in met een neutrale leegte. Beiden zijn onvoldoende in staat om kinderen te voeden met nieuwe inzichten, uit te dragen met pittige visies om zodoende een kritisch en zelfdenkend individu te worden.
Levensbeschouwing
Als we bijzonder onderwijs willen afschaffen, moeten we ook de taak van openbaar onderwijs herzien. De openbare school had eigenlijk als inzet om haar opvoedende taak niet levensbeschouwelijk leeg te laten, maar juist pluriform in te vullen. Artikel 23 van de grondwet staat niet voor afwezigheid van levensbeschouwing en religie, maar schrijft voor dat een openbare school geen partij mag kiezen voor één van de stromingen. Ieder kind is welkom niet ongeacht zijn levensbeschouwing maar met zijn levensbeschouwing.
Het is belangrijk dat kinderen de gelegenheid krijgen om ook op school hun levensbeschouwelijke identiteit te ontwikkelen dat niet alleen in de echokamers van het eigen gelijk in de privésfeer te doen. Als we openbaar onderwijs pluriform inrichten, kunnen kinderen echt leren om zich levensbeschouwelijk te ontwikkelen en elkaars religieuze vooronderstellingen te bevragen. Zonder vrienden met een andere religie of levensovertuiging kun je het ook niet over moeilijke botsingen hebben. En het is de kunst van vakdocenten om levensbeschouwelijke lessen zo aan te bieden dat de ontwikkeling van je eigen visie je niet immuniseert voor de opvattingen van anderen. En minstens even belangrijk, dat je in staat bent zowel kritiek op je eigen levensbeschouwing te ontvangen als ook kritiek te uiten op de levensbeschouwing van een ander.
De lift
Juist door het verschil in overtuiging tot een privézaak te verklaren en uit de klas te verbannen, raken juffen en meesters vaak hopeloos in de knoop met de opdracht om goed burgerschap en gelijkwaardigheid van mensen te propageren en dus ook ‘moeilijke kwesties’ te bespreken. En kinderen krijgen niet de kans om echt iets te leren over en van andere religies en levensovertuigingen, om kritische vragen te stellen of juist elementen over te nemen. Dat zo langzamerhand niets meer zo privé is als je godsdienst of levensovertuiging, komt een oprecht, kritisch en gezamenlijk gesprek niet ten goede.
Gelukkig zit pluriformiteit in het onderwijs in de lift. Kort geleden stemde de Eerste Kamer in met een wet die na 100 jaar schoolstrijd de structurele bekostiging van het vormingsonderwijs regelt. Openbare scholen moeten dit onderwijs (dat islamitisch, hindoeïstisch, christelijk of humanistisch kan zijn) aanbieden als ouders ernaar vragen. Ze hebben met de nieuwe financiering in de wet niet alleen de plicht om levensbeschouwelijk onderwijs actief onder de aandacht te brengen van ouders. Het is ook een kans voor de juf en de meester om bij hun lessen over “moeilijke kwesties” terug te kunnen vallen op het werk dat door de vakdocenten al gedaan is. Ook in de levensbeschouwelijke lessen op het openbaar onderwijs, maken de ouders de keuze. Zij bepalen of en van welke denominatie het kind les krijgt. Maar omdat de school in zijn totaliteit divers is, zien leerlingen ook hoe het anders kan. Zo krijgt een kind op zijn minst de kans om – Ajren Lubach parafraserend – te ontdekken dat zijn ouders gek zijn."
Ik hoop dat het openbaar onderwijs zijn koudwatervrees voor religie en levensbeschouwing laat varen. En dat in een moeite door al ons onderwijs openbaar pluriform wordt.