“Ik heb gestreden en verloren”, vindt Joke Hoiting. Op 19 januari nam ze na 20 jaar afscheid als humanistisch geestelijk begeleider in het Slotervaartziekenhuis. Ze kijkt terug op een mooie tijd, maar is ook verontwaardigd, omdat de geestelijke zorg in het ziekenhuis dreigt te verdwijnen.

Want als laatste overgebleven geestelijk verzorger heeft ze de deur van de Dienst Geestelijke Verzorging zelf moeten sluiten. Hoiting studeerde aan het HOI, het Humanistisch Opleidingsinstituut. Het werken met jongeren en kinderen trok haar zeer aan, maar Ton Jorna gaf haar het advies te bekijken of geestelijke verzorging met volwassenen haar zou aanspreken. “Bij toeval kon ik iemand voor vier maanden vervangen. Ik had nog nooit een ziekenhuis van binnen gezien, maar werd direct gegrepen door de menselijke kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Ook de dynamiek van geboorte en sterven vond ik fascinerend. En ik was verwonderd dat de vraag ‘hoe gaat het met u ?’ een gouden sleutel bleek waarmee de deur naar de binnenwereld héél snel open ging van al die zieke mensen.

Vertrouwen geven

Dat mensen mij zoveel vertrouwen gaven, terwijl ik toch een wildvreemde was. 
Zo mocht ik meereizen door fantastische, wonderlijke, pijnlijke, verdrietige en ervaringen van mensen uit allerlei culturen. Verder sprak het werk me aan, omdat je ‘wakker moest zijn op het directe moment’. Want geestelijke steun in een ziekenhuis speelt zich altijd af naast ‘de core-business’, het behandelen; het bloeddruk meten, een scan maken, het vernevelen en het opereren. Alles in een moordend tempo. In het begin vond ik dat vreselijk. Later leerde ik me te concentreren op dat waar het werkelijk om gaat bij het mens-zijn.

Meer mens worden

Dat is niet het enige dat ik heb geleerd. Het raadswerk heeft me geleerd om meer mens te worden. Ik denk dat het komt omdat je altijd aan het spiegelen bent. Daardoor stromen de woorden, gedachten en ook morele waarden van mens tot mens. Hoiting is naast humanistisch raadsvrouw lid van de ondernemingsraad van het ziekenhuis geweest. Misschien wel mede door de ‘verdeel-en-heers’ cultuur en de wijze waarop ze tenslotte monddood is gemaakt door de Raad van Bestuur, zijn de humanistische waarden steeds sterker voor haar gaan leven en waren ook steunend in de strijd.

“Ik heb veel moeten knokken tegen de godsdienstige denominaties in het ziekenhuis. Natuurlijk werd er wel zo goed mogelijk samengewerkt met de dominee en de pastor, maar toch moest ik altijd alert blijven dat de humanistische begeleiding niet ondersneeuwde.

Geestelijke zorg, daar moet God maar voor zorgen

De Dienst geestelijke zorg als geheel bestaande uit 4 personen (een hervormd, een katholiek, een islamitisch en een humanistisch geestelijk verzorger) is in het Slotervaartziekenhuis vanaf 2006, toen het ziekenhuis bijna failliet was, steeds meer onder druk gekomen. De huidige directeur Aysel Erbudak is verantwoordelijk voor de redding van het ziekenhuis, maar ‘geestelijke zorg ,daar moet God maar voor zorgen’, zo zei ze in een interview Vrij Nederland in februari 2007. Of als mensen lid zijn van een kerk, kunnen ze daar toch wel aankloppen?

‘In de praktijk heeft dit tot gevolg dat alleen nog zéér mondige patiënten, door soms 10 dagen aanhoudend hun wens kenbaar te maken, er een directie-secretaresse gaat googelen om in de directe omgeving van het ziekenhuis iemand bereid te vinden dit klusje voor het Slotervaartziekenhuis te klaren. Het liefst ook nog gratis. Het laatste plan is een screening door één van de 5 coördinatoren in te voeren die daarna pas toestemming geeft aan de directie-secretaresse om iemand te gaan zoeken.Er is gelukkig wel oppositie. De cliëntenraad volgt Erbudak kritisch.

Er is ook een kwaliteitswet voor de gezondheidszorg die voorschrijft dat ‘de instelling moet zorgen voor beschikbaarheid van geestelijke verzorging, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de patient.
Deze wet vereist echter niet dat een geestelijk verzorger ook fysiek in huis moet zijn.
Wel dat er een formele bellijst moet zijn met goede afspraken met professionele geestelijk verzorgers, met afspraken over de vergoedingen en de geleverde kwaliteit. Ook moeten deze afspraken jaarlijks worden geëvalueerd.
In het Slotervaartziekenhuis is niets geregeld.

Essentie van mijn werk

De essentie van mijn werk is dat ik de mens wil teruggeven aan zichzelf. Als je ziek bent, dan stopt je mens-zijn als het ware. Er wordt tegen je aangepraat als patiënt. Maar dat je in dat bed loodgieter bent, houdt van bridgen, lange reizen hebt gemaakt of weet hoe je een ui moet snijden zonder tranen in je ogen te krijgen, is niet aan de orde. Terwijl die zaken het werk juist zo leuk maken én wederkerig. Dit voorkomt burn-out.

Onlangs stond ik naast een bed. De dokter had het over een geplande scan op de volgende dag en de patiënt zat vol van de verjaardag van zijn zoon de volgende dag en wilde dat kwijt aan de dokter. De dokter wilde dat niet horen. Hij had een andere agenda die afgewerkt moest worden. Wat dat betreft zien dokters mensen veel te veel als apparaten die gerepareerd moeten worden. En pas na lange tijd, als ze geestelijk verzorgers aan het werk hebben gezien, erkennen ze de meerwaarde.

Ik ben blij met een afscheidsmail van een arts die schrijft ‘je hebt ons vaak behoed voor pitfalls (fouten, red.) in de communicatie met onze ernstig zieke medemens en zijn naasten’. Echter dat ik geestelijk verzorger ben, maar niet-godsdienstig, dus humanistisch is vaak een brug te ver. Daar is in die twintig jaar ook niets in veranderd. Humanisme zegt de meeste dokter niets.

Meer dan woorden

Communicatie is dus belangrijk in het werk van geestelijk verzorger. Daarbij gaat het soms over meer dan woorden. “Ik voerde een poos gesprekken met een man die botkanker had en vreselijk mager was. Hij kon niet zitten of staan en liggen was alleen vol te houden als hij veel van zij wisselde. Altijd als ik weg wilde gaan zei hij ‘Joke je hoeft niets te zeggen, maar wil je nog even bij me blijven? Ik bleef dan zitten achter zijn rug en ademde mee op zijn ritme. De verpleging begreep daar niets van. Wat doet Joke daar toch? Dit is één van de momenten die me heel sterk is bijgebleven.  Een soort beleving van ‘oermenselijkheid.’ En een diep soort van ontroering, waar ik die patiënt ontzettend dankbaar voor ben geweest. “

Geen spijt, wel trots

Hoiting heeft nergens spijt van. ‘In het begin van mijn loopbaan was mijn oog voor tact nog niet zo goed ontwikkeld, maar spijt, nee. Ik ben trots op alle patiënten met wie ik contact heb gehad. Dat ik het voor elkaar heb gekregen, om de denominatie uit te breiden met een islamitische collega, daar ben ik ook trots op. Omdat ik vind dat een ieder die geestelijke steun moet krijgen die het dichtst bij die mens staat. In het Slotervaartziekenhuis liggen veel islamitische patiënten, met ontzettend veel problemen. Ik ben er trots op dat ik als humanistisch geestelijk verzorger heb kunnen werken. Van ieder mens is er maar één en die authenticiteit moet de ruimte kunnen krijgen. Dat maakt het leven zo boeiend.

Jammer genoeg lijkt die ruimte wel steeds beperkter te worden. ‘Ja, het is een ramp. Verpleegkundigen lopen maar te hollen. Ze hebben geen tijd en geen oog meer voor de geestelijke conditie van mensen. Het is ook een vorm van zelfbescherming.’

De bekendheid van het humanisme en de humanistische geestelijke verzorging moet beter, vindt Hoiting. “Voor mij is humanistisch geestelijk werk een parel, die we zo gemakkelijk verkwanselen. We zitten klem tussen godsdienstige geestelijke zorg en psychologie. We noemen dat verdraagzaamheid. We moeten open staan voor alles en iedereen. Maar ons eigen vak mag zonder schaamte bestaansrecht hebben, naast de psychologen en naast  theologen. Strijdbaarheid lijkt een beetje een vies woord geworden. Maar wij mogen ook de inhoud van ons eigen vak onder de aandacht brengen? Dan gaat het om authenticiteit, kritisch zijn, creatief zijn, moed tonen, gelijkwaardigheid nastreven en verstandigheid. En dat alles zonder op een God te vertrouwen, maar altijd uitgaan van de kracht van mensen.”

Niet vervelen

Joke Hoiting gaat zich niet vervelen. Ze heeft veel plannen. Ze zou graag columns willen schrijven en het concept van humanistische ontmoetingsbijeenkomsten ‘kerkdiensten’ zoals ze die drie jaar heeft georganiseerd in het ziekenhuis, een geheel van allerlei creatieve uitingen rond een thema, verder ontwikkelen. 
Daarnaast houd ik van de natuur, pianospelen en schilderen.