Binnenkort sluit het A.H. Gerhardhuis, het eerste humanistische bejaardenhuis. En het is nog maar de vraag of daar een humanistisch verzorgingshuis voor in de plaats komt. ‘Met de ontzuiling dreigt het kind met het badwater te worden weggegooid’, vreest Pam Hobbelman (1955), directeur Zorg & Welzijn van Humanitas Woonzorgplus in Den Haag.

‘Ik ben heel gemotiveerd om humanistische verzorgingshuizen te laten voortbestaan omdat ik nog steeds verschil zie en geloof dat er verschil zal blijven.’ Dat hield Hobbelman haar gehoor voor op 15 juni tijdens een studiemiddag op de Universiteit voor Humanistiek. Zo’n dertig humanistisch geestelijk begeleiders die werken in de ouderenzorg bogen zich over het verleden en de toekomst van de humanistisch geïnspireerde ouderenzorg.

Pam Hobbelman geboren in een humanistisch nest, was begin jaren ’80 werkzaam als humanistisch geestelijk verzorger in het Gerhardhuis en heeft de geschiedenis van de humanistische huizen daarna in verschillende functies van zeer nabij meegemaakt en voor een deel zelf vormgegeven.

Bedreigd in voortbestaan

Er zijn in Nederland nog 24 verzorgingshuizen, die expliciet vermelden dat zij een humanistische grondslag hebben. In de ouderenzorg zijn 70 humanistisch geestelijk begeleiders werkzaam, verdeeld over 83 huizen. De humanistische huizen worden bedreigd in hun voortbestaan, omdat het tegenwoordig bijzonder lastig is om de humanistische identiteit vast te houden, door fusies en wet- en regelgeving. Mochten besturen op grond van gesprekken zelf ouderen in hun huis plaatsen, eind jaren ‘90 maakte dat plaats voor de regel dat ouderen geplaatst worden op grond van een zorgindicatie. De huizen moeten als er ruimte is dus plaats bieden aan alle ouderen, ongeacht hun levensbeschouwelijke voorkeur en ongeacht de levensbeschouwelijke voorkeer van de huizen zelf.

Net na de oorlog was er nog geen sprake van een verzorgingsstaat. Ouderen woonden ofwel in bij hun kinderen ofwel waren afhankelijk van particulier initiatief en liefdadigheid. De zorg voor de vooral arme oudere was in handen van kerkgenootschappen. Maar het aantal buitenkerkelijken nam toe, vertelt Hobbelman.

Gelijkgestemden

‘In 1949, drie jaar na de oprichting van het Humanistisch Verbond, werd door de algemene vergadering van de Dageraad de A.H. Gerhardstichting opgericht met als doel de oprichting voor te bereiden van een tehuis voor oudere vrijdenkers, humanisten en bewust buitenkerkelijken. Een jaar later sloot het Humanistisch Verbond zich hierbij aan en steunde het idee van een tehuis voor gelijkgestemden, een woongemeenschap waar ouderen “vrij van leerstelligheid” zouden kunnen wonen en (eventueel) werken vanuit en aan gezamenlijke idealen.’ In 1959 gingen de deuren van het Gerhardhuis open. De doelstelling was behaald, maar al gauw bleek er behoefte aan meer.

Diverse organisaties werden opgericht, waaronder de Humanistische Stichting voor Huisvesting Bejaarden (HSHB) die samen voor zo’n veertig verzorgingshuizen en vijftig serviceflats zorgde. Hobbelman: “De HSHB wilde zich zowel onderscheiden door gebouwen van goede kwaliteit als door huizen met een merkbaar eigen leefklimaat. Veel aandacht werd besteed aan de participatie van de bewoners, het minimaliseren van bevoogding en regelgeving door bestuur en personeel, het zoveel mogelijk afstemmen van zorg op het individu en goede geestelijke ondersteuning Nog steeds hele actuele doelstellingen dus.” De huizen waren uitsluitend toegankelijk voor leden van de aangesloten organisaties.

Humanistische identiteit

Als je Hobbelman hoort spreken over dit verleden, verlang je bijna terug naar de tijd van de verzuiling. Hobbelman: “ Deze bewegingen zijn ontstaan en de resultaten zijn bereikt, dankzij de persoonlijke inspanning van veel vrijwilligers en vrijwillige bestuursleden die keihard hebben geknokt om hun idealen te verwezenlijken.” Zij doelt hierbij op vooraanstaande humanisten als Jaap van Praag en Piet Spigt.

Maar de fusies gaan door, er is geen instantie meer die toeziet op aannamebeleid en bezuinigingen kunnen leiden tot formatieverlies van geestelijke begeleiding. Volgens Hobbelman dreigt met de ontzuiling het humanistische kind met het badwater weg te spoelen en moeten we zoeken naar andere mogelijkheden om de humanistische signatuur overeind te houden. Het betekent dat we ons goed moeten blijven organiseren, meent zij. Het Humanistisch Verbond deelt dit standpunt. We zijn het onze voorgangers: de vrijdenkers en de humanisten van het eerste uur verplicht.

Met dank aan Pam Hobbelman en Jules Brabers van het Humanistisch Historisch Centrum