Zes op de tien leden van het Humanistisch Verbond heeft te maken met vooroordelen op basis van persoonlijke kenmerken, ofwel stigmatisering. Dat blijkt uit een enquête van het onafhankelijke Newcom Research & Consultancy in opdracht van het Humanistisch Verbond. Het humanisme helpt bij een van de drie ondervraagden om daar beter mee om te gaan.
Hoe vaak krijgen mensen te maken met stigmatisering? Door wie? En wat kun je er tegen doen? Voor het themanummer over stigmatisering en medialogica van Humus, het ledenblad van het Humanistisch Verbond, hield Newcom een enquête onder het humanistisch ledenpanel. Bijna vijfhonderd leden deden mee, een respons van 55%. Negatieve beeldvorming kan mensen kapot maken, zo blijkt uit het themanummer `Tussen beeld en werkelijkheid´ dat deze week verschijnt.
Toename stigmatisering
Veertien procent van de ondervraagden heeft zelf veel tot regelmatig te maken gehad met stigmatisering, achtenveertig procent soms. Bij een derde van hen is uiterlijk de aanleiding, bij eenvijfde geslacht of politieke voorkeur, gevolgd door ziekte, geloofsovertuiging of seksuele geaardheid.
Ruim de helft van de ondervraagden meent dat stigmatisering in media en maatschappij de laatste tien jaar is toegenomen. Op de vraag wie stigmatiseert noemt een op de drie de media. Marokkanen, moslims en niet-westerse allochtonen worden het meest genoemd als slachtoffer, gevolgd door homoseksuelen, ouderen en gehandicapten, maar ook ambtenaren, bankiers, linkse mensen, PVV-stemmers en Grieken.
Stigmatisering is menselijk
Een vooroordeel vormen op basis van oppervlakkige indrukken is menselijk. Ruim de helft van de respondenten maakt zich er soms zelf schuldig aan, al leidt dat vaak tot schaamte en spijt. Het wordt als slecht en onrechtvaardig gezien. De leden durven zich ook te verzetten. Vijfentachtig procent laat weten er tegen in te gaan.
In de eigen omgeving wordt met name door kennissen (55 procent) gestigmatiseerd op basis van etniciteit, gevolgd door geloofsovertuiging, uiterlijk, seksuele geaardheid, ziekte en politieke voorkeur. Collega´s, klasgenoten en buren maken zich even vaak schuldig als de media. De meeste mensen hebben er geen of niet al te veel last van, maar dertien procent van de respondenten geeft aan dat stigmatisering hun leven veel tot zeer veel heeft beïnvloed.
Humanisme helpt
Ruim een op de drie deelnemende leden vindt expliciet dat hij of zij als humanist beter kan omgaan met situaties waarin gestigmatiseerd wordt. Op de vraag wat te doen tegen stigmatisering vinden leden dat we bij onszelf moeten beginnen: niet meteen oordelen, bruggen slaan, in dialoog gaan, problemen bespreekbaar maken en je bewust zijn wat stigmatisering met mensen doet. Zij vinden daarin steun bij het humanisme: “Je moet de waarden uitdiepen die stigmatisering verminderen. Dat zijn waarden die elementair zijn voor het humanisme.”
“Als je echt vindt dat we mensen als individu moeten benaderen”, zegt Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond, “dan moet je jezelf beheersen in je reflexen om mensen weg te zetten als groep.”
Aangrijpende verhalen
Het onderzoek toont vele persoonlijke en aangrijpende verhalen. Leeftijdsdiscriminatie, homohaat, onbegrip voor ziekte, werkeloosheid en het ontvangen van een uitkering, overgewicht. De oordelen van anderen veroorzaken grote onzekerheid, angst, depressies en beperken de bewegingsvrijheid, sociaal en bijvoorbeeld in carrièrekansen..
Het Humanstisch Vormingsonderwijs (HVO) werkt vanuit humanistische waarden aan het weerbaar maken van kinderen tegen onder meer pesten. Een voorbeeld daarvan ziet u in het volgende filmpje uit de serie Een klas apart.