
“Uiteindelijk draait alles om liefde”
Het coronavirus heeft ook het leven van Claudia de Breij op z’n kop gezet. De voorstelling #NU is afgelast en als ze in oktober met Hier ben ik op de planken van Carré mag staan, is iedereen blij; dan is alles weer normaal. Soort van. Misschien.
“Laatst had ik het er nog met een vriendin over die zich, net als ik, al jaren zit voor te bereiden op het uitbreken van een Derde Wereldoorlog. We proberen fascisten te herkennen, fascistoïde gedrag te benoemen en dan krijgen we ineens, boem, COVID-19 op ons dak. O, maar díe hadden we helemaal niet zien aankomen! Dit bedoel ik niet borstklopperig, maar meestal loop ik – bijvoorbeeld als ik bezig ben met een oudejaarsconference – iets op de tijdgeest vooruit. Dit keer werd ik, net als iedereen, in de flank geraakt. Gisteren maakte ik er nog een grap over, inmiddels lig ik er regelmatig van wakker.”
Waarvan precies?
“Soms is het een beetje piekeren om het piekeren; dingen waarvan ik me later afvraag waarom ik me daar in godsnaam druk over heb gemaakt. Hoe moeten de jongens morgen die rekenopdracht uitvoeren zonder geodriehoek! Waarom hebben we geen geodriehoek in huis? Soms kan ik niet slapen omdat ik niet kan stoppen met nadenken over hoe ik mijn gedachten over de democratie, over de publieke zaak, op een rij moet krijgen. Dat is op zich niks nieuws – het is mijn vak om het bewustzijn te verbreden, de tijd te duiden, om dingen zo te verwoorden dat je denkt: o, verdomd, zo is het! – maar dit keer heb ik een soort inhaalslag te maken. Ik heb ze wel gelezen natuurlijk, die verhalen over de opwarming van de aarde, wereldwijde epidemieën en blabla, ja, whatever, maar nu besef ik pas: o, dat was niet zomaar een zinnetje. Het gebeurt. Nu.”
Ben je het met psychiater Damiaan Denys eens die het virus een ‘corrigerende tik van de schepper’ noemde?
“Dat is toch de man die aan één stuk door bezig is met het neutraliseren van angst? Die van: Er is een grotere kans om aangereden te worden door een bus dan slachtoffer te worden van een terroristische aanslag’ en meer van dat soort clichés? Ik weet het niet hoor … Soms is angst wél een goede raadgever. Hij schreef in een opiniestuk in NRC dat we dit virus moesten omarmen. Ja, doei! Dan lig ik morgen aan de beademing, gek. Maar wat die tik betreft: ja, volgens mij is er een enorme groep mensen, van prinses Irene tot zo’n beetje alle klimaatwetenschappers, die zoiets al járen roepen: dit is wat je krijgt als je op deze manier met de aarde omgaat.”
“ Mensen zullen straks niet ineens beter gaan nadenken. Het wordt een hele opgave, maar het gaat ons uiteindelijk lukken ”
Eigen schuld, dikke bult.
“Nee, eigen schuld, dikke bult is geen constructieve gedachte. Er is ook een generatie opgegroeid die van de huisarts te horen kreeg dat het roken van Camel goed was voor hun gezondheid. Zoiets geldt in feite ook voor ons. Neem ons vlieggedrag. Ik weet niet hoe het het jou zit, maar ik ben me pas vrij recent gaan realiseren wat eindeloos, spotgoedkoop vliegen te maken heeft met de belabberde toestand in de wereld. Het is niet zo dat ik het al die tijd al wist en dacht: maar ik doe het lekker tóch! We moeten er dus op attent gemaakt worden. Laat de overheid maar zeggen wat er wel of niet mag. Bijvoorbeeld – ik roep maar iets hè, geen idee of het ergens op slaat – dat iedere burger voortaan per twee jaar maar één transatlantische of twee vluchten binnen Europa mag maken. Dat is het dan. Afgesproken.”

Biografie Claudia de Breij
– 1975 Geboren in Utrecht.
– 1995 Wint cabaretfestival van Parnassos.
– 2002 – 2003 Eerste theaterprogramma: De wilde frisheid.
– 2008 Haar zoon wordt geboren.
– 2009 – 2011 Maakt Hete vrede, wint de Poelifinario en publiceert Krijg nou tieten – en andere zwangerschapsverschijnselen.
– 2011 Gaat samenwonen met Jessica van Geel en ‘bonuszoon’.
– 2012 Richt haar eigen impresariaat Breijwerk op.
– 2012 Presenteert het tv-mediaprogramma De kunst van het maken.
– 2013 Release van de cd Alleen (met als bonustrack de hit Mag ik dan bij jou).
– 2015 Verschijning van Neem een geit, een boek over levenslessen.
– 2016 Eerste oudejaarsconference (drie jaar later volgt nummer twee).
– 2019 Brengt tijdens WK-vrouwenvoetbal het nummer Zie die leeuwinnen uit.
– 2020 Theatervoorstelling #NU wegens coronacrisis afgelast.
– 2020 Werkt aan de familievoorstelling Hier ben ik die hopelijk van 10 tot en met 18 oktober in het Amsterdamse Theater Carré te zien zal zijn.
Vind je dat geen enge gedachte: een overheid die alles voor ons bepaalt?
“Maar wij zíjn de overheid toch? We leven niet in een totalitair systeem maar in een democratie. Neem die lockdown: niemand heeft er zin in, maar we doen het wel. Met z’n allen. Niet omdat het ons wordt opgelegd, maar omdat het ons goed wordt uitgelegd. Kijk, mensen zullen straks niet ineens beter gaan nadenken waardoor alles vanzelf weer goed zal komen. Het wordt een hele opgave, voor iedereen, maar ik geloof dat het ons uiteindelijk gaat lukken … Wat? O, wacht, ja! Ik kom er aan … Mag ik even gaan zeggen waar de lamp moet komen te hangen?”
… Op het beeldscherm draait een lege bureaustoel een half rondje. Aan de wand hangen twee ingelijste reproducties van het Guggenheim Museum in Bilbao. Het geluid van een boor. Gelach. Gestommel. Dan zit ze daar weer, achter haar laptop.
Ben je een goede baas?
“Bij dit soort dingen, klusjes in huis? Nee! In het echte werk wel. Dit klinkt misschien heel ondernemerig, maar ik mis mijn band, de crew, de mensen met wie ik gewend ben rond te reizen. Het is toch een soort tweede familie geworden.”
“ Momenteel ben ik als een malle aan het schrijven. Alles wat ik bedenk probeer ik in woorden te vangen ”
Ik hoorde je op Radio 1 zeggen dat je het publiek mist.
“Ook, tuurlijk, maar dat is een ander soort missen. Het publiek is … Hoe leg ik je dat goed uit? Kijk, je kan wel een tennisracket hebben, maar zonder bal kun je niet spelen. Of: zonder golven valt er weinig te surfen. Snap je? Iemand die niet gewend is op te treden zal al snel zeggen dat je publiek nodig hebt voor applaus en bevestiging. Dat is voor een deel misschien wel zo, maar het is ook echt een fysiek ding: als ik optreed, vallen lichaam en geest samen. Het is één geheel. Dat gevoel heb ik in het dagelijks leven alleen als ik met mijn geliefden, mijn vrouw en mijn kinderen ben: hier ben ik, nu, met jullie, en er is niets anders. Ik kan enorm naar het podium verlangen, maar omdat iederéén nu thuis zit te koekenbakken heb
ik niet het gevoel dat er voor mij persoonlijk iets vreselijks aan de hand is. Het komt weer goed. En tot die tijd schrijf ik als een malle, probeer ik alles wat ik bedenk in woorden te vangen. Ik werk aan Hier ben ik, de familievoorstelling die hopelijk in oktober in Carré te zien is, maar ik schrijf ook nog steeds vijf columns per maand.”
Veranderen ze onder deze omstandigheden van toon?
“Ja, ze zijn veel meer gecondenseerd. Betekenisvoller. In normale tijden kan ik denken: shit, mijn column, waar heb ik me deze week ook alweer over opgewonden?”
Word je wijzer?
“In algemene zin? Ja. Dat wil zeggen: ik heb geleerd dat ik niet meer zo voorzichtig hoef te zijn in het delen van mijn gedachten. Vroeger durfde ik – uit angst om betweterig gevonden te worden – soms mijn vinger niet op te steken in de klas. Dat is heel lang zo gebleven. Als ik in de roddelbladen sta, word ik nog steeds ‘de goedlachse blondine’ genoemd. Dat is veilig, onnozel, onschuldig: aan ‘goedlachse blondines’ hoef je niet te vragen hoe ze denken over de geopolitieke situatie of de toenemende macht van dictatoriale regimes.
Sinds #metoo en de vierde feministische golf ben ik gaan inzien dat ik een pleaser ben, iemand die zich voortdurend wil conformeren. Dat hoeft dus niet meer. Ik steek mijn vinger op omdat ik het antwoord weet. En het volgende antwoord weet ik óók, verdomme! Ik schaam me niet meer voor het denken, ik wil er nu ook iets mee; ik heb iets te melden.”
“ Vroeger durfde ik mijn vinger niet op te steken in de klas. Tegenwoordig steek ik mijn vinger op omdat ik het antwoord weet. En het volgende antwoord weet ik óók, verdomme! ”
Je roept ook weerstand op, vooral op Twitter.
“Tja. Dat hoort er ook een beetje bij. Een tijdje geleden was Jort Kelder bij Op1 te gast om te jammeren over de kritiek die hij had gekregen over bepaalde uitlatingen. Dan denk ik: oké, als je Sylvana Simons heet en lynch-filmpjes krijgt opgestuurd, heb je recht van spreken, maar wie zich op social media als dwarsdenker presenteert, moet niet gaan zeiken als hij een beetje stront over zich heen krijgt. Zo werkt dat nu eenmaal. Je moet in ieder geval nooit uit angst je mond gaan houden. En ik moet je eerlijk zeggen dat ik ook wel iets vileins, iets relschopperigs in me heb. O, dus het maakt je boos als ik dit zeg? Dan zit ik op de goede weg.”
En doe je er een schepje bovenop.
“Nee, dat nooit. Ik formuleer wel eens een scherp antwoord, maar dat is vooral om mezelf een plezier te doen. Ik stuur het niet op. Max van Weezel heeft eens gezegd: ‘Ik ben hard op de zaak, maar empathisch op de persoon.’ Zo denk ik er ook over. Uiteindelijk … Oké, het is heel zijig wat ik nu ga zeggen, maar goed: uiteindelijk draait alles om liefde.”
Hee.
“Haha, ja, maar echt: het is wetenschappelijk bewezen dat de liefde ertoe doet. Bepaalde hersenverbindingen ontstaan niet als je als kind niet wordt gekoesterd. Het is echt de bedoeling dat we liefhebben.”
Ben je een levensgenieter?
“Heel erg. En dat komt doordat ik me er van jongs af aan al van bewust ben dat dit alles tijdelijk is. Het is toch een hilarische grap dat mijn ouders mij hebben geconcipieerd en dat ik hier nu met jou zit te Skypen? Dat is toch een belachelijk toeval? Of een plan, ik weet het niet, maar ik vind het in ieder geval wel ongelooflijk.”
Heb je ook gedachten over hoe het zal aflopen?
“Daar hou ik me niet mee bezig. Ik ben namelijk erg bijgelovig. Ik klop voortdurend alles af en sla kruisjes voor ik het podium opga. Ik heb geen godsbeeld, geen concreet of absoluut geloof, maar ik besef wel dat ik heel nietig ben en dat ik sommige dingen moet overlaten aan iets wat groter is dan ik ben. Optreden – niet mijn prestatie op zich, maar het op die plek, op dat moment, met anderen samenzijn – heeft toch een zekere heiligheid en ik voel een sterke behoefte om dat buiten mezelf te plaatsen. Begrijp je? Of wordt het nu te zweverig?”
Helemaal niet. Laten we iets verder zweven: is er leven na de dood?
“Ken je dat het liedje Sterrenstof van De Jeugd van Tegenwoordig?
Zelfs als ik naar boven kijk, zelfs als ik
ooit deadde ben, dan weet je dat ik ergens
ben, dan ben ik alsnog, in de lucht als
sterrenstof.
Dat zijn wij: allemaal gemaakt met dezelfde sterrenstof. Waarschijnlijk ben ik zelf ook alweer een soort sublimatie van energie die eerder al heeft bestaan.”
Een reïncarnatie bedoel je?
“Nee, daar geloof ik niet in, al heb ik als kind wel eens te horen gekregen dat ik een oude ziel was. Sterker nog: ik zou volgens die persoon al met mijn laatste leven bezig zijn. Die gedachte begrijp ik wel. Ik kan er namelijk zo enorm van genieten dat ik hier ben, dat ik wel eens denk: dit móet wel de laatste keer zijn, want veel dit beter dan dit zal het nooit meer worden.”<
Dit artikel komt uit HUMAN INC, het journalistieke tijdschrift van het Humanistisch Verbond
Meer lezen? Er zijn twee opties:
- Word lid, dan krijg je het magazine thuisgestuurd. Lid worden kan gemakkelijk en wel hier. Je draagt dan ook gelijk bij aan een sterker, hoognodig humanistische geluid in Nederland.
- Of neem een proefexemplaar. Maak nu gebruik van de aanbieding
Meer verhalen uit HUMAN INC
Vrij denken, samen leven. Sinds 1946.
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.