“Ik heb nog nooit zo veel over God moeten praten als nu”
Sinds vijf jaar is Christa Compas directeur van het Humanistisch Verbond. Stellingnemen en thema’s agenderen over liefde, leven, dood en denken – daar houdt ze van. “Mensen denken dat humanisten lieve mensen zijn, die omzichtig met anderen omgaan. Nou, ik ben niet zo lief, ik ben nogal pittig.”
Het is januari 2015. Op een vmbo in Zaanstad wordt een minuut stilte gehouden om de aanslag te herdenken op de redactie van Charlie Hebdo. Een paar meiden weigeren en worden naar de directeur gestuurd. Daar zit op dat moment ook Christa Compas, bestuurder van de scholenkoepel waar de school onder valt. “Die meiden zeiden tegen de directeur: ‘We are proud to be muslim. Waarom zouden we stil willen zijn?’ De directeur en ik hadden te weinig weerwoord. De waarden van het openbaar onderwijs – iedereen is welkom, iedereen is gelijk – bleken niet voldoende te zijn om het gesprek aan te gaan. Dat was het moment dat ik dacht: wat zijn eigenlijk de waarden waar ik als ongelovige voor sta?”
Niet lang daarna komt de vacature van directeur van het Humanistisch Verbond voorbij. Op dat moment beseft Compas: dat is wat ik ben – een humanist. Ze solliciteert op de functie en krijgt de baan.
Nu, bijna zes jaar later, zou ze beter weten hoe zo’n gesprek te voeren. “Ik zou nu zeggen dat een groot ideaal nooit inhoudt dat je een andere mens vanwege dat ideaal dood mag maken. Dat het recht op leven voor iederéén geldt en dat ieders leven waardevol is. Ik geef nog weleens een lesje humanisme aan pubers. Dan vragen ze: ‘Als er voor u geen God bestaat, en geen leven na de dood, waarom bent u dan nog bij uw man? Waarom steelt u niet uit winkels?’ Dan leg ik ze uit dat je ook een moraal kunt hebben wanneer je geen rekenschap hoeft af te leggen aan God, een autoriteit buiten jou. Dat er ook zoiets bestaat als een innerlijk kompas. Ik deins niet meer voor dat gesprek.”
Compas (58) is een typisch voorbeeld van een social climber. In haar familie is ze de tweede generatie die kan lezen en schrijven.
“Mijn oma kwam van een turfschip en is nooit naar school geweest. Ook mijn ouders waren nauwelijks geschoold. Beslist niet dom, maar ze hebben nooit kansen gehad.” Vanwege haar hoge Cito-score kon Christa naar het vwo. “Het waren de jaren 70, mijn juf en meester op de christelijke lagere school in Schermerhorn dachten dat de wereld maakbaar was, en daardoor wás-ie ook maakbaar.” Als kind was ze geïntrigeerd door Haya van Someren, de VVD-politica. “Als zij op tv was, dacht ik: wow, wat is dit! A woman on her own.” Geïnspireerd door dat toonbeeld van vrouwelijke autonomie ging Compas politicologie aan de UvA studeren. Later deed ze een MBA in Rotterdam en via allerlei functies binnen de vakbond en het onderwijs werd ze bestuurder van die onderwijskoepel in Zaandam. Ze volgde de lerarenopleiding en gaf vier jaar lang bedrijfseconomie aan een havo 4-klas. “Veel kinderen met een migratieachtergrond, die droomden van een carrière in een strak pak. Ik wist me in het begin geen raad met hun streetwisegedrag. Een hell of a job. Het ging me pas beter af toen ik meer mezelf durfde te zijn en duidelijk maakte: ik ben een ongelovige feministe en je doet het er maar mee. Toen dachten ze blijkbaar: oké, dan kunnen we zelf ook iets zijn.”
In de vijf jaar dat ze directeur is, zegt Compas, heeft het Humanistisch Verbond meer lef gekregen om thema’s te agenderen. “Mensen denken al snel dat humanisten lieve mensen zijn, die omzichtig met anderen omgaan. Nou, ik ben niet zo lief, ik ben nogal pittig. Voor mij is humanisme ook: neem verantwoordelijkheid voor je eigen daden, heb het lef om te vallen en het vermogen om weer op te staan.”
Dat stellingnemen werpt z’n vruchten af, want de vereniging is met 17.000 leden groter dan ooit. Compas vergelijkt die ontwikkeling met het proces dat ze voor de klas heeft doorgemaakt. “Vanuit een zichtbare identiteit kun je het gesprek aangaan, naar de ander luisteren en eventueel je mening bijstellen. Maar eerst moet je duidelijk maken waar je voor staat. Voor mij is dat: als mens heb je de vrijheid om zelf invulling te geven aan leven, liefde, denken en dood. Vandaar onze Liefdesverklaring, als reactie op de Nashville-verklaring. Of neem abortus: wij waren ongeveer de eersten die zagen dat reactionaire geluiden weer de overhand kregen en dat anti-abortusorganisaties werden gesubsidieerd. En met onze aandacht voor de Freedom of Thought-rapporten laten we elk jaar zien dat het in de wereld helemaal niet zo vanzelfsprekend is om ongelovig te zijn.”
En het lastigste dilemma waarmee ze te dealen heeft? Ze verzucht: “Ik heb nog nooit zo veel over God moeten praten als nu. Tot mijn 53ste was het geloof nooit relevant. Ik was niet voor of tegen, ik was alleen vóór vrijheid van godsdienst. Nu moet ik me steeds verantwoorden. Dat het oké is dat er religieuze humanisten zijn, dat het oké is dat mensen behoefte hebben aan spiritualiteit. Terwijl: het maakt me niet uit waarin je gelooft, I couldn’t care less. Als humanist vind ik dat je zelf verantwoordelijk bent voor je morele kompas. Ik mag het misschien lastig vinden als anderen zich beroepen op een externe autoriteit, maar dat is iets anders dan de vraag of die ander er mag zijn.”
‘Sport en cultuur zijn óók bronnen van inspiratie. Feijenoord is voor sommige mensen net zo belangrijk als Jezus voor een katholiek’
Ook een dilemma: als humanistische vereniging maakt het Humanistisch Verbond deel uit van de zeven officiële levensbeschouwingen en religies: katholiek, protestants, islamitisch, joods, boeddhistisch, hindoeïstisch. Als het bijvoorbeeld gaat om de geestelijke verzorging bij defensie en in gevangenissen of om vormingsonderwijs, dan trekken deze clubs gezamenlijk op. Ze hebben onderling contact en overleggen gezamenlijk met het ministerie. Maar het komt ook regelmatig voor dat het Humanistisch Verbond juist tegenover de andere denominaties staat. “In coronatijd werd het verschil weer heel erg duidelijk. Moskeeën en kerken mochten openblijven, terwijl sportverenigingen en culturele instellingen hun deuren moesten sluiten. Dan zeiden wij: ‘Sport en cultuur zijn óók inspiratiebronnen. Je zou die gelijk moeten behandelen als religieuze bijeenkomsten. Want Feijenoord is voor sommige mensen net zo belangrijk als Jezus voor een katholiek of Allah voor een moslim. Maar dat wordt al snel gezien als godslasterlijk en niet respectvol.”
Een ingewikkeld maar ook interessant spel, vindt Compas. “Juist omdat we ons bewegen op dat grensvlak tussen religie en levensovertuiging, moet we scherp blijven en anderen bij de les houden. Maar liever zou ik mijn energie steken in de dingen waar we voor staan. Kwaliteit van leven, kwaliteit van zorg. Neem nou de vraag of je hulp mag krijgen bij zelfdoding wanneer je je leven voltooid acht – in de kern een vriendelijk, humaan onderwerp, toch? Maar ons wordt voor de voeten gegooid dat we egoïstisch en rationalistisch zijn, niet bereid om te lijden, en er hup een pilletje in willen gooien als het leven niet meer bevalt. Je wordt geframed vanuit een christelijk perspectief. Dat je geen mededogen hebt met de zwakkere mens.”
En wat heeft vijf jaar Humanistisch Verbond haar persoonlijk opgeleverd?
“Om het plechtig te zeggen: amor mundi. Liefde voor de wereld. De spirituele kant is niet zozeer mijn weg, mijn pad loopt juist de wereld in. Wanneer ik het park in loop en een praatje maak met een man op een bankje: dat geeft zin aan mijn bestaan. De ander, de maatschappij, en mijzelf daartoe verhouden – voor mij is dat het belangrijkst.
En dan kom ik weer terug bij mijn jeugd. Die basisschool, de Cito-toets, de middelbare school: die leverden mij het paspoort om toe te treden tot de wereld. Door deel te zijn van de wereld en die proberen te begrijpen, leer ik mezelf beter kennen. Weet ik beter waar ik voor sta.”
Meer verhalen uit HUMAN INC.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Blijf op de hoogte van acties voor een menselijker samenleving, inspirerend nieuws en evenementen.