Kinderen uit een ietsistisch milieu moeten vaak ver reizen voor passend onderwijs. Voor de kosten daarvan draaien de ouders geheel op. Onterecht, vindt Wijnand Schipper, hoogleraar Staatsrecht aan de Universiteit Utrecht. “Ietsisten kunnen geen beroep doen op godsdienstvrijheid, terwijl zij wellicht zelf ook een godsdienst aanhangen.”
Schippers eigen gezinssituatie is illustratief voor zijn pleidooi. “Mijn vrouw en ik zijn er al sinds de jaren ’90 van overtuigd dat er meer is of zou kunnen zijn tussen hemel en aarde. Misschien is het wel God, maar dan zeker niet die van de bijbel. Het is meer iets dat in jezelf zit en toch ook in een andere dimensie. Met deze gedachte zochten we lang naar een geschikt onderwijs voor onze kinderen. De enige ietsistische school in onze woonplaats Nieuwegein hield de mogelijkheid van alleen een externe godheid ook open. Dat is niet in ons straatje, dus moeten de kinderen iedere dag naar basisschool ”t Hemeltje op Aarde’ in Gouda, die meer geschikt is. Voor de reiskosten mogen we zelf opdraaien.”
Tekort gedaan
Volgens Schippers wordt een groeiende groep binnen de samenleving nu tekort gedaan. “Ouders van reformatorische kinderen krijgen hun reiskosten naar school wel vergoed, omdat dit valt onder de noemer ‘vrijheid van godsdienst’. Ietsisten kunnen dit niet terwijl zij wellicht ook een godsdienst aanhangen. Dit hangt ervan af of we ‘iets’ God noemen. Daarin verschillen ietsisten onderling nogal, iets wat de politiek helaas maar al te vaak tegen ons gebruikt.”
De hoogleraar wijst naar het groeiend aantal ietsisten in Nederland en de invloed die zij in de toekomst waarschijnlijk zullen uitoefenen. “We kunnen er niet omheen dat de samenleving over 20 à 30 jaar zal zijn gefundeerd op ietsistische waarden. De generatie die dan de dienst uitmaakt moet degelijk onderwijs hebben genoten, zowel in geestelijk als praktisch opzicht. Als je nu ietsisten in hun onderwijs belemmert, leg je de basis voor de incompetente bestuurders van de toekomst. Maak het ietsisten dus financieel mogelijk het onderwijd te volgen dat hun het beste past.”
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is het niet eens met het pleidooi van de hoogleraar.”Ietsisten schoppen graag tegen religieuze heilige huisjes, maar als het om geld gaat, zijn ze ineens zelf ook godsdienstig. Ik ga geen voorrechten verlenen op basis van ‘wellicht iets tussen hemel en aarde’. Kom dan met iets echt tastbaars, zoals een God. Vaag zijn doe je maar achter je eigen voordeur, maar val de belastingbetaler er niet mee lastig.”