“Is het niet schandalig dat films die hun ware aard verbloemen ermee wegkomen, terwijl de expliciete voorbeelden (‘Salò’, ‘The Brown Bunny’, ‘Antichrist’, etc.) worden veroordeeld vanwege hun confronterende oprechtheid?”, aldus Kaya Erdinç.
Die ‘confronterende oprechtheid’ staat momenteel middenin de cultuur, zoals is gebleken in de uitzending van OBA Live afgelopen woensdag, waarin ik de nieuwe film ‘La vie d’Adèle’ van Abdellatif Kechiche samen met Stephan Sanders bespreek.
Het werk is enorm in opspraak geraakt vanwege niet-gesimuleerde seksscènes tussen de twee lesbische hoofdpersonages.
Bedekte boodschappen
Het veroordelen van controversiële films is inderdaad ‘makkelijker’ wanneer de dubieuze inhoud expliciet aanwezig is. Wanneer zulke boodschappen bedekt zijn, blijft de kritiek uit. Dat is wrang: door het ‘rookscherm-effect’ kunnen subversieve motieven juist aangrijpender zijn. En effectiever.
Joseph Losey (1909 – 1984) was een meester in het maken van films met bedekte, maar daardoor niet minder shockerende motieven als seksuele repressie en morele corruptie.
In ‘The Servant’ (1963) is homoseksualiteit bijvoorbeeld ‘overal en nergens’, zoals Peter Bradshaw in The Guardian schreef.
‘The Prowler’
Op soortgelijke wijze is de gevaarlijke ondertoon van seksueel verlangen bij een eenzame vrouw constant aanwezig Losey’s ‘The Prowler’ uit 1951.
Susan Gilvray (Evelyn Keyes) wordt op een avond opgeschrikt door een gluurder. Wanneer agent Webb Garwood (Van Heflin) arriveert om het incident te onderzoeken, raakt hij in de ban van haar kwetsbaarheid.
Verborgen begeertes
Zo komt Webbs eigen verborgen begeerte voor het voetlicht, en krijgt de film een bredere betekenis: hoe morele corruptie in het naoorlogse Amerika welig tiert, hoe de leugen van voorspoed in de opbloeiende consumptiemaatschappij ontmenselijkt.
Als agent in uniform zou Webb een toonbeeld van integriteit moeten zijn. Maar ten diepste wordt hij verscheurd door naijver en begeerte.
Als vrouw zou Susan in het kader van de toen heersende ideologie een moeder en echtgenote moeten zijn. Maar ze gaat ten onder aan eenzaamheid en onbeantwoord verlangen in haar prachtige huis.
Sterker, de suggestie is dat agent Webb eveneens een gluurder is, en dat Susan niets liever wil dan ‘iets krijgen’ met deze anonieme figuur.
Dat laatste gebeurt ook. Maar algauw nemen schuldgevoelens en de angst dat haar man achter haar verraad zal komen, de overhand bij Susan. Vervolgens verzint Webb een complot om haar man te vermoorden. Dat doet hij vooral ook uit eigenbelang: hij weet dat Susan een rijke erfgenaam zal zijn.
De climax van het verhaal volgt in de woestijn van Nevada waarheen Susan en Webb zijn gevlucht na de moord op haar man. Susan is inmiddels zwanger. Het kind wordt geboren. Maar van hoop kan geen sprake meer zijn.
‘The Prowler’ is een schoolvoorbeeld van een film die zijn ware aard verbloemt, zoals in de vraag hierboven wordt gesteld. Maar dat is niet ‘schandalig’, dat is juist goed. Expliciet zijn staat niet per se gelijk aan ‘oprechtheid’.
Weinig filmmakers waren of zijn meer oprecht dan Joseph Losey. En weinig films hebben zo’n geraffineerd, haast listig onder de oppervlakte hoorbaar tegengeluid als ‘The Prowler’.