'Her', de nieuwe film van Spike Jonze over een man die verliefd wordt op een besturingssysteem, houdt de gemoederen bezig. Zo schrijft Joost de Vries in 'De Groene Amsterdammer' dat het werk exemplarisch is voor de wijze waarop goede kunst 'van die bespottelijk grote vragen' bij je kan oproepen.
Hij vervolgt: 'Dit is dan zo’n zeldzame film die je uitdaagt na te denken over […] de geweldige vraag die elk stuk kunst zou moeten stellen, en die Samantha Theodore stelt tijdens een van hun nachtelijke gesprekken: 'What’s it like to be alive out there?'
Zeldzaam is de film niet echt. Zoals filosoof Martijn Rozing aan 'Gawie Weet Raad' tweet: '"Her" nog niet gezien, maar doet mij qua thema denken aan "Demon Seed" (waarin een computer een vrouw terroriseert. G.K.)'
Rozing verwijst naar Donald Cammells film uit 1977 waarin een variatie op de vraag in 'Her' voorkomt, namelijk: 'What’s it like to be alive in there?'
Dr. Alex Harris (Fritz Weaver) creëert het kunstmatige-intelligentiewezen Proteus dat op een gegeven moment vraagtekens zet bij de capaciteit van de mens een waardevolle bijdrage te leveren aan de wereld waarin hij leeft.
Om de evolutie een handje te helpen neemt Proteus het huis van Weaver over waar hij de vrouw van de wetenschapper, Susan (Julie Christie), bevrucht met zijn eigen 'zaad'. Doel: een nieuw wezen creëren, een fusie tussen kunstmatige en biologische intelligentie. Dat moet uiteindelijk voor een betere wereld zorgen.
Om zijn plan uit te voeren sluit Proteus het huis van Susan volledig af voor de buitenwereld. Het enige wat nog bestaat, is 'binnen'.
Proteus zegt tegen Susan dat 'hun' kind van haar zal leren wat menselijkheid is. Maar hiermee bedoelt hij niet dingen als opvoeding en conditionering (buiten). Eerder verwijst hij naar Susan als biologische mens. In haar genetische opmaak zit alle informatie die het kind tot mens zal maken.
In 'Demon Seed' heeft de mens gefaald. Het leven 'out there' is onhoudbaar geworden: de natuurlijke hulpbronnen van de aarde zijn uitgeput. Proteus, hoe monsterlijk het bewust geworden computer ook is, heeft al zijn hoop gevestigd op een nieuw soort mens dat ergens ín zichzelf biologische informatie zal vinden om zijn volle potentiaal te bereiken.
Twee gemaakte wezens, twee visies: Samantha, zoals het besturingssysteem heet waarop Theodore verliefd wordt in 'Her', leeft alleen 'binnen', en wil weten hoe het leven daarbuiten is. Proteus daarentegen weet alles. Hij leeft in het universum, en sluit Susan binnen op om háár lessen te leren over de plaats van de mens in het kosmos.
Het antwoord is 'binnen' te vinden, in de opmaak van de mens: wat we zijn, hoe we zo zijn geworden, en de vraag of we iets kan veranderen in de richting die we zijn ingeslagen.
'Demon Seed' schetst een duister beeld van onze toekomst. 'Buiten' heeft gefaald. De vraag is of we iets in ons hebben om het tij te keren. Het is een 'bespottelijk grote vraag' waarop geen zinnig antwoord valt te geven. En toch is het stellen ervan, in goede kunst, even essentieel voor ons als datgene wat in ons uiteindelijk zal bepalen wat we worden.