De Britse Natuurorganisatie The NationalTrust presenteerde een tijd geleden een lijstje met vijftig dingen die je gedaan moet hebbenvoordat je twaalf jaar wordt. Met ervaringen als
het klimmen in een boom, het stampen in eenmodderplas en het zien opkomen van de zon.Het lijstje had een prikkelende boodschap: ga er
eens met je kind op uit, maak je vies!Veel andere campagnes voor natuur en milieu hebben vaak iets negatiefs of symbolisch.
Terrasverwarmers zijn slecht, je mag niet langdouchen, de plastic zak van de supermarktleidt linea recta tot een stikkende ijsbeer – bij alles moet je ‘bewust’ kiezen en je mag nooit
onverschillig zijn. Soms bekruipt mij dan iets opstandigs. Hoewel ik vrij ‘groen’ leef, krijg ik op zulke momenten de neiging om eerst eens flink
in de modder te stampen, en daarna expres telang onder de douche te blijven staan.
De pleitbezorgers van duurzaamheid moetenerin proberen te slagen om dat spannende,
positieve gevoel van het vijftig dingen-lijstjete koppelen aan de zorg voor natuur, milieuen klimaat. Duurzaam leven moet je niet iets
afnemen, maar vooral betekenen dat je zaken anders organiseert. Daarnaast ontbreekt het
mensen ook wel eens aan informatie, tijd ofdomweg zin om bij elk product uitgebreid over
de duurzaamheid te wikken en te wegen.
Duurzaam moet dus een beetje ‘half zes-proof’ zijn. Als je om half zes door de supermarkt rent en
haastig wat boodschappen in je kar gooit, moetje eigenlijk niet kunnen misgrijpen. De ondergrens van dierenwelzijn, milieuvriendelijkheid en energiezuinigheid moeten we op belangrijke
punten bij wet flink omhoog trekken. Pas stuitte ik bij toeval op de gebruiksaanwijzing van mijn douchekop. De klusjesman bleek een
zeer zuinige, waterbesparende douchekop te hebben aangebracht. Mijn opstandig langer douchenbleek dus in werkelijkheid niet zo zondig als ik het
had bedoeld. Onbewust toch duurzaam, dat is eigenlijk de mooiste vorm van duurzaamheid.