We moeten “voorbij humanisme”, schrijft de 77-jarige schrijver, journalist, en activist Barbara Ehrenreich in het essay Beyond Humanism, dat ze schreef naar aanleiding van de Erasmusprijs die ze vandaag ontvangt voor haar hele oeuvre. Haar visie: maak het persoonlijke  politiek, pak de collectieve macht terug van het grootkapitaal en heb oog voor onze aarde en de dieren.

Barbara Ehrenreich (77) grossiert in ongemakkelijke waarheden. Zo krijgt de American dream er vaak van langs. ‘Vechten’ tegen kanker, een nieuwe baan krijgen door het heel graag te willen – in haar boeken ontmaskert Ehrenreich dit soort ideeën als Amerikaanse ficties die afleiden van de waarheid.

De wereld is niet altijd maakbaar. In Nickel and Dimed laat ze zien dat het economische systeem verrot is – en dus moet veranderen, in Smile or Die dat ziekte iedereen kan treffen – en zich niets aantrekt van positief denken, en in Natural Causes dat de dood niemand overslaat – ook fitnessgoeroes niet.

Kritisch

Ehrenreich – die in 1998 in Amerika door The American Humanist Association werd uitgeroepen tot Humanist van het Jaar – spaart het humanisme niet. Mede daarom krijgt ze de Erasmusprijs vandaag, vanwege haar grote bijdrage aan kritisch denken. Ehrenreich vertelde vorige week op een door de Universiteit voor Humanistiek en Universiteit Utrecht georganiseerde bijeenkomst voor studenten wat voor haar de aanleiding was van het essay: het woord ‘humanisme’ heeft haar altijd al geïrriteerd.

“Dat woord impliceert dat wij de meest dominante soort op aarde zijn, en van dat idee moeten we af.”

Prullenbak

Gooit Ehrenreich het humanisme in de prullenbak? Nee, zo heet wordt de soep nu ook weer niet gegeten. Zij is kritisch, maar in wezen verschilt haar kritiek op het humanisme niet zo veel van die van een Nederlandse humanist als emeritus UvH-hoogleraar Henk Manschot, die al in 2016 betoogde dat we Nietzsches motto ‘Blijf de aarde trouw’ als leidraad zouden moeten nemen voor een ‘hedendaagse ecologische levenskunst’.

Dat sluit prima aan bij het citaat van Martha Nussbaum waarmee Ehrenreich haar essay afsluit: “Let’s strive for an era in which being human means being concerned with the other species that try to inhabit the world.”

Heerschappij

Als soort hebben we onze heerschappij op aarde misbruikt, vindt Ehrenreich, en het wordt hoog tijd dat we daarmee ophouden. We hebben een nieuw perspectief nodig, met daarin ruimte voor alle niet-menselijke dieren, hield Ehrenreich de studenten in de Aula van het Utrechtse Academiegebouw voor. “Onze soort heeft zo veel verwoest, we zitten nu in de zesde periode van grote uitsterving, en deze is grotendeels door mensen veroorzaakt. We hebben een visie nodig die ons verbindt met de andere soorten waarmee we de aarde delen.”

Jammer genoeg vormde Ehrenreichs visie op humanisme slechts het sluitstuk van de avond. UU-hoogleraar sociale wetenschap Trudie Knijn, die het gesprek leidde, vroeg als laatste – na tien studentenvragen uit de zaal – of Ehrenreich nog “some thoughts on humanism” met de zaal wilde delen.

Toch kwam het humanisme – of humanistische waarden als vrijheid, verantwoordelijkheid, menselijke (gelijk)waardigheid, dialoog en kritiek – wel degelijk daarvoor ook al aan de orde. Net als in alle interviews die de afgelopen weken met Ehrenreich verschenen in kranten en tijdschriften. Daarbij keerde één boodschap telkens terug: arme mensen zijn ook mensen. Niet de meest opzienbarende uitspraak zou je zeggen, maar de vele manieren waarop arme mensen in onze kapitalistische wereld oneerlijk en onmenselijk behandeld worden maken herhaling van die boodschap voor Ehrenreich – zelf afkomstig uit de arbeidersklasse – uiterst noodzakelijk.

Not my president

Helemaal nu de vernedering van werkende armen in Amerika heeft geleid tot de verkiezing van Trump, zoals Ehrenreich stelde in de Volkskrant. Als een studente Ehrenreich een vraag stelt over ‘haar’ president, antwoordt ze resoluut: “Oh no, it’s not my president.”

UvH-hoogleraar Evelien Tonkens (Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector) die de avond in Utrecht opende met een heldere inleiding op Ehrenreichs werk, stelde dat de situatie in Amerika zoals Ehrenreich die beschrijft in grote lijnen vergelijkbaar is met die in Europa.

Zeker in de manier waarop het persoonlijke een product is van hoe we onze maatschappij organiseren. Volgens Tonkens brengt Ehrenreich de feministische slogan ‘Het persoonlijke is politiek’ in haar werk in de praktijk. “Zij laat zien dat in de huidige maatschappij iedereen elkaars concurrent is in plaats van elkaars bondgenoot”, aldus Tonkens.

Machtelozen

Arme mensen maken nauwelijks kans hun lot te ontstijgen, de middenklasse wordt door coaches voorgehouden dat hun succes vooral afhangt van hoe positief ze zijn, en intussen worden de rijken rijker en de steeds talrijkere armen armer. Er zijn voor minder revoluties uitgebroken. Maar collectieve organisatie ontbreekt, zeker in Amerika waar werkgevers vakbonden keihard tegenwerken. En dus staat iedereen alleen, zonder macht om iets te veranderen.

En juist daarom doet Barbara Ehrenreich wat zij doet; om onze blik te wenden richting die machtelozen, ons te dwingen hun stem te horen, te luisteren naar hun verhalen die zij voor ons optekent. Of zoals Evelien Tonkens zei: “She delves in the experiences of others, so that they become her own.”

Je kunt Ehrenreichs methode participerende onderzoeksjournalistiek noemen, zoals de Erasmusprijswebsite doet. Maar je zou ook kunnen betogen dat Ehrenreich door zelf het leven te leiden van haar onderwerpen – zoals voor haar bestseller Nickel and Dimed. On (not) Getting By in America, waarvoor ze maandenlang werkte als schoonmaker, kamermeisje, serveerster en supermarktmedewerker – humanistische journalistiek bedrijft.

Menselijke maat

Altijd gaat het haar immers om de menselijke maat, en om te laten zien dat degenen binnen het systeem nog altijd mensen zijn, ook al worden ze ‘schoonmaakster’, ‘vrouw’ of ‘kankerpatiënt’ genoemd. En, benadrukte Evelien Tonkens, juist doordat Ehrenreich de ervaringen zelf ook meemaakt, kan ze haar lezers laten zien welke emoties bij die ervaringen komen kijken, hoe zwaar het écht is om bijvoorbeeld laagbetaald werk te doen.

Dat je in een te duur motel moet gaan wonen om überhaupt op je werk te kunnen komen. Dat je als supermarktmedewerker je urine moet laten controleren op drugs. Dat als serveerster je handtas op ieder moment door de baas doorzocht mag worden.

Dat je als onderdeel van het sollicitatieproces (voor een baan bij Walmart die 8 dollar per uur betaalt) persoonlijkheidstests moet invullen met vragen over of je last hebt van “buien van zelfmedelijden”.Dat je aan twee banen niet genoeg hebt om rond te komen.

Je moet eerst doorhebben dat iets niet normaal is, voordat je er iets aan kan doen. Dat is ook wat Ehrenreich propageert, naast haar manier van werken, voort laten leven met het door haar opgezette Economic Hardship Reporting Project: ongelijkheid “humaniseren”; steeds weer de aandacht vestigen op “the biggest domestic economic story of our lifetime”; het feit dat ondanks economische groei de ongelijkheid en armoede – ook voor mensen mét meerdere  banen – blijven toenemen.

Dubbele boodschap

In Beyond Humanism lijkt Ehrenreich uiteindelijk een verhaal met een dubbele boodschap te vertellen. Want al schrijft ze dat ze “voorbij humanisme” wil, ze is zich er overduidelijk zeer van bewust dat alleen mensen die beweging kunnen maken.

In dat opzicht zit er niet zo veel verschil tussen betere arbeidsomstandigheden voor laagbetaalde werknemers en een humanisme (of “animalisme”) met meer oog voor andere soorten; alleen mensen kunnen de gewenste maatschappelijke verandering in gang zetten.

Gepromoveerd immunoloog Ehrenreich beschrijft het evolutionaire verhaal van de mens als soort – zoals altijd in haar werk stevig gefundeerd met wetenschappelijke bronnen – als een ontwikkeling van prooi tot jager. Ehrenreichs theorie: onze wreedheid tegenover dieren komt (deels) voort uit ons “oorspronkelijke trauma” – de doodsangsten die we in de prehistorie hebben doorstaan als zwak wezen dat ieder moment door sterkere wezens gedood en opgegeten kon worden.

Dog-eat-dog world

De vergelijking met de ‘dog-eat-dog world’ van het kapitalisme dringt zich op, en daarmee een andere vraag die in Ehrenreichs werk centraal staat: hoe kan de mens zich verdedigen tegen dát veelkoppige monster?

Op dezelfde manier als tegen leeuwen en luipaarden, lijkt Ehrenreichs boodschap in Beyond Humanism – door collectieve verdedigingsmechanismes: “whereby the humans banded together, made loud noises and perhaps jumped together in unison as if to fool the predator into thinking they were one large animal rather than a collection of puny ones.”

Ons als mensen organiseren als een geheel, in plaats van ons uiteen laten drijven tot een verzameling nietige individuen; het menselijke overlevingsverhaal uit de prehistorie sluit bij Barbara Ehrenreich naadloos aan op de economische strijd van nu. Verandering is mogelijk, maar we moeten het als mensheid samen doen.

Dat zou je een humanistische boodschap kunnen noemen.

Meer informatie?

Kijk op site van het Praemium Erasmianum

Lees het artikel in de Groene Amsterdammer

 

Barbara Ehrenreich op de Universiteit voor Humanistiek.
Beeld: Ineke Oostveen