Voor een kilo katoen is gemiddeld 8000 liter water nodig en een jeans ‘reist’ gerust 6000 kilometer voordat die in de winkel ligt. De mode-industrie is nog verre van duurzaam. Iedere ecofashionista kan haar of zijn garderobe echter een stuk groener maken, denkt Lynsey Dubbeld modejournalist, trendanalist en auteur van het boek  `Mode voor Morgen´.

Koop wat je écht nodig hebt. Koop wat écht goed gemaakt is. En koop wat je écht mooi vindt. Het lijkt  eigenlijk heel eenvoudig om ecofashionista te worden, als Lynsey Dubbeld haar boek zo samenvat tot drie tips. Haar uitleg: “Veel van wat je koopt, heb je misschien niet echt nodig. En als je koopt wat je echt mooi vindt, dan geniet je er meer van en ben je er zuiniger op en zul je – als vanzelf – duurzamer zijn.”

Duurzame mode niet vanzelfsprekend

Dubbelds boek, een gids voor de jungle van duurzame mode noemt zij het zelf, bevat  feiten, cijfers, maar ook reportages over groene mode-initiatieven en modelabels in Nederland. Daarnaast zijn er vele tips – over keurmerken, vintage of groen wassen – om zelf tot een lichtgroen of donkergroen consumptiepatroon te komen.

Als u dat laatste doet, behoort u tot een groep groene koplopers, want voor veel Nederlanders is duurzame mode verre van vanzelfsprekend. “Dat blijkt uit het marktaandeel, dat nog maar één procent is. Voor duurzaam voedsel is dat inmiddels vijf procent”, weet Dubbeld.

Niche-markt

Ecofashion is dus nu nog een niche-markt. Maar dat zou de komende decennia kunnen veranderen. Uit het onderzoek van Goodbrandz blijkt namelijk dat tweederde van de consumenten milieubewuste en sociaal verantwoorde productie een belangrijk criterium vindt bij het kopen van mode. 21 procent is bereid er meer voor te betalen.
Trendy, sexy en duurzaam gaan overigens prima samen. Dubbeld: “Soms moet je wel wat zoeken maar voor iedereen is er betaalbare, trendy en sexy ecofashion beschikbaar. Het geitenwollensokkenimago is achterhaald en onterecht.”

Verspillend en vervuilend

Veel mensen zijn zich dus meer bewust van de ecologische impact van de mode-industrie. Ook Dubbeld ontdekte dat de industrie ‘onduurzamer’ was dan zij dacht.

“De mode-industrie is een grote en geglobaliseerde industrie. Met als gevolg dat mode de laatste decennia in verhouding steeds goedkoper is geworden. Maar daarvoor betalen mensen, milieu en dieren een hoge prijs. Een kledingstuk `reist´ soms 1900 kilometer en voor een kilo katoen – ook biokatoen overigens –  is gemiddeld 8000 liter water nodig. Bij de productieketen van een katoenen kledingstuk zijn soms wel dertien partijen betrokken.”

Dit alles heeft een grote impact op dieren en planten, maar ook op mensen. “De omstandigheden waaronder met name de fast fahsion gemaakt wordt zijn vaak slecht: mensen werken te lang, het werk is vuil en zwaar, er is kinderarbeid, en mensen krijgen te weinig betaald.”


Krachtige reclame

Het punt is dat we veel van wat er mis is niet zien, als we heerlijk in onze luie stoelen shoppen op internet. 
Dubbeld: “De reclame in de mode-industrie is ontzettend krachtig. Men wil ons zoveel mogelijk laten kopen en dat doen we ook. Het is moeilijk om je daarvoor af te sluiten. Hoe je daar weerbaar tegen kunt zijn? Belangrijk is je af te vragen of het echt je keuze is en of je het echt nodig hebt. Vooral vrouwen doen wel eens troostaankopen.
Misschien is een alternatief om dan met een reep chocolade en een goed boek op de bank te gaan zitten of met de afstandsbediening binnen handbereik.”

Uiteindelijk gaat het misschien om de vraag: “Waar word je gelukkiger van?”, denkt Dubbeld. “Uit onderzoek onder downshifters (Red. mensen die slow leven / consuminderen) blijkt dat ze zich na hun levensstijlverandering gelukkiger voelen. Ja, minder is meer.”

Buy local

Minder kopen is moeilijk natuurlijk. De afstand tussen consument en producent die inherent is aan globalisering zorgt ervoor dat we vaak geen idee hebben hoe iets gemaakt wordt.

Dubbeld:”Ik heb dan ook Nederlandse initiatieven in de spotlights gezet. Ik denk dat mensen zich meer bewust zijn van wat ze kopen als ze weer in contact kunnen komen met de mensen die `hun producten´ maken. Vroeger was de band tussen producent en consument veel directer, waardoor er meer betrokkenheid was. Mensen willen dat weer terug. Je ziet dit ook terug bij de hernieuwde belangstelling voor ambachtelijke streekproducten.”

Kijk op de site van Uitgeverij Mooi