Waarom kunnen ouderen die ‘klaar zijn’ met het leven geen pil krijgen om hun leven te beëindigen? Deze vraag prikkelde rechtsgeleerde Huib Drion precies twintig jaar geleden een essay te schrijven voor NRC. De zogeheten ‘pil van Drion’ kwam er niet, het debat over voltooid leven wel. Vandaag organiseert de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillige Levenseinde (NVVE) een symposium hierover.
Tijdens het symposium `Voltooid leven: van theorie naar praktijk´ wordt vooral vooruit gekeken om ervoor te zorgen dat de discussie doorgaat en er concrete oplossingen komen. Maar we moeten eerst even terug in de tijd. Terug naar het veel geciteerde essay van Drion van 19 oktober 1991.”Het lijkt me aan geen twijfel onderhevig dat veel oude mensen er een grote rust in zouden vinden als zij over een middel konden beschikken om op aanvaardbare wijze uit het leven te stappen op het moment dat hen dat – gezien wat hen daarvan nog te verwachten staat – passend voorkomt”, schreef Drion in 1991. Drion vond dat ouderen niet veroordeeld zouden moeten zijn tot zelfdoding door tegen een trein te lopen of van het balkon te springen. Maar bij de arts een middel zouden moeten kunnen krijgen. Zijn idee was dat als mensen een pil zou hebben dit zoveel rust zou geven dat ze de pil misschien niet eens zouden gebruiken.
Wettelijke stervenshulp
De toenmalige minister van Volksgezondheid (nu lid van het Humanistisch Verbond) Els Borst wilde in de jaren 90 de pil van Drion legaliseren. Borst wilde dat de pil beschikbaar kwam voor hoogbejaarde mensen die ‘klaar zijn met het leven’. Het leidde tot veel ophef. De pil kwam er niet, maar de ophef bleef. En de behoefte bij ouderen om zelf te mogen beslissen over het leven is vanaf toen alleen maar groter te worden. Het Burgerinitiatief Voltooid Leven van ‘Uit Vrije Wil’ (UVW), dat stervenshulp aan ouderen wettelijk geregeld wil zien, ontving vorig jaar 116.000 steunbetuigingen.
Het Humanistisch Verbond heeft dit initiatief van harte ondersteund door onder meer filmpjes van bekende Nederlanders te produceren.
Voorwaarden aan de stervenshulp
Belangrijk uitgangspunt van UVW is dat de wettelijke stervenshulp die gegeven wordt zorgvuldig, deskundig en toetsbaar is. Ook moet het besluit voor de zelfgekozen dood uit vrije wil genomen zijn, en authentiek, consistent en invoelbaar zijn. De oudere moet uiteraard wilsbekwaam zijn, Nederlander zijn en 70 jaar of ouder. Drion noemde overigens de leeftijdsgrens van 75 jaar in zijn artikel.
Breed draagvlak
Verschillende onderzoeken tonen aan dat er een breed draagvlak is voor meer zelfbeschikking bij voltooid leven. 75 procent kan zich voorstellen dat oude mensen die niet ziek zijn hun leven voltooid kunnen achten, blijkt uit enquête in opdracht van de NVVE uit 2010. Daaruit blijkt tevens dat bijna de helft van de ondervraagden vindt dat een dodelijk middel vrij beschikbaar moet komen. Vaak wordt gedacht dat dit onderwerp alleen onder een hoog opgeleide `elite´ zou leven. Uit de getallen blijkt dat er geen onderscheid is tussen hoog- en laagopgeleiden. Belangenorganisaties, waaronder het Humanistisch Verbond, blijven nadenken over de wijze waarop hulp bij een doodswens vorm kan krijgen.
Drie routes
Bij het zelfgekozen levenseinde zijn drie verschillende routes denkbaar.
– Bij de autonome route realiseert de persoon zijn zelfdoding zelfstandig, dus zonder dat hij een ander om hulp vraagt. De volgende manieren zijn hierbij mogelijk: stoppen met levensverlengende medische behandelingen, stoppen met eten en drinken of innemen van een dodelijke dosering van middelen.
– Bij de hulpverleningsroute realiseert de persoon zijn zelfdoding met hulp van eert niet-medische hulpverlener. De hulp betreft het verstrekken van dodelijke middelen.
– In de medische route verleent een arts hulp bij het realiseren van de doodswens van de persoon, waarbij de volgende manieren mogelijk zijn: het toepassen van palliatieve sedatie of het verstrekken van dodelijke middelen.
Samenwerking artsen en geestelijke begeleiders
Het Humanistisch Verbond steunt de ontwikkeling van diverse routes omdat mensen verschillend zijn en diverse vormen van hulp nodig hebben. Vandaag zullen we in een workshop en een debat tijdens het symposium aandacht vragen voor mogelijke samenwerking tussen artsen en (humanistisch) geestelijk begeleiders. Ons staat een situatie voor ogen waarin artsen mensen met levensvragen en existentiële problemen doorverwijzen naar een geestelijk verzorger, die verbonden is aan de huisartsenpraktijk. Humanistisch geestelijk begeleiders zijn immers geschoold in het praten over levensvragen. Bij levensvragen horen ook vragen over het levenseinde en het verlangen naar de dood. Zij zijn geschoold in het helder maken van morele en ethische dilemma´s. Lees verder ons brief aan het KNMG
Brede context
Voltooid leven moet in een bredere context gezien worden. Humanisten besteden aandacht aan goed oud worden en levensvragen. Daarbij horen levenseindevragen. Goede zorg is belangrijk, daarbij past aandacht voor eenzaamheid. Dat neemt echter niet weg dat een duurzame weldoordachte doodswens serieus genomen moeten worden en gerepsecteerd. Lees verder onze postion paper over voltooid leven
– Het artikel van Drion in NRC
– Uit Vrije Wil
– NVVE
– Uitzending Nieuwsuur van 15 oktober, zie onder