Robbert Bodegraven door Jitske Schols
Robbert Bodegraven, directeur van het Humanistisch Verbond Beeld door: Jitske Schols

“Dertig jaar geleden werd de inmiddels grootste interne markt ter wereld in het leven geroepen: Europa schafte de grenzen af voor het vrije verkeer van goederen, diensten, mensen en kapitaal. Tijd voor een feestje? Jazeker, zeggen de aanhangers, de Europese interne markt heeft werkgelegenheid gecreëerd, economische groei, en dus welvaart, en gezorgd voor een beter geïntegreerd Europa. Het resultaat is onmiskenbaar positief, zeggen ze.

In Brussel worden de zegeningen van de interne markt ook veelvuldig bezongen. In een wereld waarin geopolitieke machtsblokken het voor het zeggen hebben, is Europa er toch maar mooi in geslaagd een factor van betekenis te zijn tussen Amerika en China. En tijdens de covidcrisis kon Europa snel schakelen en vaccinaties zeker stellen. Bovendien: toen Rusland Oekraïne binnenviel, toonde de EU eensgezindheid die zonder die vergaande economische samenwerking ondenkbaar was geweest. Dus: hoera voor de Europese eenwording!

Onder druk

Maar er is ook een ander verhaal. Want als dertig jaar interne markt een feestje is, dan toch een feestje met maar een select groepje feestgangers. De sociale ongelijkheid is de afgelopen dertig jaar gegroeid, de democratie staat in veel Europese landen onder druk en de interne markt slaagt er niet of nauwelijks in een afdoende antwoord op de grootste uitdaging van deze tijd, de klimaatcrisis, te geven.

Kortom: de interne markt kent te veel gebreken om er een uitbundig volksfeest voor iedereen van te maken. De Europese waarden, die uit de grote Europese humanistische traditie voortkomen en aan de basis van de interne markt stonden, staan daarmee onder druk. En als die humanistische waarden, zoals de menselijke waardigheid, gelijkheid, vrijheid, democratie en mensenrechten, onder druk staan, dan loopt het gezamenlijke Europa gevaar.

Ongelijkheid

Voor een antwoord op de vraag of de interne markt tekortschiet of op de dertigste verjaardag een feestje verdient, moeten we kort terug naar de jaren waarin de open grenzen van de interne markt van kracht werden. Het waren de hoogtijdagen van het neoliberale vrijemarktdenken. De Muur was gevallen, de crisis uit de jaren tachtig was bezworen met bezuinigingen, de economie groeide weer. We wisten het zeker: onze westerse liberale democratie, met de vrije markt als welvaartsmotor, was onovertroffen en leidde de mensheid naar steeds meer welvaart. De Europese interne markt met zijn open grenzen werd als liefdesbaby uit dit optimisme geboren. De geest van het neoliberale marktdenken zit in zijn DNA.

Maar de wereld veranderde. We kwamen erachter dat vrijheid voor het bedrijfsleven een rijke toplaag creëert, maar dat die rijkdom niet vanzelf doorsijpelt naar de minder gefortuneerden. Het almaar toenemende geld wordt rondgepompt tussen ceo’s en aandeelhouders. In plaats van dat geld te investeren in nieuwe producten en diensten – en dus in werk en meer kansen voor de gewone mensen – belandde het in de zakken van de rijksten. De afgelopen tien jaar verdubbelde het aantal miljardairs, en de rijkste één procent van de wereldbevolking streek twee derde van al het vermogen op, berekende Oxfam.

En er veranderde meer. Voor de al lang bekende klimaatcrisis werden de oplossingen ook bij de vrije markt gezocht. Totdat na het Klimaatakkoord van 2015 schoorvoetend wordt erkend dat niet de markt maar de politiek dit met regulering moet oplossen. Ook hier schoot de jarige Europese interne markt tekort. Het klimaat, de ecosystemen en de met uitsterven bedreigde soorten zijn niet onder de feestgangers.

Lobbykracht

De democratie tenslotte, de zeggenschap van burgers over de manier waarop we bestuurd worden, bleek evenmin erg te profiteren van de vrije interne markt. De grootste en machtigste partijen in die markt bleken enorm goed in het beschermen van hun eigen belangen en weinig geïnteresseerd in het belang van de burgers in de EU. De lobbykracht van multinationals blaast achteloos de democratische stem van burgers omver als de eigen economische positie veiliggesteld moet worden. En zo worden onze vrijheden ingeperkt door de macht van de grote technologiebedrijven en wordt onze toekomst verder bedreigd door de ruimte die fossiele bedrijven krijgen om onze leefomgeving verder te vernietigen. De lobbyisten proosten met champagne op het dertigste verjaardagsfeestje, de meeste burgers staan buiten in de kou.

Dus wat is het nou met die interne markt? Moeten we er dan maar weer vanaf? Nee, dat moeten we niet. We hebben reden het verjaardagsfeestje te vieren. Maar dan wel met de belofte dat er meer gasten mee mogen gaan vieren. Zodat de interne markt er voor alle Europese burgers gaat zijn. We hebben een Europese markt nodig die gebaseerd is op de Europese humanistische waarden. Een markt die een middel is tot het doel dat we nastreven. Grotere sociale rechtvaardigheid, oplossingen voor de ecologische- en klimaatcrisis en versterking van de democratie. Trouw aan de waarden van menswaardigheid en gelijkheid.

Een andere aanpak

Daarvoor is een andere aansturing van die markt nodig. Het op eeuwige groei gebaseerde economische model van de markt blijkt een vergissing. Hoewel het op korte termijn welvaart brengt voor de gefortuneerden, heeft het op langere termijn te veel schadelijke effecten.

Een vrij en menswaardig leven kan alleen binnen onze ecologische en planetaire grenzen. Dat betekent een drastische krimp van de productie van fossiele brandstoffen slurpende en grondstoffen vernietigende producten. En het betekent groei van circulair ontworpen en duurzaam geproduceerde goederen. Het betekent ook: groei van welvaart verhogende diensten zoals onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid. En een halt aan de privatisering van essentiële publieke diensten, zoals schoon water, schone lucht, fatsoenlijke woningen, openbaar vervoer en duurzame energie. Het model waarmee de Europese interne markt de komende decennia moet worden aangestuurd is er een met het vizier op de Europese waarden.

Een utopie? Welnee. Het vraagt slechts politieke moed. Verantwoordelijke politici die het langetermijnbelang van burgers vooropzetten en het lef hebben hun taken naar behoren uit te voeren. In dienst van de burgers in Europa, in dienst van een humanistisch Europa waarin menselijke waardigheid, gelijkheid, democratie en vrijheid ons handelen sturen.”

Deze speech is gegeven door Robbert Bodegraven, directeur van het Humanistisch Verbond, tijdens de viering van het 30-jarige bestaan van de Europese interne markt. Op dinsdag 27 juni kwamen verschillende kerkelijke, religieuze en filosofische organisaties bij elkaar in het Europees Parlement te Brussel om te spreken over de behaalde doelen en de toekomst.

Robbert Bodegraven door Jitske Schols

Robbert Bodegraven

directeur Humanistisch Verbond

Profiel-pagina