Is er iets menselijks aan het kapitalisme? Zo luidt de vraag in deze discussie waarin Stephan Pront refereert aan de slagzin ‘greed is good’ uit Oliver Stones jaren-tachtigepos ‘Wall Street’, over geld en moraliteit.

In de film raakt zakenman-als-antiheld Gordon Gekko verstrikt in zijn eigen, radicale opvattingen over de vrije markt waarin hebzucht iets puur menselijks lijkt, maar uiteindelijk botst met de belangen van de samenleving.

Hoe instinctmatig is hebzucht bij de mens?

'Wages of Fear'

Met dezelfde vraag strijdt de Fransman Mario, maar dan in een andere film: ‘Wages of Fear’ (1953) van Henri-Georges Clouzot. In een arm stadje in Zuid-Amerika waar een Amerikaans oliebedrijf de dienst uitmaakt, slijt Mario zijn dagen samen met een groep werkloze buitenlanders.

Dan biedt een gelegenheid zich aan: twee vrachtauto’s met nitroglycerine moeten naar een locatie worden gereden waar oliebranden woeden. Probleem: de reis gaat door een onherbergzaam gebied waar nauwelijks wegen zijn. Eén ongelukje en de boel gaat de lucht in.

Greed is good

Maar Mario ziet alleen dollartekens. Het geld zou hem de mogelijkheid bieden zélf vorm te geven aan zijn leven, in plaats van een willoze pion zijn in een spel waarover hij geen controle heeft. Samen met zijn vriend Jo, even wanhopig als hij, vangt hij de reis aan.

Het blijkt een helse onderneming. De eerste vrachtauto, met twee andere vrienden erin, wordt opgeblazen.

Wanneer het einde van de reis nadert, komen Mario en Jo nog een keer voor een obstakel te staan: door een gebroken pijplijn verspert een rivier van olie de weg. Mario vraagt aan Jo vooruit te lopen, zodat hij de vrachtauto stapvoets door de oliemassa kan sturen zonder te diep te zinken.

Bekijk een fragment van 'Wages of Fear'

Tussen Gordon Gekko (Michael Douglas) en Mario (Yves Montand) zit er weinig licht. Ze worden gemotiveerd en gevormd door ‘greed is good’; beiden eisen het recht op vrij te zijn in het streven naar emancipatie door geld.

Maar in Mario’s verhaal blijkt dat deze vrijheid lijnrecht tegenover de werking van het lot staat. De scène waarin Marion over het been van Jo heen rijdt uit angst dat de vrachtauto in de rivier van olie zal blijven vastzitten, begint met de inktzwarte constatering: we moeten erdoorheen, we hebben géén keuze.

Wrang leven


Op dit moment verdwijnt alle schijn van moraliteit uit het verhaal. Het leven als wrang, absurdistisch gegeven zonder enige betekenis – dát is de enige werkelijkheid, misschien ter illustratie ervan hoe menselijk het geloof in de vrije wil is. De vreemde verlokking van het kapitalisme en het adagium ‘greed is good’ vloeien voort uit dit geloof.

De film eindigt met Mario achter het stuur van de vrachtauto, het geld in zijn zak. Missie volbracht. Uitzinnig van vreugde laat hij de vrachtauto heen en weer over de weg slingeren. Dan, rampspoed: de vrachtauto stort in een ravijn. Mario dood.

Hebzucht kan nog zo ‘goed’ zijn, de illusie van de vrije wil is allesoverheersend in ‘Wages of Fear’.