Vlees eten is niet duurzaam en zorg voor groot dierenleed. Vegetariërs lijken het moreel gelijk aan hun kant te hebben. Socrateshoogleraar Cor van der Weele vindt dat de problemen over vlees om oplossingen vragen, maar dat de discussie over wel of geen vlees niet gebaat is bij het demoniseren van vleeseters.

17 januari zal Van der Weele haar inaugurele rede houden ‘Willen weten (wel/niet | vlees/kweekvlees)’. Zij aanvaardt daarmee het ambt van bijzonder hoogleraar Humanistische wijsbegeerte aan Wageningen University voor de Stichting Socrates, een werkstichting van het Humanistisch Verbond.

Tolerantie

In de discussie over het eten van vlees staan de partijen vaak tegenover elkaar. Maar dat helpt de meeste mensen niet bij hun worsteling met deze lastige vraag. 
Zij houden van vlees, maar zien tegelijk steeds meer de schaduwkanten daarvan.

“De discussie is gebaat bij tolerantie en bij erkenning van de tegenstrijdige kanten van het vraagstuk, zonder dat vlees eten meteen wordt gedemoniseerd”, vindt Van der Weele. Wat daarbij niet helpt is dat ambivalentie een slechte naam heeft en vooral geassocieerd wordt met besluiteloosheid. Ook humanisten leggen vaak de nadruk op het belang van eenduidige keuzen en opvattingen. Zij denkt dat de ontwikkeling van kweekvlees (in vitro-vlees) de polarisatie kan doorbreken.

In vitro-vlees wordt gemaakt op basis van dierlijke stamcellen, maar zonder dat daar hele dieren uit groeien. In plaats daarvan ontwikkelen de stamcellen zich via weefselkweektechnieken alleen tot vlees (spierweefsel).

Kweekvlees? YUCK!

De eerste reactie op kweekvlees is vaak `YUCK´. Van der Weele:”Mensen hebben associaties met gerommel met vlees en genetische modificatie. Weerstanden verdwijnen soms heel snel als ze bedenken wat het voor dieren kan betekenen, want geen dieren, betekent ook geen dieren die lijden. Waarschijnlijk is er ook véél minder land en water nodig. En veel minder broeikasgassen en vervuiling, minder energie en geen dierziekten. Bovendien zal de eiwitproductie op de wereld kunnen voorzien in de vraag van een groeiende wereldbevolking.

Van der Weele zou kweekvlees ook zelf eten, ‘zeker als het lekker is’. Maar er zijn wel een aantal ethische vragen  bij kweekvlees-technologie. “Mensen stellen me vaak de vraag of we de problemen niet anders moeten oplossen, bijvoorbeeld door gedragsverandering. Mijn antwoord: dat is ook een goede weg, maar als dieren het alleen daarvan moeten hebben zou het nog wel eens heel lang kunnen duren. Daarnaast staan moraal en technologie niet tegenover elkaar. Nieuwe technologie verandert ook moraal.”

Een ander ethische vraag is of we daardoor niet van de natuur vervreemden. “Integendeel; er kan door kweekvlees veel land vrijkomen, onder meer voor natuur en onze relaties met dieren zullen sterk verbeteren door kweekvlees”, denkt Van der Weele.

Hoe kan het dat mensen die net als vegetariërs soms walgen van vlees niet minder vlees gaan eten? “Ze zijn vaak ambivalent. Aan de ene kant vinden het lekker en zijn ze eraan gewend, aan de andere kant hebben ze afkeer van de intensieve veehouderij. Ambivalentie kan leiden tot besluiteloosheid, of tot een toestand die lijkt op onverschilligheid, maar die in feite veel complexer is.”

Strategische niet-willen weten

Rond vlees bestaat in de samenleving veel ambivalentie, ofwel tegenstrijdigheid in waardepatronen, legt Van der Weele concluderend uit: “Als individu en samenleving hebben we moeite om met die ambivalentie om te gaan. We houden er niet van, zeker niet als gewoonten en overtuigingen waaraan we erg gehecht zijn in gevaar komen. We beschikken over een heel scala van psychische en sociale mechanismen om informatie onschadelijk te maken die gewoontes bedreigen.” `Strategisch niet-willen weten´, is er daar één van.”