Drie maanden voorwaardelijk, dat was de eis van het OM tegen Albert Heringa op 24 september. Hij hielp zijn moeder met sterven. Henk Manschot was deskundige in de zaak.”Ik zie het het als een daad van burgerlijke moed.”

 
Emeritus hoogleraar filosofie en ethiek Manschot is net thuis na de tweede procesdag als we hem bellen. Hij is onder de indruk en heeft even tijd nodig om deze dag en de eis te verwerken.

Wat maakte vooral indruk?

Manschot: “De zaak tegen Albert Heringa wijst op een morele impasse. De wet die hulp bij zelfdoding door niet-medici strafbaar stelt, loopt achter bij morele ontwikkelingen in de samenleving. Die morele ontwikkeling moet je serieus nemen, want nu ontstaat een te grote spanning tussen de wet en de praktijk.”

Het Openbaar Ministerie zet in op normhandhaving, advocaat Anker zet juist in op de normontwikkeling. Anker zette deze zaak in breder maatschappelijk en ethisch perspectief en verwees ook naar andere zaken waar de wet te knellend was geworden om aan morele ontwikkelingen te kunnen voldoen.”

Wat vindt u van de rechtszaak?

Manschot: “Het positieve van de aanklacht is dat de morele verschuiving over het levenseinde door een rechter wordt getoetst. Maar de aanpak van het OM is daarbij niet erg behulpzaam. Met het strikte pleidooi voor de strafbaarheid van Heringa volgens de wet, zetten ze zichzelf klem. Ze kunnen daarom niet op de echte zaak ingaan: wat doen we als de wet zelf een moreel dilemma creëert ?”

Wat vindt u van de argumentatie van het OM?

Manschot: “Het OM gebruikte in zijn conclusie een opvallend argument: de bescherming van het leven is een belangrijke gemeenschapswaarde die boven de individuele autonomie uit gaat. Hoewel het OM primair pleitte voor handhaving van de wet, kwam dit punt er terloops bij. Het wijst op de noodzaak voor een principieel debat.”

Op welke uitkomst hoopt u?

Manschot: “We hebben er in Nederland voor gekozen om euthanasie bij wet te regelen. Er moet dan ook binnen de wet een oplossing komen voor mensen die hun leven voltooid achten. Het pleidooi van de NVVE en het Humanistisch Verbond om Artikel 294.2 – de strafbaarstelling van hulp bij zelfdoding door niet medici – te schrappen, draagt bij aan het brede maatschappelijke gesprek over wat ‘goed sterven’ nu inhoudt. Ook de wet en de aanpassing van de wet staan in dienst daarvan.”

Wat is de rol van de arts bij voltooid leven?

Manschot: “Ik maak onderscheid tussen diagnose en uitvoering. De diagnose van voltooid leven is geen medische aangelegenheid, maar een levensbeschouwelijke en persoonlijke. Waarom geen diagnostisch team met geestelijk verzorgers, psychologen en anderen? Vanwege de zorgvuldigheid zou ik de uitvoering van de laatste stervenshulp bij voorkeur aan een arts overlaten. Je wilt toch niet dat mensen moeten gaan knutselen met dodelijke middelen.”

Mag iemand de wet overtreden als hij daar morele overwegingen voor heeft?

Manschot: “Je moet dat per casus bekijken. In dit geval vind ik het principe `het recht volgt de moraal’ belangrijk. Enquêtes en debatten over hulp bij zelfdoding zijn daarom zinnig en belangrijk: ze wijzen op verschuivingen in onze gezamenlijke moraal waar de wet nu op achterloopt. Heringa heeft de wet dan ook niet willekeurig overtreden. Ik zie het als daad van burgerlijke moed.”

De uitspraak volgt op 22 oktober. De rechtbank had, op advies van de raadsman Mr. W.Anker aan de deskundigen gevraagd om voorafgaand aan de zitting, kort schriftelijk aan te geven waaruit hun deskundigheid bestaat, hun affiniteit met het onderwerp `voltooid leven´ en hun ervaringen op dit terrein. 

Meer informatie

Bekijk de uitzending van Nieuwsuur
Het persbericht van het Openbaar Ministerie