In deze bespreking van de Humanistisch Canon richten we ons op de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum. Werkzaam bij de Verenigde Naties hield zij een vurig pleidooi dat overheden hun burgers de mogelijkheid geven om hun capaciteiten te kunnen ontplooien.
In haar boek Niet voor de winst – waarom de democratie geesteswetenschappen nodig heeft (2010) richt Nussbaum zich op de belangrijke rol welke het onderwijs heeft voor het goed functioneren van een democratie. Van basisschool tot universiteit kan het onderwijs bijdragen tot kritisch en goed geïn-formeerd democratisch burgerschap. Daarvoor is er voldoende ruimte voor de geesteswetenschappen nodig. Met deze vakken kunnen jonge mensen kritisch leren denken, argumenteren en met elkaar de-batteren. Literatuur nodigt uit je te verplaatsen in andere levens, andere situaties, andere perspectie-ven. Dat stimuleert empathie.
Nussbaum vreest, dat de vakken die van wezenlijk belang zijn voor onze democratie en voor het scheppen van een fatsoenlijke wereldcultuur worden weg bezuinigd.
Je talenten kunnen ontwikkelen
Een van de hoofdlijnen in de geschiedenis van het humanisme is de aandacht voor de individuele ontwikkeling van ieder mens. Het ideaal van ontwikkeling, ontplooiing en vorming. Deze traditie begon in de oudheid (Paideia) en keerde in het onderwijs terug in de Weimar periode.