De laatste tien jaar wordt er in snel toenemende mate en in diverse landen archeologisch onderzoek uitgevoerd in door Nazi-Duitsland gebruikte kampen. Dit betreft werkkampen, concentratiekampen maar ook vernietigingskampen. De redenen dat dergelijk onderzoek gedaan wordt op dergelijke beladen plekken, kan forensisch van aard zijn, zoals het opsporen van massagraven, of wetenschappelijk, zoals het op archeologisch non-destructieve wijze in kaart brengen van resten en sporen in de ondergrond.
Het archeologisch onderzoek in vernietigingskamp Sobibor toont aan wat de waarde van dat bodemarchief kan zijn. Vanaf 2011 is hier grootschalig archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek in Sobibor wordt onder grote spanning uitgevoerd en het stelt ons ethische vragen. Mag en kan je opgraven in een dergelijk kamp? Hoe geef je de herinnering vorm? Van wie zijn de aangetroffen voorwerpen? Ook het Pools opperrabbinaat stelt eisen die ingaan tegen wetenschappelijke motieven. Daarnaast staan onderzoekers onder druk van nabestaanden, de media en Holocaust-ontkenners.
Het kamp Sobibor is nadat op 14 oktober 1943 een opstand en ontsnapping had plaatsgevonden, door de Nazi’s afgebroken en de locatie gecamoufleerd door bosaanplant. Het archeologisch onderzoek heeft echter grote delen van het kamp blootgelegd. Opvallend veel vondsten komen uit Nederland, meegekomen met de transporten vanuit Westerbork.
Ivar Schute studeerde prehistorische archeologie. Sinds 2008 houdt hij zich bezig met archeologisch onderzoek naar sporen en resten uit de Tweede Wereldoorlog vooral op kampterreinen in Nederland en Polen. Binnenkort verschijnt zijn boek ‘In de schaduw van een nachtvlinder’
Betaling: € 5, € 8 storten op bankrekening nl 31 trio 0198 3781 57
t.n.v. Humanistisch Verbond ’t Gooi, Naarden, vermelding van ‘Schute’
Aanmelding en/of informatie [email protected] of 06-10832198