In deze derde bespreking in het drieluik over ethiek ga ik na hoe Hannah Arendt de overstap van ethiek naar politiek maakt. De klassieke filosofie richt zich op ‘de mens’. Arendt wijst er op dat niet de Mens, maar mensen in het meervoud op aarde leven en de wereld bewonen. Politiek is gericht op die wereld en de meervoudigheid van de menselijke aangelegenheden.
Het venster in de Humanistische Canon over Hannah Arendt gaat over haar studie naar het ontstaan van totalitarisme uit 1951 en haar analyse van de banaliteit van het kwaad (het Eichmann proces). Het kwaad was opgesplitst, en ontdaan van zijn gruwelijkheid was het in wezen banaal.
Aan de hand van het boek Hannah Arendt – politiek denker van Dirk de Schutter en Remi Peeters komen we een aantal interessante gedachten van haar tegen om met elkaar over door te praten, zoals:
• De verzorgingsstaat schiet tekort. Het legt de prioriteit bij gezondheid en veiligheid
• Deelnemen aan de publieke zaak kan ook burgerlijke ongehoorzaamheid inhouden
• Vrijheid van meningsuiting is niet het recht om alles te zeggen – het vraagt argumenten
• Mensen zijn niet van nature elkaars gelijke, maar omdat de politiek dat toekent
• We moeten ons lidmaatschap van de politieke gemeenschap ernstig nemen