Erasmus kennen we in de eerste plaats als de bestsellerauteur van de Lof der zotheid, een klassieker die in moderne boekwinkels steevast wordt neergezet op de afdeling Filosofie. Maar zelf wilde hij vooral ’s werelds meest experimentele literator en, meer nog, ’s werelds meest empirische bijbelhistoricus zijn. En zijn zestiende-eeuwse tijdgenoten zagen hem ook zo, laat de zoektocht van historicus Sandra Langereis naar de historische Erasmus in haar biografie ‘ERASMUS: dwarsdenker’ zien.
Het leven van Erasmus stond vanaf zijn prilste jeugdjaren, die hij als tienerwees met grote weerzin uitzat in kosthuizen en kloosters van de devote broeders van het gemene leven, in het teken van anti-autoritair verzet tegen vroom vertoon en theologische dogmatiek. Erasmus wilde, jong als hij was, op individueler en intellectueler wijze verdieping kunnen geven aan zijn geloof, wars van waarheidsclaims, verknocht aan het recht op twijfel, optimistisch over het potentieel van discussie. De bijbel en de kerkvaders: alleen een volleerd literatuurwetenschapper en geschiedwetenschapper kon die oerteksten van het christendom op de juiste wijze lezen, dat had Erasmus geleerd op zijn Latijnse school in Deventer. Daar was de jonge tiener wegwijs gemaakt in de grondbeginselen van het humanisme door vooruitstrevende mentoren als Rudolf Agricola.
In de lezing vertelt Sandra Langereis hoe Erasmus, de humorist van de Lof der zotheid, zich een leven lang vooral inspande om ‘s werelds allereerste bijbelhistoricus te worden, en hoe hij zijn hele literaire loopbaan in dienst gesteld heeft van een wereldprimeur: de publicatie van het Nieuwe Testament in zijn oertaal en oervorm.
De lezing vertelt ook hoe Erasmus het tot zijn levenstaak maakte om tegen de stroom in een moderner type bijbellezer te scholen. Lezers die leerden aanvaarden dat de bijbel een plaats- en tijdgebonden menselijk artefact was, die leerden van mening te verschillen over de uitleg van de bijbel, die leerden bronnen na te trekken voor ze zich aan veronderstellingen waagden, die leerden andermans waarheidsclaims kritisch te bevragen. Met als verhoopt eindresultaat dat een geschoolder christendom daadwerkelijk een intelligente hervorming zou bewerkstelligen van ontspoorde religieuze praktijken, want Erasmus was een praktische man, geen deftige studeerkamerdenker.
Hij bracht zijn progressieve pedagogie aan de man én aan de vrouw middels vernieuwende publicaties en hij richtte eigenhandig een gloednieuwe priesteropleiding op. Maar zijn hoopgevende plan mislukte compleet toen de dogmatische theoloog Luther ten tonele verscheen en de katholieke inquisitie vrij spel kreeg om zich tegen Erasmus te keren.
Gedurende de lezing zullen onderwerpen worden aangesneden als de essentie van Erasmus’ humanisme vanuit het perspectief van de historicus en de begripsverwarring naar aanleiding van de popularisering van het beeld van Erasmus als filosoof.
Aansluitend op de lezing is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
Toegang € 3,-