Sluit minder mensen op in vreemdelingendetentie en biedt alternatieven, dat is de oproep van de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) aan staatssecretaris Teeven. Dit sluit aan bij de visie op het geven van eigen verantwoordelijkheid en perspectief aan onuitzetbaren van het Humanistisch Verbond.
Niet alleen zijn de alternatieven humaner, maar ze zijn ook effectiever, schrijft de commissie in het rapport ‘Vreemdelingenbewaring of een lichter middel?’. Lichtere maatregelen, zoals plaatsing in een vrijheidsbeperkende locatie of deelname aan duurzame terugkeerprojecten, leiden voor zover nu te becijferen valt, even vaak tot vertrek naar land van herkomst, het doel van het beleid van het kabinet.
Verantwoordelijkheid
De adviezen van de commissie sluiten aan bij de visie van het Humanistisch Verbond op onuitzetbaren. Deze groep illegalen vreemdelingen (ongeveer 30.000) moet de ruimte worden geboden om zelf verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor hun leven. Detentie is dus nu de eerste en meest toegepaste optie en het beleid kenmerkt zich door dwang en drang.
“Echter, door het uitoefenen van druk worden mensen wantrouwend en apathisch. Dat bevordert de terugkeer of actief meewerken aan een oplossing geenszins”, vindt directeur van het Humanistisch Verbond Ineke de Vries.
Effectief
Het advies van de ACVZ onderschrijft ons uitgangspunt op meerdere punten. De kans op terugkeer is bijvoorbeeld omgekeerd evenredig aan de duur van detentie. De meeste uitzettingen vinden in de eerste drie maanden plaats. Duurt detentie langer dan zes maanden, dan slaagt de Dienst Terugkeer en Vertrek er nog maar in 17 procent van de gevallen in om mensen te laten vertrekken. De adviescommissie betwijfelt daarnaast of de kosten en het ingrijpende karakter van langdurige vreemdelingenbewaring opwegen tegen het resultaat.
Een andere aanpak, zoals van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) of Bridge to Better (één van de alternatieve proefprojecten), gericht op perspectief bij terugkeer, kan wel tot gedachteverandering leiden. Anders dan bij DT&V, ligt de focus daar op mogelijkheden in het land van herkomst, in plaats van op de onmogelijkheid om langer in Nederland te blijven.
Onuitzetbaren in detentie
Uit het onderzoek blijkt dat in 2012 mensen in bewaring hebben gezeten waarvan duidelijk was dat het land van herkomst niet meewerkt aan gedwongen terugkeer. Toch zijn deze mensen niet meteen vrijgelaten omdat regievoerders (medewerkers van DT & V) er rekening mee hielden dat de vreemdeling na langere detentie mogelijk toch gaat meewerken en er dan dus toch `zicht op uitzetting´ is.
Dat is een formele voorwaarde om mensen in detentie te mogen houden. Detentie als middel om medewerking af te dwingen vindt de Adviescommissie geen proportioneel middel. De bewaring moet worden opgeheven als er geen redelijke kans bestaat dat de uitzetting binnen afzienbare termijn kan plaatshebben.
Ineke de Vries: “Ook wij vinden dat detentie niet als drukmiddel gebruikt mag worden om mensen over te halen mee te werken aan uitzetting. Als landen van herkomst niet meewerken heeft het onder druk zetten van de individuele vreemdeling bovendien geen zin omdat deze niet aan zet is. Daar past een buitenschuldverklaring. “
Buitenschuld
Begin van de zomer (eind juni of begin juli) komt de ACVZ met een advies over ruimere toepassing van de buitenschuldverklaring voor mensen die meewerken aan terugkeer maar buiten hun schuld niet uitgezet kunnen worden.
– Lees het advies van de ACVZ
– Nieuwsuur uitzending
– Uitzending Een vandaag